Uit schaamte niet belijden
Ds. N. den Ouden | 4 reacties | 02-06-2011| 14:12
Vraag
In het verleden heb ik een zonde tegen iemand begaan. Maar dit heb ik nog niet tegen degene beleden omdat ik me zo ontzettend schaam daarvoor. Nu denk ik er wel eens aan om aan het avondmaal te gaan, maar die zonde houdt me tegen. Ik denk dan dat je eerst je zonden op moet lossen voordat je oprecht aan het avondmaal kunt gaan. Het is zo dat ik me diep schaam voor datgene wat ik misdaan heb. Heb het aan de Heere beleden en me ervan afgekeerd. Maar de persoon tegen wie de zonde gericht was, weet van niets. Ik weet dat ik nooit (!) mijn zonden naar die persoon openbaar zou maken. Daarvoor is mijn schaamte te groot. Betekent dit, dat ik dan nooit bij de Heere zou mogen horen? Als ik mag kiezen, zou ik natuurlijk de zonden belijden, maar de schaamte houdt me tegen. Ik zou dan ook niet om kracht bidden om het toch te belijden, omdat ik het uit schaamte niet wil belijden. Dus mijn grote vraag is of ik nog wel bij de Heere mag horen als ik zo leef.
Antwoord
Er zit een aantal kanten aan deze vraag. Ik heb de volgende overwegingen:
Er is een zonde begaan tegen iemand. Dat kunnen verschillende dingen zijn. Als je onterecht iemand van iets heel ergs hebt verdacht, dan heb je ook tegen iemand gezondigd. Maar die persoon weet het niet, en is er ook niet rechtstreeks door benadeeld. In dat geval is het voldoende als we die zonde aan de Heere belijden, zonder die persoon van onze kwade gedachten op de hoogte te stellen. Ik vraag me dus af, in hoeverre jij iemand hebt benadeeld. Als daar wel sprake van is, dan is het goed en geboden het aan die persoon eerlijk te belijden. Daarvoor is kracht te vinden bij de Heere, en je zult er ook zelf goed mee zijn.
Het zou kunnen dat er sprake is van huwelijksontrouw of iets is van zonde tegen het zevende gebod. Ook in dat geval zou ik aandringen op belijden. Als we de zonde bekendmaken, verliest ze haar kracht. We zijn dan sterker om weerstand te bieden, en kunnen het ook aangeven als we het er weer moeilijk mee hebben. Ook daarom is belijden goed.
Zondermeer is duidelijk dat je 'zit' met wat er gebeurd is, en er geen vrede bij hebt om het niet te belijden. Het zou dan ook helemaal niet helpen als ik zou zeggen dat iemand ook zonder belijden wel een kind van God kan zijn. Het is wel inderdaad zo, dat er ook bij Gods kinderen heel veel 'scheef' kan zitten, en wel jaren lang. Maar wat zijn we daarmee geholpen? Afgezien van de bijbelse opdracht om te belijden, is het ook schadelijk voor het geestelijk leven als we met “een geheim” blijven rondlopen. Behalve als er echt sprake is, van waar ik het antwoord mee begon, is er maar één weg, en dat is in Gods kracht de schaamte te overwinnen, en de zaak bekendmaken. Wat een zegen kan en wil de Heere daarop geven!
Hartelijke groet en sterkte in alles,
Ds. N. den Ouden
Dit artikel is beantwoord door
Ds. N. den Ouden
- Geboortedatum:25-10-1969
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Leerbroek
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Drusius hoe denk jij daarover?
Als je Gods geboden wilt bewaren moet je je bij elke situatie dus afvragen of het goed is voor je naaste. En soms is belijden beter, en soms is zwijgen beter. Je zonde moet je belijden tegenover God, maar als je je naaste beschadigd door de waarheid te vertellen moet je zwijgen en je zonde bij wijze van spreken in het graf meenemen. Ondertussen moet je er wel van overtuigd zijn dat als je je zonde tegenover God beleden hebt dat Hij die dan vergeven heeft. Diezelfde Johannes weer: Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
Dank voor je antwoord en ik ben het helemaal met je eens.
Al zat je in mijn jeugd de hele dag bijbel te lezen met de handen op tafel dan was je nog in staat van zonde.
Gelukkig is en tiijdens mijn studie tijd veel veranderd.
Het valt me ook op dat sex gerelateerde vragen het meest gelezen worden, maar er wordt niet veel op gereageerd.
Wij refo's moeten nog van ver komen.