Dienaar van God en een kind van God
Ds. W.G. Hulsman | Geen reacties | 22-03-2005| 00:00
Vraag
Wat is het verschil tussen een dienaar van God en een kind van God? Dienaar klinkt als een soort 'slaaf'.
Antwoord
Je hebt kennelijk moeite met het woord “dienaar”. Liever gebruik je de aanduiding “kind van God”. Op zich is dat laatste ook een hele mooie aanduiding en hele bijbelse aanduiding. Maar niet minder geldt dat van “dienaar van God” of “dienaar van Christus” (1Thess. 3:2; Rom. 15:8; 1Tim. 4:6). Nog veel vaker wordt er in de Bijbel gesproken over het dienen van God en het dienen van Jezus Christus (Ex. 8:20, Ex. 10:26; Ps. 102:22, Rom. 14:18). En Paulus noemt zich in Rom. 1:1 een dienstknecht van Jezus Christus. Daar gebruikt hij een woord dat eigenlijk slaaf betekent. En zo is het veel vaker in de Bijbel. Dus: het klinkt vaak niet alleen als “slaaf”, maar er staat dan in wezen ook slaaf.
Als je dat zo oppervlakkig bekijkt, is dat niet aantrekkelijk. Wie wil er nu slaaf zijn? Niemand. Ondertussen zijn we het wel. Voordat je slaaf van Christus wordt, ben je een slaaf van de zonde (Rom. 6:6) of van de ongerechtigheid (Rom. 6:19) of van de wellusten (Titus 3:3). Jezus zegt: “Wie de zonde doet, is een dienstknecht (slaaf) van de zonde” (Rom. 8:34).
J. C. Ryle schrijft ergens: “Iedere zonde heeft een hele schare ongelukkige gevangenen, aan handen en voeten gebonden door ketenen... De stakkers pochen soms dat ze heerlijk vrij zijn... Een ergere slavernij is er niet. De zonde is een ongenadig harde meester. Ellende en teleurstelling onderweg, wanhoop en hel aan het eind - dat is het enige loon dat de zonde aan haar dienstknechten uitbetaald.”
Ondertussen wil men de mensen laten geloven dat ze pas echt vrij zijn als ze los God en van Christus. Maar de Bijbel toont ons iets anders. Die laat zien dat je pas echt vrij bent, als je leeft in het geloof. “Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zult gij waarlijk vrij zijn” (Joh.8:36).
Maar hoe zit het dan met dat dienaar zijn, met dan slaaf zijn? Dat is geen hard juk dat ons opgelegd wordt. “Mijn juk is zacht”, zegt Jezus. Het is een heerlijke dienst. “Dient de Heere met blijdschap”, lezen we in Psalm 100. Er is vreugde en vrede in dit dienen. Er is geen betere Heere die we kunnen dienen dan Christus. Hij heeft alles voor ons over gehad aan het kruis. Zouden we Hem dan niet dienen? Mag Hij het niet over ons te zeggen hebben? Is het niet een voorrecht om Zijn eigendom te zijn? Moet ons dienen niet tot uiting komen in gehoorzaamheid en toewijding aan Hem?
Je kunt beter dienaar van de Heere zijn, dan van de zonde!
Ds. W. G. Hulsman
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W.G. Hulsman
- Geboortedatum:08-11-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus