Heiligen in Christus
Ds. A. Goedvree | 3 reacties | 08-02-2011| 11:00
Vraag
De ene kennis zegt: we doen niet alleen zonde, we zijn zonde. De ander zegt: we zijn heiligen in Christus en legt daar het accent op. Dus het accent op dat we heiligen zijn en soms wel zondigen, maar dat zondigen niet meer onze natuur is, niet meer onze gezindheid is (als wedergeborenen). Hoe moet ik het accent nu leggen? Ik vind het tegenstrijdig! Paulus noemt de mensen wel steeds "heiligen".
Verder vraag ik me af: als er een zonde in je hersenen komt, bijvoorbeeld dat je een lelijke reactie op iemand terug wilt geven en die neiging voelt, is dat dan al zonde? Zo hoorde ik pas van iemand dat het dan nog geen zonde is, maar slechts een verleiding van de satan. Wij hebben dan de keuze of we ons mee laten voeren of dat we bidden om kracht en de geestelijke wapenrusting aandoen en zien op Christus en in Hem te blijven. Hoe zit dit?
Antwoord
Beste vragensteller,
Je verwarring is heel herkenbaar, want velen worstelen ermee. Je verwijst naar Paulus. Lees dan maar eens Romeinen 7, vers 13 tot en met 26. Hij verwoord daar dat de (wedergeboren) christen nog steeds veel worstelingen ervaart met z'n zonden en zondige natuur (vleselijk, verkocht onder de zonde). Was het maar zo dat het gewoon zwart-wit lag. Dat de ware christen geen zondige natuur meer zou hebben en dus ook niet meer zou zondigen. Dan wordt het simpel: ik zondig niet meer, dus ik ben een waarlijk wedergeboren christen. Echter, de ervaring leert dat zelfs de meest vaste christen (in geloof en heiliging) onderuit gaat in gedachten en daden. Denk maar aan David: als je ziet op zijn zonden kan je je niet voorstellen dat hij een kind van God, ja een man naar Gods hart, was. En toch was hij een vernieuwd mensenkind.
Luther sloeg de spijker op z'n kop toen hij stelde dat de christen "tegelijk rechtvaardige en tegelijk zondaar is" (simul justus et simul peccator). Dat kan alleen door het geloof in Christus. En de Heidelbergse Catechismus leert ons dat de bekering een zaak is van hoe langer hoe meer afsterven van de oude Adam, en een hoe langer hoe meer opleven van de nieuwe Adam. Dat is een levenslang proces. Soms vlamt de oude Adam op, aangevuurd door de duivel - ze hebben immers vanuit het paradijs een verbond gesloten. Dan komt de ingeving, en dan gaat die oude natuur daarin mee, neemt de vlam over. Maar de nieuwe natuur, aangevuurd door Gods Geest en Woord, moet daartegen strijden. Daarin zijn we afhankelijk van de Heere. Velen hebben de neiging om te stellen: ik ervaar een verleiding en die moet ik weerstaan, dan kan ik God laten zien dat het mij menes is met Hem. De zaken liggen anders: ik ervaar een verleiding, en daarmee moet ik direct vluchten tot de Heere en tot Zijn kracht. We zijn -nogmaals- afhankelijk van Hem.
Al je vragen en verwarring vragen uiteindelijk niet om een keihard standpunt. Wat het wel vraagt is een biddend leven, dicht bij de genade van Jezus Christus, dicht bij de kracht van de Heilige Geest, dicht bij het Woord van God.
Vriendelijke groeten,
Ds. A. Goedvree
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Goedvree
- Geboortedatum:16-06-1970
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Hellouw
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Luther als twee-mens wist het, had het door Gods genade leren kennen, tegelijk rechtvaardig en tegelijk zondaar. Wat een genade het te mogen weten gewassen te zijn in het dierbaar bloed van Christus. Niet meer in de 'staat van beschuldigde' maar in de 'staat van vrijgesprokene.' voor God te staan. Maar in het stuk van de heiligmaking worden we de grootste der zondaren.
Daar leren we niet zonden gedaan te hebben of zonde te doen, maar zondaar te zijn. Zonde te zijn! Dood in zonden en misdaden. En toch, geprezen zij de Heere, vrij, vrijgesproken!
Dan schuiven we verkeerde gedachten niet op de duivel. Luther zei eens: 'Arme duivel wat wordt hem veel toegedicht wat op onze eigen rekening moet worden gezet'.
Weet het en geloof het maar, we zijn dood in zonden en misdaden. En met gedachten, woorden en werken zondigen we ieder moment tegen God. Met 'ons', de oude mens zal het niet beter worden. Maar zegt Paulus: 'Ik dank God door Jezus Christus....'
Bekering is afsterven en opstaan. Doodgaan en Leven. En wat ik nu leef, zegt Paulus, dat leef ik door het geloof in de Zoon van God.
Een wedergeborene is niet dood in zonde en misdaden: Kol.2:13 En Hij heeft u, toen u dood WAS in de overtredingen en het onbesneden zijn van uw vlees, samen met Hem levend gemaakt door u al uw overtredingen te vergeven.
Ef.2:1 Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood WAS door de overtredingen en de zonden.
Zo goed snapte Luther het ook niet allemaal, want hij noemde de brief van Jakobus 'een stooien brief'.
En je bent niet tegelijk rechtvaardig en zondaar!! (zoals jij zegt) De nieuwe mens, dát is wie je bent en daar zit geen zonde bij, de oude natuur is er ook nog helaas…maar dat is niet wie je bent. Rom.6:11 Houdt het daarvoor dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levend zijt in Christus Jezus onze Heere.
1 Kor.6:11 ....maar u BENT geheiligd, maar u BENT gerechtvaardigd, in de naam van de Heere Jezus en door de Geest van onze God.
In Christus zijn we NU heilig EN rechtvaardig.
Een gelovige is een rechtvaardige en heilige die nog zonde doet vanuit de oude natuur Jak.3:2 Wij struikelen allen in veel opzichten…
Maar die oude natuur hoort niet bij de nieuwe mens!!
Rom.6:6 Dit weten wij dat onze oude mens met Hem gekruisigd is.
Rom.6:8 Als wij nu met Christus gestorven zijn…
Gal.2:20 Met Christus ben ik gekruisigd.
Kol.3:3 Want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God.
Die oude natuur die we nog hebben die hoort niet bij de nieuwe mens en de nieuwe mens, dát is wat je bent als je wedergeboren bent.
Door de Heilige Geest ontvangen we kracht om tegen onze oude natuur, tegen de zonde te strijden.
In Rom. 7 gaat het over een wedergeborene die in eigen kracht tegen de zonden wil strijden en omdat dat niet lukt krijg je het: ik ellendig mens. Hij wil wel maar kan niet!
In Rom.8 gaat het over een wedergeborene die wil en het ook kan, niet in eigen kracht maar door de Heilige Geest.
Een ongelovige die wil niet en hij kan niet, van hem geldt: je doet niet alleen zonde maar je bent zonde.