Broeder ergeren
Ds. H. D. Rietveld | 7 reacties | 22-06-2010| 11:30
Vraag
In 1 Korinthe 8: 13 staat: "Daarom, indien de spijs mijn broeder ergert, zo zal ik in eeuwigheid geen vlees eten, opdat ik mijn broeder niet ergere." Ik hoor dit altijd als volgt uitleggen: je kunt beter de minste zijn als iemand aanstoot neemt aan dingen die op zich niet echt verkeerd zijn. Maar nu hoorde ik laatst een uitleg van iemand die zei dat ergeren hier niet de betekenis heeft van irriteren. Het zou hier gaan om het principe dat je geen struikelblok mag zijn voor je broeder die zwak is en daardoor ten val kan komen en verloren kan gaan. Zoals Jezus ook eens zei dat het diegene die één van deze kleinen ergert beter zou zijn als er een molensteen om zijn hals was gedaan en hij in de diepte der zee geworpen zou worden. Een voorbeeld: wijn is niet verboden, maar als er een zwakke broeder aanwezig is die niet met alcohol om kan gaan, dan is het beter dat je niets drinkt vanwege je broeder die anders ten val kan komen en de kans loopt niet meer overeind te kunnen komen. Nu valt het mij op dat deze tekst heel vaak wordt gebruikt om tradities vast te blijven houden. Bijvoorbeeld in de kerk met de liturgie, of het feit dat je geen broek mag dragen. Die gedachten zou dan allemaal moeten handhaven met een beroep op die tekst. Maar wat betreft die dingen is er toch geen sprake van dat een broeder daardoor kan struikelen en hij gaat daardoor al helemaal niet verloren. Niet dat ik uiterlijke dingen onbelangrijk vind, maar veel dingen zijn persoonlijk en dan mag die tekst toch niet te pas en te onpas gebruikt worden? Het is een soort dwangmiddel geworden, terwijl de tekst eigenlijk een heel andere betekenis heeft.
Antwoord
Inderdaad betekent het woord “ergeren” in de aangehaalde tekst (en ook in Matt. 18: 6-9) niet: irritatie oproepen, maar door je gedrag een medechristen aanleiding geven tot afval van het geloof of terugval in heidense gewoonten, die tot afval kunnen leiden. Paulus bedoelde immers het vlees eten tijdens de heidense offermaaltijden van de gilden (beroepsverenigingen) in Korinthe, waar sommige christenen voor zichzelf vrijmoedig aan deel namen. Het is ook waar dat deze tekst vaak gebruikt wordt om veranderingen in de liturgische traditie af te weren. Ik moet ook toestemmen dat daardoor niet iemand verloren zal gaan.
Toch is de strekking van deze woorden van Paulus onmiskenbaar deze: houdt rekening met gevoelens van anderen. Van bepaalde dingen kun je weten dat ze in een gemeente gevoelig liggen en dan moet je nooit uitdagend iets toch maar doen. Die mentaliteit van: ”ik doe het toch maar, wat ze er ook van vinden” keurt Paulus altijd af. Dat is dan inderdaad een eigen geloofsvrijheid waarvan je al weet dat die tot irritatie van anderen leidt en daar kun je toch geen gerust geweten voor God bij hebben? Het komt altijd aan op liefde en inlevingsvermogen. Zeker van middelmatige dingen moeten we voor onszelf nooit een hoofdzaak maken, waardoor we verbitterd zouden kunnen raken.
Ook is het goed na te gaan waaróm bepaalde dingen in de traditie zo zijn (geworden). Vaak is er een goede reden voor aan te wijzen. Maar daar moet je wel voor willen open staan. Anderzijds zijn er inderdaad ook dingen heel betrekkelijk en aan een bepaalde tijd gebonden. Daar hoort ook de manier van kleden bij. Houd het maar stemmig (=eerbiedig) en stichtend (= opbouwend) zou ik met Paulus zeggen (1 Kor. 10: 31,32,33). Ik duid het nu maar algemeen aan omdat ik niet in onvruchtbare discussies wil belanden. Daar had Paulus ook een hekel aan (1 Kor. 11: 16 en Rom.14:1).
Ds. H. D. Rietveld
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. D. Rietveld
- Geboortedatum:06-11-1947
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nijkerk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
emeritus
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Het kan toch niet zo zijn dat het van één kant moet komen?
Maar ik denk dat het goed is om ons aan de oorspronkelijke tekst te houden, waar het woord ergeren de betekenis heeft van een ander laten afvallen van of struikelen over het geloof. Laten we niet te pas en te onpas met deze tekst gooien om toch vooral ons gelijk maar te halen!
Ik zou niet willen dat iemand afgeleid zou worden door mij.
Hoed op ? Prima, maar dan geen slagschip die het zicht voor ieder erachter ontneemt.
Ik erger me niet zo snel, maar verwonder me wel soms.
Maar als bijv de algemene regels in een kerk zijn, geen lange broek voor vrouwen, doe ik dat niet. (sowieso niet trouwens) hoed op: geen probleem.
Geen "blote" kledij. Dat soort dingen.
Als een broeder zich aan mij ergert dan zal ik geen vlees eten, zoals in Korinthe staat. MAAR: de broeder die het aangaat moet tevens zichzelf de spiegel voorhouden en erkennen dat hij zwak staat in het geloof!
Uiteindelijk is het de Geest, welke werkzaam is in een mens, Die tot de overtuiging zal voeren wat voor hem of haar het meest gepast is. Dat kan voor de ene gelovige wat anders liggen dan voor de andere. Daarom vermaant Paulus ons ook de ander nier te veroordelen. Veroordelen omdat een ander niet zo is of denkt zoals ik komt uit het vlees en heeft nog NOOIT iets goeds uitgewerkt.
Dankbaar te zijn voor elkaar en elkaar op het hart te dragen is wel Christelijk, los van welke gewoonte of verschijningsvorm dan ook.