Argumenten tegen de kinderdoop
Ds. J.L. Schreuders | Geen reacties | 30-11-2001| 00:00
Vraag
Ik heb een vraag over de kinderdoop. Ik heb gezien dat hier al enkele keren een vraag over gesteld is, maar toch is me nog niet alles duidelijk. Mijn vader is van huis uit tegen de kinderdoop, terwijl mijn moeder ons toch heeft laten dopen. Laatst heb ik het hier nog met mijn vader over gehad. Net als mijn opa, van wie we mogen geloven dat hij bekeerd is, is mijn vader er zeker van dat de kinderdoop niet goed is. Hij heeft me een boekje gegeven met bezwaren tegen de kinderdoop. En eerlijk gezegd ben ik nu gaan twijfelen. Eigenlijk vind ik de argumenten die tegen de kinderdoop pleiten sterker dan die voor de kinderdoop zijn. Ik zal enkele van deze bezwaren noemen:
-Bij de kinderdoop worden de twee verbonden vaak door elkaar gehaald: het genadeverbond en het verbond met Abraham. In Hand. 2:39 wordt gewoon het genadeverbond bedoeld.
-De kinderdoop leidt net zoals de besnijdenis tot dienstbaarheid.
-Er staat wel dat er hele huisgezinnen gedoopt werden in het NT, maar hier staat bij dat hun gehele huis ook gelóófde.
-De doop is alleen een teken, geen zegel. Voor Abraham was het een zegel voor zijn geloof, maar voor Izak was het enkel een teken. Zo ook met de kinderdoop. Een kind kan toch niet geloven, dus kan het toch ook geen zegel zijn?
-Door de doop bepaalt de mens de richting van het kind en wordt dat niet overgelaten aan Gods vrijmacht.
-Het verbond van de besnijdenis is vernietigd en aan het kruis genageld.
-De doop is niet bedoeld als een muur des afscheidsels en daarom mogen degenen die niet gedoopt zijn niet geweerd worden van het lidmaatschap en van het HA. -Als de doop i.p.v. van de besnijdenis gekomen is, waarom is Christus nadat Hij besneden was toch nog gedoopt door Johannes.
-De doop wordt een pleitgrond genoemd. Maar je kunt toch enkel zalig worden uit genade? Als er een pleitgrond zou zijn, dan lijkt het net of de mens ook nog een bijdrage aan zijn zaligheid kan leveren.
Antwoord
Korte reactie op genoemde bezwaren tegen kinderdoop.
1).Je stelt dat bij de kinderdoop vaak de twee verbonden door elkaar worden gehaald. Het onderscheid dat je maakt tussen het genadeverbond en het verbond met Abraham is onjuist. Het verbond met Abraham was genadeverbond. Dat wordt inderdaad ook bedoeld in Hand. 2:39 (zie ook Hand. 4:25) ''U komt de belofte toe'' wordt gezegd tegen Joden, die op het Pinksterfeest aanwezig zijn èn jodengenoten (mèt hun kinderen!) Daar mogen wij in mededelen als erfgenamen van datzelfde verbond dat God met de vaderen heeft opgericht.
2).Dat kinderdoop tot dienstbaarheid leidt, zie ik niet in. De besnijdenis deed dat trouwens ook niet. Zij was teken en zegel van het verbond der genade. Het vertrouwen op het uitwendig teken en het roemen op de besnijdenis i.p.v de God van de besnijdenis, dà t leidt tot dienstbaarheid, want dat is een zoeken uit de wet gerechtvaardigd te worden. Maar dan heb je wel besnijdenis en doop verkeerd verstaan.
3).In Hand.16:15 staat niet(!) Dat Lydia's huisgezin ook geloofde. Wel Lydia zelf. Toch wordt zij met haar huisgezin gedoopt. Ook in 1 Kor.1:16 wordt over het dopen van een huisgezin gesproken zonder dat er van het geloof van alle individuen binnen dat gezin gesproken wordt.
4).Je zegt: Voor Abraham was het zegel, voor Izaäk niet. Waarop grond je dat? Voor Abraham was het inderdaad een zegel. Echter, geen zegel op zijn geloof, maar op de gerechtigheid des geloofs (Rom. 4:1). M.a.w. niet Abrahams geloof werd verzegeld, maar de belofte van rechtvaardiging, die Abraham in het geloof omhelsde! DÃ t geldt voor Izaäk en voor ons idem dito. Ook nu geldt dat bij de doop niet ons geloof of geloven wordt bevestigd. Maar de belofte van God, die aan ons geloven vooraf gaat. Die verzegelde belofte mag en moet door ons geloofd worden.
5).Dit is een slecht argument. Wij hebben inderdaad de richting van onze kinderen te bepalen. Een Israëliet moest zijn kinderen, Gods verbond en woorden inscherpen! Wie met een beroep op Gods vrijmacht dat nalaat en zij kinderen vrijlaat, vraagt erom dat zij de verkeerde kant zullen opgaan. Je kind heeft namelijk een van nature weerspannig hart. Dat mag niet onderschat worden. Ouders moeten alle moeite doen om onder het beding van Gods zegen hen als een verbondskind te leren leven.
6).Het verbond van de besnijdenis is vernietigd en aan het kruis genageld; zeg je. In Koll. 2 staat echter niet dat het verbond gekruisigd is, maar de wet die ons veroordeelt, omdat wij haar niet gehouden hebben. Die heeft Christus meegenomen het kruishout op! Daarmee heeft ze over alle gelovigen haar verdoemende kracht verloren.
7).De doop is geen muur des afscheidsels; zeg je. Nee, dat is ze inderdaad niet. Er is één doop voor Jood en heiden, omdat er één Heere is die rijk is over allen. Dat betekent echter niet dat je zonder doop lid van de kerk en avondmaalsganger kunt zijn. De doop is een instelling van God, die evenmin als de besnijdenis in Israël, mag worden verontachtzaamd. In Israël hoorden besnijdenis en pascha zonder meer bij elkaar. Zonder doop (en belijdenis) geen avondmaal!
8).Christus is én besneden én gedoopt, omdat Hij op het snijvlak van oude en nieuwe bedeling staat. Hetzelfde geldt van de apostelen en de Joden die bijv. op de Pinksterdag tot bekering kwamen. Ook nu zal trouwens een besneden Jood die Christus leert kennen nog gedoopt moeten worden. Dat neemt niet weg dat de geestelijke inhoud van doop en besnijdenis dezelfde is. Het uiterlijke teken is echter verschillend. Sinds de bloedstorting van Christus is dat onbloedig geworden. Overigens is Christus gedoopt, omdat hij ten volle met de zondaren één wilde zijn.
9).De doop als pleitgrond? Ja, maar geen pleitgrond van enige verdienste natuurlijk. De pleitgrond is de genadige belofte van God. Dat heeft niets te maken met ''een bijdrage aan je zaligheid leveren''
Hopelijk zijn deze antwoorden enigszins verhelderend.
Ds. J. L. Schreuders
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.L. Schreuders
- Geboortedatum:24-08-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Boven-Hardinxveld
- Status:Actief