Vrouwelijke dominee bezoeken
Ds. A. de Lange | 18 reacties | 11-01-2011| 16:00
Vraag
Ik heb een vriend die naar een PKN-gemeente gaat waar vrouwen een ambt bekleden en een vrouwelijke dominee voorgaat. Ik voel me er heel onprettig, want ik weet dat dit niet Gods bedoeling is. Maar wat moet ik doen? Niet meer naar de kerk gaan als de vrouwelijke dominee spreekt? Mijn aanstaande schoonmoeder wil niet dat mijn vriend en ik naar een andere kerk gaan. En waar kan ik precies in Gods Woord vinden dat vrouwen geen ambt mogen bekleden?
Antwoord
In je vraag kom ik twee elementen tegen:
1. Direct: De vraag over Bijbelse gegevens aangaande vrouw en ambt en je eigen omgaan met kerkdiensten waar een vrouw voorgaat.
2. Indirect: De worsteling over het verschil tussen je eigen geestelijke/kerkelijke komaf en die van je vriend.
Ik wil kort op beiden ingaan.
1. Direct: De vraag over Bijbelse gegevens aangaande vrouw en ambt en je eigen omgaan met kerkdiensten waar een vrouw voorgaat. In de Bijbel kom je, met name in het NT, heel wat keren tegen dat vrouwen een taak vervullen in de gemeente. Vaak zijn het diaconale taken, hulptaken, de overdracht van het evangelie in persoonlijke en huiselijke sfeer en begeleiding van mensen op hun zoektocht. Denk aan de vrouwen die de Heere Jezus dienden (Luk. 8:1–3); Dorkas (Hand. 9:36); Priscilla (Hand. 18:26; Rom. 16:3); Tryfena en Tryfosa (Rom. 16:12); de weduwen (1 Tim. 5:9-10).
Als het gaat over leidinggeven en gezag dragen wordt er een grens getrokken: dat is niet voor de vrouw. De Heere Jezus koos alleen mannelijke discipelen, in vervolg op het feit dat rabbi’s en oudsten onder Israël alleen mannen waren. Paulus schrijft uitdrukkelijk neer dat hij de vrouw niet toelaat te leren (onderwijs geven in de officiële samenkomst van de gemeente) of over de man te heersen, maar houdt haar voor dat zij zich in stilheid leren laat. Hij fundeert dit in de schepping en laat de vrouw weten dat God haar de centrale positie gegeven heeft in het gezin en bij de opvoeding van kinderen (1 Tim. 2 : 11 – 15). In 1 Kor. 14 : 34 en 35 vinden we deze benadering eveneens.
In de laatste decennia zijn in verschillende kerken de ambten opengesteld voor de vrouw. Dit hing sterk samen met de veranderende plaats van de vrouw in de hele maatschappij.
Degenen die meegegaan zijn in de openstelling van het ambt voor de vrouw hebben dat meestal gedaan vanuit de opvatting dat de uitsluiting van het leer- en regeerambt voor de vrouw in de Bijbel cultuurbepaald is, en dat het in onze veranderde cultuur anders kan en mag en wellicht zelfs moet.
Degenen die niet meegegaan zijn in de openstelling van het ambt voor de vrouw hebben dat niet gedaan vanuit de opvatting dat de uitsluiting van het leer- en regeerambt voor de vrouw in de Bijbel gegrond is in het rolverschil dat God in de schepping aan man en vrouw heeft toegekend. Dit rolverschil is niet tijd- en cultuurbepaald. En het blijft ook in onze tijd volledig van kracht. Mijn overtuiging is dat de tweede opvatting de ons aangewezene is.
De praktijk leert ook dat achter de acceptatie van de vrouw in het ambt een andere schriftbeschouwing schuilgaat. Je ziet dat heel wat meer zaken in de Bijbel als menselijk en cultuurbepaald worden beschouwd. Er komt ruimte voor een heel andere geloofsbeleving en levenspraktijk.
Overigens: mijn grootste bezwaar tegen een vrouw in het ambt is niet dat ze vrouw is, maar de schriftopvatting die onderligt aan haar staan in het ambt. Ik ken vrouwen in het ambt, die ik heel wat liever heb dan sommige andere mannen in het ambt. Omdat ze bijbelser en rechtzinniger van opvatting zijn dan betreffende mannen. Het bezwaar dat ik ondertussen bij ze blijf houden, hoe hoog ik ze verder ook heb, is dat ze volgens de schrift niet in het ambt mogen staan.
2. Indirect: De worsteling over het verschil tussen je eigen geestelijke/kerkelijke komaf en die van je vriend.
Kennelijk heb je zelf van huis uit een behoudende kerkelijke achtergrond en je vriend heeft dat minder. Ik krijg verder de indruk dat zowel jijzelf als je vriend (in ieder geval zijn moeder) waarde hechten aan het (blijven) leven in wat je gewend bent. Ik weet niet hoever jullie zijn met het gesprek hierover. Op het punt van jouw meegaan naar kerkdiensten van de gemeente waar je vriend bijhoort, stel jij momenteel vragen vanwege de vrouwelijke ambtsdragers. Er leven wellicht wel meer vragen. Ik zou je aanraden om samen met je vriend er verder op door te praten hoe jij en hij kerkelijk en geestelijk gezien denken. Praat er over door hoe jullie het gewend zijn geweest. Wat nu belangrijk/onopgeefbaar voor jullie is. En hoe je in de toekomst samen je weg denkt te kunnen gaan.
Momenteel zul je het wellicht meemaken dat je vanuit het ouderlijk huis van jullie beiden meegaat naar elkaars gemeenten. Dat jullie ouders dat verwachten is ook te begrijpen. Ik zou in jouw geval het ook zo zien dat het meegaan naar de kerk van je vriend, ook als daar een vrouwelijke dominee voorgaat, hoort bij jullie verkeringstijd. Maar dat neemt niet weg dat je daar vanuit je opvatting en overtuiging bezwaren bij kunt hebben en houden.
Het kan in jullie verhouding twee kanten opgaan: 1. Of je groeit naar elkaar toe. En je kunt samen een bijbelse en een kerkelijke weg vinden die je voor Gods aangezicht mag gaan. 2. Of je groeit niet naar elkaar toe en merkt dat de verschillen in achtergrond en geloofsdenken niet te overbruggen zijn. Dan doe je er verstandig aan om te concluderen dat jullie samen geen basis hebben om met elkaar te kunnen trouwen.
Ik wens jullie licht en leiding van Gods Geest toe. Het belangrijkste voor ons allemaal, of we nu wel of geen verkering hebben, is dat Christus onze Liefste is.
Oldebroek,
Ds. A. de Lange
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. de Lange
- Geboortedatum:06-03-1960
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Nieuw-Lekkerland
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Hoe weet vraagstelster dit dan? Het is weer een vraag in de categorie: 'ik vind iets maar waar kan ik daar de Bijbelse argumenten bijvinden'. Het lijkt me niet dat je ooit tot een nuancering van je mening kunt komen. Bovendien is dan je mening niet gestoeld op Gods Woord maar op een bepaald gebruik binnen jouw traditie. Dat is natuurlijk prima, maar niet wat je noemt 'schriftuurlijk onderbouwd'.
Het hoeft dus de omgang met elkaar niet te schaden als we oprecht zijn over onze bedoelingen.
Slechts één kritiekpuntje: de weduwen van I Tim. 5 hadden geen bijzondere taak; althans niet voorzover blijkt uit dit schriftgedeelte (zie vooral vers 16).
Toch waren er ook toen een Aquila en Priscilla die de gemeente onderwezen 1 Kor.16-19
Kanttekenaren bij 12 Namelijk: in het verbreiden der Evangelische leer, waarin zij naar hunne gelegenheid en beroeping het beste deden.
Dit komt een vrouw niet toe, en is niet haar taak. Is een vrouw daar niet geschikt voor? Dat is de vraag niet! Een vrouw als Mientje Vrijdag liet men rustig het gezelschap afsluiten met gebed. Niemand die daar bij-gedachten bij had. En ze deed het op een wijze, met veel gebedsgaven, die het hele gezelschap stil deed vallen. Maar Mientje zou er niet over geprakkizeerd hebben in de ouderlingenbank te gaan zitten. Het regeerambt is, en ik bedoel het niet vrouw-onvriendelijk, een mannelijke taak en opdracht. Dus ook niet een diacones voor zover het regeer-taken betreft. Het is een typische vraag van deze tijd, die altijd opnieuw het wiel wil uitvinden. Het is niet de vraag of een vrouw het ook zou kunnen, of er geschikt voor zou zijn. Het heeft de Heere niet goed gedacht de vrouw met deze taken te bedelen. Een zich gereformeerd noemend christen heeft dan ook in een kerkdienst met een vrouwelijke predikant, ouderling of diaken niets te zoeken. Nogmaals wel deze dames ook met normale beleefdheid en respekt behandelen. Ik hoorde eens van een predikant die een vrouwelijke ouderling in een ziekenhuis, die tegelijk met hem op bezoek was, weigerde de hand te schudden. Hij had, naar mijn oordeel, best mogen zeggen dat hij haar ouderlingschap niet kon meemaken, maar hij had haar als burger wel moeten begroeten. De rechtvaardige kent tijd en wijze.
Een christen behoort zich te laten gezeggen door de Bijbel. Die is niet tijd of cultuur gebonden. We hebben ons dus niet af te vragen hoe men tegenwoordig tegen bepaalde zaken aankijkt. Allen Gods Woord is hierin richtinggevend. Wie eerlijk leest zal niet tot een andere conclusie kunnen komen. Het regeer-ambt is niet aan de vrouw gegeven. Of we dat nu leuk vinden of niet!
De kanttekenaren lopen duidelijk vast met die dochters van Filippus, net als jan_we, want die dochters waren toch duidelijk ambtdragers.
Over ‘door de Bijbel te laten gezeggen’ gesproken.
vr. gr.
Eveneens zegt de context van Joël 2:29 dat het ambt aller gelovige ook de vrouw toekomt.
Natuurlijk kun je vanuit de Bijbel aantonen dat vrouwelijke ambtsdragers niet toegestaan zijn.
Ik denk zelf dat vrouwelijke ambtsdragers niet de bedoeling is. Maar als andere christenen nu diezelfde tekst eens wat anders lezen en uitleggen? Zijn ze dan meteen geen christenen meer?
Er zijn christenen die de tekst van Paulus in 1 Korinthe 11 over de hoofdtooi van de vrouw als tijdgebonden zien, en de tekst in 1 Timotheüs 2 over het ambt van de vrouw opeens als altijd geldend zien.....
Persoonlijke noot: Ik ben jaren geleden in een kerk geweest waar een vrouwelijke predikant voorging.
De strekking van haar preek was: Zonder Christus is je leven dor en voor altijd doods. Maar als God in je leven komt en Zijn woord van macht spreekt, dan moet de satan wijken. Dat is mij op het hart gebonden, en dat heb ik ook in gebed bij God gebracht. En dat gebed heeft Hij genadig willen verhoren!
Dus ik ben niet voor vrouwelijke ambtsdragers, maar als mensen daar anders over denken, dan zal ik ze niet afkeuren of anders behandelen. God kan ook werken op een manier waarvan wij denken dat het niet goed is.
Een vriendin van ons is ook predikant. Ik luister liever naar haar dan naar menig andere (mannelijke) predikant. Dit daar zij heel duidelijk de heiligheid en souvereiniteit van God benadrukt, en eerlijk vertelt dat een mens opnieuw geboren moet worden wil het goed zijn.
Er is voor vrouwen alle ruimte in de gemeente, maar het regeer en opzienersambt valt daar heel duidelijk buiten. Ik snap niet hoe mensen dit anders kunnen lezen zonder een aantal vreemde manoevres te maken. Laten we buigen voor het Woord.
Ik hoop niet dat je boos wordt, en ik hoop dat het kan lijden wat ik nu schrijf, maar ik begrijp werkelijk niet hoe je het bij elkaar krijgt. Als Paulus zegt dat hij niet toelaat dat vrouwen in de gemeente spreken, maar wil dat zij in stilheid zij, dan is dat niet voor tweeerlei uitleg vatbaar. Tenzij jij een ander ABC hebt geleerd dan ik. Bovendien had Christus 12 mannelijke apostelen. Hij had wel dicipelinnen, maar zij zijn nooit Apostel geworden. Laten we niet wijzer willen zijn dan God. Voor Christus en in Zijn gemeente zijn man en vrouw gelijkWAARDIG, maar niet gelijkSOORTIG. Ds. Doornenbal heeft eens gezegd: "Een vrouwelijke ambtsdraagster heeft 2 fouten. Zij vermeerdert het aantal preken, en vermindert het aantal vrouwen.
Cultuur van +/- 4000 voor Christus tot jaar 0 van 0 tot +/-1900 is die nooit veranderd?? Dat is bijna 6000 jaar cultuur, de cultuur is die tijd ook veel veranderd, Toch mannen in het ambt.
Zo een 4000 jaar --in de tijd-- van de Bijbel man in ambt. Heere bestuurde het volk Israel in die 4000 jaar. Toen is ook de Bijbel geschreven.
Binnen 200 jaar omdat de cultuur veranderd; vrouwen in het ambt? dat is volgens mij geen steekhoudend argument.
Iets als basis hebben is nog niet altijd de waarheid!!! Gods woord is waarheid.
Er zullen best dienaressen in de gemeente zijn geweest met diakonale taken. Paulus heeft het dan over oudere weduwen van onbesproken gedrag. Hier is ook niets op tegen. Ik ken gemeenten met een diakonale hulpdienst voor gemeenteleden met ziekte of andere hulpvragen. Die wordt volledig gerund door vrouwen. Voor zover een diaken regeertaken heeft komt dit een vrouw niet toe. Kijk maar naar het hoofdstuk in Handelingen over de aanstelling van de eerste diakenen. Ook hier waren het alleen mannen, onder andere Stafanus. Ik zeg dus niet dat er geen werk in de gemeente of verantwoordelijkheid voor haar zou zijn. De Bijbel leert ons echter expleciet dat regeertaken niet voor een vrouw zijn. Niet omdat ze het niet zou kunnen, maar omdat God het niet heeft gewild.