Wel willen maar niet kunnen geloven
Ds. P. Molenaar | 3 reacties | 09-05-2011| 10:20
Vraag
Ik lees in Matt 21:22: En alles wat u in het gebed vraagt, in het geloof, zult u ontvangen. Mijn verlangen is om dicht bij God te leven. Ik wil erin geloven; maar ik kan mezelf ook niet geloof aanpraten dat alles waar is. Hoe moet ik daar mee om gaan? Ik wil het wel geloven, maar ik kan het soms gewoon niet. En als ik dus in het gebed vraag of ik op God mag vertrouwen en Zijn kind mag worden, is dat onmogelijk zonder geloof? Het is een beetje ingewikkeld, maar ik hoop dat u het begrijpt. Hoe kan ik Zijn kind worden?
Antwoord
Beste vrienden,
De tekst, die je noemt is best uit een moeilijk gedeelte genomen, de geschiedenis van de vijgenboom, die Jezus terstond liet verdorren toen Jezus geen vrucht vond. Aangrijpend is het
dat Jezus zegt: “Uit u geen vrucht in der eeuwigheid” (vers 19). Die vijgenboom is het beeld van de heilige stad Jeruzalem. De vijgenboom was een boom met groene bladeren, maar ze gaf geen enkele vrucht. Zo tekent Jezus Jeruzalem. Veel loof, maar geen vrucht. Nu er zoveel loof was aan die boom kon je toch wel vrucht verwachten. Helaas kwam er niets van vrucht openbaar. Hoe vroeg was de Heere niet met Israël begonnen om het geloof te werken door Zijn machtige daden te tonen, maar ze had zich verhard. Uiterlijk sierlijk, maar helaas geen geloof. De Heere heeft in deze geschiedenis juist de tempel gereinigd, maar helaas vertoonde de tempelleiding het beeld van verharding. Men ging door in de weg van ongeloof. Men verwierp de zoekende en opzoekende liefde van Jezus. Er bleek alleen maar ongeloof. De tempelreiniging heeft geen enkel effect gehad met het oog op hun geestelijke verandering. Het beeld van bergen die verzet worden, die Jezus hier noemt, ziet vooral op het gebeuren van de eindtijd. Er wordt gesproken over geloven en niet twijfelen. Men zou bergen kunnen verzetten door het geloof. Wat Jezus hier doet met de vijgenboom is vooral het beeld van Jeruzalem uit de dagen van Jezus.
Je noemt nu deze tekst, omdat je het geloof niet sterk ervaart. Je verlangen is om dicht bij de Heere te leven. Je wilt geloven, maar je kunt niet. Je zegt zelfs of je mag vragen, "of je op God mag vertrouwen en Zijn kind mag worden. Is dat onmogelijk zonder geloof?" Daaruit maak ik wel op, dat je wat in de crisis zit met de vragen van geloof en bekering. Zonder geloof is het immers onmogelijk om God te behagen (Hebreeën 11). De vraag is echter wel, wat je nu onder geloof verstaat. We kunnen van het geloof uitgaan als een vanzelfsprekendheid, zonder dat het echt leeft en er vruchten openbaar komen. Daarvan zegt Jakobus dat de duivelen ook geloven en zij sidderen, want ze weten dat het gericht van de Heere over hen komt (Jakobus 2:19). Dat is dus een oppervlakkig geloof.
Maar er is ook een andere kant, dat je jezelf onderzoekt en je jezelf afvraagt: “Geloof ik wel echt?” Dat kan ook uiteraard gepaard gaan met een gedachte dat we veel te klein van de Heere denken, of Hij het geloof wel wil geven. Klein denken van de Heere is een vorm van ongeloof. We doen tekort aan Gods liefde en hebben te weinig oog voor Gods grote barmhartigheid in Christus. De Heere wil zo graag dat we groot denken van Zijn genade liefde en trouw, maar tegelijk ook hoog denken van Zijn rechtvaardigheid en heiligheid. Maar het eerste, waarmee God bewogen is, is niet het recht om de zondaar te verderven, maar wel de liefde om zondaren te behouden.
Opvallend is het hoe Jezus daarmee omgaat: ik denk aan de hoofdman over honderd, die Romeinse officier (Lukas 7:1-10). Hij had een knecht die ernstig ziek was. Let erop hoe hij Jezus roept. Hij doet dat in grote verwachting, omdat hij weet dat wanneer hijzelf zijn knechten bevelen geeft die bevelen worden opgevolgd. Zo is de Heere ook machtig, zo belijdt hij, om door Zijn knechten die bevelen uit te voeren. Dus Hij acht de Heere zeer groot en tegelijk weet hij zich zeer klein onder de Heere. Hij zegt immers: “Ik ben niet waardig om tot U te komen” en: “Ik ben ook niet waardig dat Gij onder mijn dak zou inkomen.” De man laat geen enkel recht van zichzelf gelden, terwijl hij toch als Romein heel veel voor de Joden heeft betekend, daar hij een synagoge had gebouwd. En toch ziet zich als een onwaardige. Hij is maar een mens onder de macht van anderen gesteld.
Maar Jezus zegt van hem: “Ik heb zelfs zo’n groot geloof in Israël niet gevonden.” Wat ons bijzonder in de hoofdman opvalt, is ,dat Hij de Heere machtig groot acht om dit wonder aan zijn zieke knecht te voltrekken. Datzelfde voorbeeld zien we bij de Kananese vrouw (Mattheus 15:21-28). Zij vraagt om de kruimeltjes van de tafel, die voor de hondjes worden geworpen, nadat Jezus haar op de proef gesteld heeft door te zeggen dat het brood voor de kinderen bestemd is en niet voor de hondjes, waarmee deze heidense vrouw dus vergeleken wordt. Deze vrouw houdt dus aan bij Jezus. Wat zegt Jezus van deze vrouw? Niet dat zij een kruimeltjesgeloof heeft, maar wel: “O vrouw, groot is uw geloof. U geschiede, gelijk gij wilt.”
Stel daartegenover Petrus, die denkt, evenals Jezus, op zee te gaan lopen en die wegzinkt, omdat hij te veel op het water ziet en te weinig op Jezus. Die krachtige Petrus hoort uit de mond van Jezus (Mattheus 14:31): “Gij kleingelovige, waarom hebt gij gewankeld?” Zo zie je dat de rollen in het koninkrijk Gods worden omgekeerd. Die hoofdman en die Kananese vrouw worden zalig gesproken om het geloof dat zich heerlijk openbaarde in hen, terwijl Petrus, die zo vurig was moest horen uit de mond van de Heiland: “Gij kleingelovige.”
Daarom houd maar moed en kom maar als de hoofdman over honderd of de Kananese vrouw tot Jezus. Die tot Hem komt met belijdenis van eigen onwaardigheid wordt door de Heere niet afgewezen! Maar denk wel heel groot van de Heere. “Want die tot God komt moet geloven, dat Hij is (of bestaat of de Jahweh is, de "Ik zal zijn, Die Ik zijn zal”) en een Beloner van degenen, die Hem zoeken” (Hebreeën 11:6).
Houdt de Heere Zijn Woord maar voor. De Heere kan alles, maar Hij kan niet liegen. Een arm zondaar, die om genade verlegen is, zal Hij nooit afwijzen. Daarom houdt maar moed!! Op elk bevel mag een belofte volgen. Bid en u zal gegeven worden, zoekt en ge zult vinden en klopt en u zal worden opengedaan (Mattheus 7:7vv).
Lunteren, Ds. P. Molenaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. Molenaar
- Geboortedatum:22-05-1945
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief
Bijzonderheden:
EmeritusDit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Maar door volharding in de schrift en over bepaalde teksten mediteren kwam het door de tekst, dat God de vader meerder is dan ons hart.
Alles heeft een tijd nodig om te zaaien en om te maaien.
Nu weet ik eerst, de schrift dan geloof door de genade, zo is het bij mij gegaan, God de Vader heeft voor iedereen zijn eigen plaats en tijd.
Shalom.
Ben.
Misschien denk je, maar dat is geen antwoord op mijn vraag, want ik wil een Kind van God worden. Waarom ik dit zegt wil ik graag aan je uitleggen.
De Bijbel is een testament, en van een testament weten we dat dit een wilsbeschikking is. De Bijbel bestaat uit een oud en een nieuw testament. Een oude wilsbeschikking en een nieuwe wilsbeschikking. En deze wilsbeschikking is niets anders dan de WIL van God.
In deze wilsbeschikking heeft God duidelijk uitgesproken wat Hij allemaal voor ons mensen Wil betekenen. Het is een Waarheid die leeft en waarmee Hij ons wil instrueren, wil antwoorden en bemoedigen. Hij geeft Zijn Goddelijke Woorden door, zodat jij richting krijgt aan en in je leven. Ter voorbeeld psalm 91 (NGB):
15 Roept hij (zij) Mij aan, Ik zal hem antwoorden;
Ik zal in de benauwdheid bij hem (haar) zijn,
Ik zal hem (haar) uitredden en tot ere brengen.
In deze tekst staat bij alle drie de zinnen al: IK ZAL. Dat betekent dat Hij er niet alleen is, maar ook nog dat Hij het ZAL doen! (uitroepteken) Dat is niet alleen een belofte, maar dat is Hoe God is! Dat is het bewijs van Zijn Wil. Plaats daarom dan geen menselijk redeneren of gedachten boven de Woorden (en het uitroepteken) van God. Want door allerlei gedachten die uiteindelijk belanden bij JA MAAR… eindig je juist met een vraagteken. Dat is feitelijk, het in twijfel trekken…
Gods Woord zegt: IK ZAL, of in Zijn Woord staat ook IK BEN of OMDAT. Het zijn voorbeelden van antwoorden waarop je mag vertrouwen omdat HIJ het zegt.
Lezen in Zijn Woord betekent ook dat je ZIJN Woorden ook aanmerkt als Zijn Woorden. Woorden die alle macht op Hemel en aarde hebben (mat 28:18)
Door het testament ben je een erfgenaam geworden. Maar om deze Hemelse en Eeuwige erfenis in bezit te nemen moet je iets doen. Wat moet je dan doen?
Je bekeren!
Hoe bekeer je je dan?
Bekeren is afstand doen van je aardse en zondige leven en wandel. Door het uit te spreken en er vervolgen je over te geven aan Jezus Christus en Hem aan te nemen als Heer van je leven. Als HEER die regeert, zoals Paulus tegen Agrippa zegt, “dat je verlost wordt van de macht der duisternis tot de macht van God”!
Door de zondeval is iedereen die zich niet bekeerd heeft, gebonden aan de macht der duisternis. Het is een aardse en dode erfenis die mensen vertroebelt en in zijn greep houdt. Die DOOR mensen (legale grond) probeert tekeer te gaan tegen elke Hemelse Waarheid.Vandaar dat Jezus als eerste in al zijn optreden ook duidelijk stelt: Bekeer je! Bekeer je van je zondige leven en geloof dat ik de Zoon van God bent. Zo wordt alle duistere invloed verbroken en valt er te ontsnappen. We kunnen lezen voordat Jezus opvaart, Hij in mat 28 zegt MIJ is gegeven alle macht in Hemel en op aarde. Hij is almachtig geworden omdat Hij in de dood, satan en zijn demonen overwonnen heeft. En hierna is Hij opgevaren naar de Hemel en kreeg van de Vader de titel Heer en Christus (Hand 2:36). Dat is wat er geschreven staat en wat er gebeurt is. Dus als het gaat om geloven terwijl het antwoord beschreven staat, bestaat er geen optie om te bedenken JA MAAR…zou dit wel voor mij gelden… (?) zou het toch niet anders zitten….(?) Laats hoorde ik nog zeggen…..(?) Hooguit als u wel twijfelt aan het Woord als waarheid.
Rationaliseren noem ik het verder maar, van het Woord en in het geven van een plaats in je gedachten of hart. Als Johannes een aankondiger is van de doop en bekering van zonden en Jezus legt de nadruk op bekeren dan moet u 1 ding doen om een kind te worden van Uw Hemelse vader en dat is ook aan het begin beginnen. Door u te bekeren en over te geven aan de Heere Jezus Christus en om vanuit uw hart vergeving te vragen voor als uw zonden, zodat de duisternis geen vat meer op u heeft. Zodat u vrij mag Zijn in Hem.
- U neemt Jezus aan als Heer van uw leven en doet afstand van uw oude leven
- U belijdt oprecht uw zonden en gelooft dat Jezus hiervoor gestorven is aan het kruis
- dat Zijn bloed u reinigt van alle zonden en bevrijdt van alle duisternis
- dat u hierdoor vrede met God de vader mag hebben
- dat de Heilige Geest hierdoor aan u verzegeld is
- dat u hierdoor een kind van God bent geworden
- dat u Zijn Zegen en Liefde ZAL ervaren, en mag opgroeien als Christen.
Even los van of u uw oude leven met Christus in de dood brengt door de doop, staat er in de belofte van Zijn Woord en Testament geen andere wijze van hoe je erfgenaam moet worden van het Koninkrijk van God. Ga dan ook voor Zijn Woord en doe dan zoals Hij instructie en onderwijzing gegeven heeft en bidt voor ondersteuning en bemoediging van de Heilige Geest. Het is zinvol om hiervoor te bidden tijdens je handelen of wanneer je het even niet weet.
Veel zegen en ik zal voor je bidden
Ik zeg niet dat dat bij jou zo is maar het kan een excuus worden dat je het niet kunt.
En al kun je het niet altijd geloven, Hij zal je nooit loslaten!! Wacht er niet mee!