Lijden om Christus' wil
Ds. P. Koeman | 3 reacties | 02-11-2010| 16:58
Vraag
Wanneer is iets: lijden om Christus' wil en wanneer niet? Heeft dat altijd te maken met vervolgingen vanwege je geloof of ook als mensen het je moeilijk maken omdat ze je gewoon niet mogen en je Christus probeert te volgen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Dank voor deze vraag. Lijden om Christus wil betekent, dat een gelovige terwille van zijn/haar Meester en om Zijn evangelie te maken krijgt met allerlei vormen van lijden. Dat kan fysiek lijden zijn o. a. door marteling, maar ook mentaal door hoon en smaad, door discriminatie e.d. Duidelijk wordt van de kant van degenen die je doen lijden, dat het inderdaad alles te maken heeft met de Persoon van je Heiland en met het belijden van Zijn Naam en werk. Je getuigenis en je voorbeeld raken blijkbaar de ander(en) en roepen tegenacties op. Je moet wel proberen goed te onderscheiden: roep ik zelf door mijn gedrag irritaties op en geef ik zelf aanleiding tot, dan mag je proberen jezelf op dit punt goed te onderzoeken en zo mogelijk je attitude bespreekbaar te maken.
Gaat het echt om het belijden van Hem dan mag er veel gebed om kracht en tact met volharding voor jezelf zijn, alsook voor degene(n) die je willen laten lijden, opdat zij tot inkeer komen. In de eerste brief van Petrus wordt de nodige handreiking in deze geboden.
Zegen en wijsheid van God gewenst.
Met hartelijke groet,
Ds. P. Koeman
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. Koeman
- Geboortedatum:16-04-1941
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader. 16 Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. 17 Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden (!!), is dat om ook te delen in zijn verheerlijking(!!).
Indien wij dus delen in Zijn lijden, delen wij ook in Zijn verheerlijking.
Welk lijden is dat nu geweest? De verloochening, de geseling, de doornenkroon, de bespotting etc. Ja, maar de allermeeste van ons zullen dit niet meemaken, maar wel kunnen en zullen we deelhebben aan het lijden van Christus zoals dat in Zijn getuigenis naar voren komt dat hij gedurende Zijn omwandeling op aarde getuigde dat Hij niet gekomen was om Zijn wil te doen maar alleen maar de wil van Zijn vader. Jezus had Zijn eigen wil kunnen doen en zich verdedigen, zich rechtvaardigen, zich ergeren, etc., maar dat alles heeft Hij niet gedaan. Hij was immers zonder zonde. Dus zonder te zondigen. Hebr. 5 vers 7; Tijdens zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen onder sterk geroep en tranen geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord uit zijn angst. De angst n.l. om te zondigen door toch Zijn eigen wil te doen en niet die van Zijn vader.
Jezus heeft aldus de zonde in het vlees gedood tijdens zijn leven door nooit te voldoen aan Zijn menselijke natuur die Hij bij de geboorte had meegekregen.
Voor ons geldt nu, wanneer wij discipelen zijn met een zelfde lijden: n.l nooit toegeven aan de zondige neigingen in ons vlees (volgens de aan ons geschonken genade en kracht).
Dat brengt HET lijden naar Gods wil met zich mee.
2 Cor. 4: 10,11;
10 te allen tijde het sterven van Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook het leven van Jezus zich in ons lichaam openbare. 11 Want voortdurend worden wij, die leven, aan de dood overgeleverd, om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus zich in ons sterfelijk vlees openbare.
Hier gaat het om: het leven van Jezus gaat zich in ons openbaren omdat wij ook vrijwillig uit liefde tot Hem en Zijn Vader niet aan de begeerten van het vlees meer willen voldoen.
Dat brengt een zegenend lijden met zich mee, waardoor wij meer en meer afgestorven raken aan de zonde die in het vlees leeft. Dit gebeurt o.a. in de vuurgloed die tot beproeving dient om ons, als oprechte gelovige, te reinigen van de wortel van de zonde.
Daarom krijgen wij ook deel aan Zijn erfenis, die in de hemel is weggelegd voor Zijn bruid.
Dan heeft satan geen claim meer op ons. Wij zijn van Hem en door Zijn Geest worden wij bewaard.