In ware rechtvaardig en heiligheid geschapen
Ds. M. Pronk | Geen reacties | 23-05-2011| 08:50
Vraag
In de catechismus staat dat de mens in ware rechtvaardig en heiligheid geschapen is. Maar in de Bijbel staat "onschuldig" of "onnozel". Je kunt immers alleen maar weten wat heilig is in contrast met onheiligheid en net zo met rechtvaardigheid en goed en kwaad. Adam en Eva wisten daar niets van, wat ook wel blijkt omdat God, toen ze van de verboden boom gegeten hadden, zei: de mens is als Onzer Eén, kennende het goed en kwaad... Er staat wel dat God hen zeer goed geschapen had, maar zelf kenden ze geen goed en kwaad. Nu vraag ik mij af hoe dat dan bij God zit. God is goed, heilig en rechtvaardig, maar hoe kun je spreken van die dingen als er geen kwaad, onheiligheid en onrechtvaardigheid is? Dan zou je moeten concluderen dat het kwaad er net zo lang is als dat God goed is. Maar de duivel was een geschapen engel en werd pas na zijn val slecht. Staat er nog iets over in de Bijbel hoe het voor die tijd geweest is?
Antwoord
Laat ik om te beginnen eerst jouw redenering samenvatten. Er is sprake van heiligheid en rechtvaardigheid. Maar je kunt daar alleen van spreken in tegenstelling tot onheiligheid en onrechtvaardigheid. Beide zaken moeten dus gelijktijdig bestaan, want het een kan niet zijn zonder het ander. Er zijn goed en kwaad als tegengestelde zaken. Dus goed en kwaad bestaan gelijktijdig. Zou het aldus zijn zowel bij de mens als bij God?
Vragen die uit deze gedachtegang voortvloeien zijn de volgende. Wanneer is het kwaad der zonde in de wereld gekomen? Was dat kwaad der zonde er al zolang God er is, Die toch goed is? Dan zou het kwaad er eeuwig zijn, want God is eeuwig. Is het kwaad een macht naast God of onder God?
De Bijbel begint met de indrukwekkende woorden: “In den beginne schiep God de hemel en de aarde.” En even verder: “En God zei.” De schepping is tot stand gekomen door het spreken Gods. Aan al het bestaande gaat God vooraf. Aan al het bestaande ligt Gods spreken ten grondslag. Aan het slot van Genesis 1 lezen we: “En God zag al wat Hij gemaakt had en zie het was zeer goed.” Het kwaad der zonde komt nog niet voor. Alles is goed, zoals God het heeft bedoeld. De mens heeft alles verknoeid en er een puinhoop van gemaakt. Paulus schrijft in Romeinen 5:12 dat door één mens de zonde in de wereld gekomen is en door de zonde de dood.
God is goed, heilig en rechtvaardig, zo schrijf je. Terecht. Hoe weten wij dit? Wij kennen God omdat Hij zich heeft geopenbaard. Wij kunnen God kennen in zover Hij zich heeft geopenbaard. God heeft Zich geopenbaard in Zijn woord. De Bijbel is derhalve Godsopenbaring. Om te weten wie God is moet je de Bijbel lezen.
Een centrale tekst die ons God openbaart is bijvoorbeeld Exodus 34:6 en 7. In deze teksten maakt God bekend wie Hij is en Wie Hij voor ons wil zijn. De HEERE ging aan Mozes voorbij en riep Zijn naam uit: “HEERE HEERE, God, barmhartig en genadig; lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid, Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid en overtredingen en zonde vergeeft; Die de schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen en aan de kindskinderen in het derde en vierde lid."
Indrukwekkende woorden. Zo is God. In deze woorden roept God zichzelf uit en geeft Hij zichzelf. Hij blijft dezelfde. Hij is een God vol ontferming. Als zodanig keert Hij zich naar het volk Israel dat het totaal verknoeid heeft en er een puinhoop van gemaakt heeft. Hij vergeeft gaarne.
Onze Nederlandse geloofsbelijdenis zet in met een artikel over God. “Wij geloven allen met het hart en belijden met de mond dat er is een enig en eenvoudig geestelijk wezen dat wij God noemen, eeuwig, onbegrijpelijk, onzienlijk, onveranderlijk, oneindig, almachtig, volkomen wijs, rechtvaardig, goed en een zeer overvloedige fontein van alle goed.”
God is inderdaad goed, heilig en rechtvaardig. God is rechtvaardig, wat wil zeggen dat God doet wat je op grond van Zijn Woord van Hem kunt verwachten. God is heilig. Gods heiligheid geeft Zijn Goddelijke verhevenheid en majesteit aan. Hij is geheel anders dan enig schepsel , Hij is met niemand te vergelijken en totaal tegenovergesteld aan de zonde. Wanneer we van deze boze, onheilige en onrechtvaardige wereld naar boven, naar de Heere zien, blinkt Zijn Goddelijke heerlijkheid des te grootser uit. En als we van de Heere naar de mens zien, merken we des te meer dat wij zondig zijn.
God is goed, heilig en rechtvaardig. Aldus openbaart Hij Zich in deze zondige wereld. Aldus is Hij van eeuwigheid tot eeuwigheid (Psalm 90:2). Hij is het immers in Zichzelf. Zo is Hij ook voordat de zonde in deze wereld kwam. Zo is Hij ook nu. Zo blijft Hij. De overweging dat het kwaad er net zo lang is als dat God goed is, strookt niet met het geloof dat God er is, dat Hij de eeuwige God is, dat Hij heilig is. God staat boven het kwaad. God is eerder dan het kwaad. De zonde is in de wereld gekomen. Augustinus zegt ervan dat wat tegen Gods wil, is, toch niet buiten Zijn wil omgaat. De zonde is begonnen bij de satan en is in de wereld gekomen omdat de mens zijn oor geheel vrijwillig te luisteren heeft gelegd aan de satan die hem verleidde.
De mens. God heeft de mens goed en naar Zijn evenbeeld geschapen. Naar Zijn beeld en gelijkenis, dat is naar Zijn gelijkend beeld. Wat wil dit zeggen? De mens vertoont in heel zijn menszijn het beeld van God. Hij is geheel naar God gekeerd om Hem te dienen. De mens is geschapen als kind van God. Hij heerst in naam van God over heel de schepping. Heel de schepping dient de mens teneinde de mens zijn God dient. Door de gaven van kennis, gerechtigheid en heiligheid dient hij de Heere. De mens was geheel gezond in alle delen. Dat de mens geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid kun je lezen in Ef. 4:24 en Koll.3:10.
De Heere God had een hof geplant in Eden tegen het oosten. Een hof vol prachtige en heerlijke bomen. Begeerlijk voor het gezicht en goed tot spijs. Vruchtbomen. Adam kreeg de opdracht de hof te bouwen en te bewaren. Arbeid hoort bij de mens. Midden in de hof stonden twee bomen, de boom des levens en de boom der kennis des goeds en des kwaads. De mens leefde in de hof, diende de HEERE, hij was goed en heilig en rechtvaardig. Hij leefde met heel zijn hart, met heel zijn verstand en met al zijn krachten recht voor de Heere. Goed wil zeggen dat hij de Heere gehoorzaamde. Wist hij van het kwade? Niet in de zin dat hij het kwade deed, bij ondervinding dus . Wel in de zin van de kennis dat kwaad is afwijken van het gebod van de HEERE. Kwaad betekent ongehoorzaamheid. De HEERE God had hem immers bevolen niet te eten van de boom der kennis des goeds en des kwaads. “Want ten dage als gij daarvan eet zult gij de dood sterven.” Adam had een vrije wil. Hij diende de Heere gewillig. Hij koos voor het goede en wendde zich af van het kwade. Hij was geheel op de HEERE God gericht en leefde in gehoorzaamheid. Hij kende wel enig onderscheid tussen goed en kwaad vanuit het bevel van de HEERE God.
Wat wil de naam van die boom ons zeggen? De boom der kennis des goeds en des kwaads. God bepaalt wat goed en kwaad is. Deze beslissing ligt in Gods handen. De mens heeft toch van die boom gegeten. Wat was de aard van die zonde? Hij wilde zelf beslissen wat goed en kwaad is. Hij wilde autonoom zijn, zelf de wet bepalen. Dat is pure ongehoorzaamheid en opstand tegen God. Het eten van die verboden vrucht geeft uitdrukking aan het verlangen naar onafhankelijkheid ten opzichte van de Schepper, het verlangen om zelf te beslissen over goed en kwaad. Als God te willen zijn. Daarom zegt de Heere nadat de mens heeft gezondigd: “Zie, de mens is geworden als onzer een, kennende het goed en het kwaad.” Dat wil zeggen dat de mens zich van zijn Schepper heeft losgemaakt, de gehoorzaamheid heeft opgezegd en het roer van zijn levensschip in eigen hand heeft genomen om zelf te bepalen wat goed en wat kwaad is. Eigen heer en meester. Dit heeft hem tot slaaf van de zonde, de satan en de dood gemaakt.
Is dat het laatste woord? Neen. Er is leven in Christus Jezus. God heeft de gevallen mens opgezocht en hem Zijn Zoon beloofd. In de volheid des tijds is Christus gekomen. “Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe “ (Joh.3:16).
Door de prediking worden we opgeroepen tot geloof. De Heere vraagt geloof en bekering. Wat Hij eist wil Hij Zelf geven. We bidden: Heere, geef ons allen dat geloof en versterk dat geloof.
Ds. M. Pronk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. Pronk
- Geboortedatum:10-03-1940
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:KralingseVeer
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. Pronk is 19 juni 2016 overleden.
Beluister hier de rouwdienst.
Website: www.uithetoverjordaanse.nl