Het gescheurde voorhangsel
ds. D.M. Elsman | Geen reacties | 13-04-2013| 13:50
Vraag
Ik heb een vraag over het voorhangsel. Dat scheurde op het moment dat Jezus stierf. Vaak hoor je uitleggen dat daardoor dus de tempeldienst niet meer nodig was, omdat de Zoon Zijn leven had gegeven en er dus geen bloed meer hoefde te vloeien. Later lezen we dat bijvoorbeeld Paulus ook ging offeren in de tempel. Dan is dat eigenlijk best wel een beetje vreemd. Omdat we vaker in de Bijbel zien dat mensen als teken van rouw hun klederen scheuren, zou dat misschien ook zo kunnen zijn met het voorhangsel? Dat God de Vader Zijn 'klederen' scheurde, omdat Zijn Zoon moest lijden en sterven voor de mensheid. Of is dit een verkeerde gedachte?
Antwoord
Beste vraagsteller, wat een mooie vraag, die je hier stelt! Het scheuren van het voorhangsel in de tempel, het is zó'n betekenisvol gebeuren bij het sterven van de Heere Jezus.
Het voorhangsel in de tempel scheidde het heilige der heiligen van het heilige; in het heilige der heiligen stond vroeger de ark van het verbond waar de HEERE troonde temidden van Zijn volk. Niemand mocht tot de HEERE naderen dan de hogepriester éénmaal per jaar (op grote Verzoendag) om verzoening te doen voor de zonden van hemzelf en zijn huis, en voor de zonden van het volk. Hij moest het bloed van een offerdier sprengen op en voor het verzoendeksel (lees Leviticus 16). Op het voorhangsel waren cherubs afgebeeld, engelenfiguren (2 Kronieken 3:14); vergelijk Genesis 3:24 waar gesproken wordt over cherubs met vlammig lemmet om de boom des levens te bewaken. Zo zijn de cherubs op het voorhangsel verbeelding van bewaking van de heiligheid Gods: pas op, niemand is het vergund te naderen tot de plaats waar de Allerhoogste troont! Het voorhangsel ziet op de zonde die scheiding maakt tussen God en de mens. Maar bij het sterven van de Heere Jezus scheurt het van boven naar beneden (letterlijk staat er dat het wórdt gescheurd), waardoor de toegang tot de troon van God zichtbaar en vrij is gekomen.
Lees nu Hebreeën 4 waar gesproken wordt over de Heere Jezus als een grote Hogepriester, door wie wij (in het geloof) met vrijmoedigheid mogen toegaan tot de troon der genade (4:14-16). Hij is het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt (Joh.1:29); Die Zich vrijwillig als de volmaakte offerande aan het kruis heeft laten slachten om door Zijn Bloed verzoening aan te brengen voor Zijn volk. Het voorhangsel scheurt: heel de dienst der schaduwen is tot een einde gebracht. Wie in het ware en zaligmakende geloof op de Heere Jezus Christus ziet en Dien gekruisigd, voor die mens is er geen voorhangsel meer: de schuld voor God is door Zijn plaatsbekledend lijden en sterven ingelost, de zonde verzoend: Hij voor ons, omdat wij anders de eeuwige dood zouden moeten sterven. De eeuwige dood, dat is de eeuwige scheiding en vervloeking. Hij de vloek, opdat Hij voor de Zijnen de zegen verwerven zou, dat is: de gemeenschap met God hersteld.
Dat wat scheiding maakte heeft Hij eens en voorgoed weggedaan (vergelijk Ef.2:14 de middelmuur). Lees Hebreeën 10:20: daar wordt het voorhangsel "Zijn vlees" genoemd! 2 Korinthe 5:21: "Hem, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij (God) zonde voor ons gemaakt." Lees de Dordtse Leerregels II, 3: "Deze dood van de Zoon van God is de enige en volmaakte offerande en genoegdoening voor de zonden; van oneindige kracht en waardigheid, overvloedig genoegzaam tot verzoening van de zonden van de ganse wereld." Daarom is er geen enkel offer ooit meer nodig; door het geloof mag een kind van God vrijelijk toegaan tot het heiligdom en naderen voor de troon der tronen.
De dood van de Heere Jezus Christus is de oorzaak voor de Zijnen van de herstelde gemeenschap met God. Het voorhangsel, beeld van datgene wat scheiding maakte, is weggedaan. De Heere Jezus heeft de Godverlatenheid gedragen, opdat de Zijnen nooit van God verlaten zouden zijn. Daarbij past dan ook niet de gedachte dat het scheuren van het voorhangsel iets zou hebben van rouw: dat God de Vader Zijn 'klederen' scheurde, omdat Zijn Zoon moest lijden en sterven voor de mensheid. Want bedenk: God wás er niet toen Zijn Zoon daar hing aan het kruis, ook niet met een medelijdend teken van rouw. Het scheuren van het voorhangsel wijst ons nu juist op die onbegrijpelijke ruil: Hij van God gescheiden om voor de Zijnen de gemeenschap met God te werken!
Tot slot nog iets over wat je schrijft over de apostel Paulus. Inderdaad lezen wij op bepaalde plaatsen in de Bijbel nog van Paulus en het brengen van offers (Handelingen 24:17, 21:26). Wij moeten dat zien in het licht van de zwakke gelovigen uit de Joden, die hij tegemoet wilde komen; om diezelfde reden heeft hij ook Timothéüs besneden (Hand.16:3), terwijl hij in Galaten 5:2 en 3 heel duidelijk is: "Zie, ik Paulus zeg u, zo gij u laat besnijden, dat Christus u niet nut zal zijn."
Beste vriend/vriendin, overweeg deze dingen en bidt of de Heere je Zijn heilgeheimen wil openbaren naar de rijkdom van Zijn genade. Laat het niet bij vragen blijven, maar bidt of de Heere je op de knieën brengt in aanbidding van het Lam van God. "Want indien het bloed der stieren en bokken en de as der jonge koe, besprengende de onreinen, hen heiligt tot de reinheid des vleses, hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd heeft, uw consciëntie reinigen van dode werken, om de levenden God te dienen? (Hebr. 9:13 en 14).
Ds. D. M. Elsman
Dit artikel is beantwoord door
ds. D.M. Elsman
- Geboortedatum:16-04-1961
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rijssen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: