Ongerechtigheid der vaderen
Ds. J.L. Schreuders | Geen reacties | 17-06-2009| 14:06
Vraag
Ik heb een vraag na aanleiding van Exodus 34:7: “Die de schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, en aan de kindskinderen, in het derde en vierde geslacht.” Hoe wordt dit bedoeld, met name van dat derde en vierde geslacht?
Antwoord
Hartelijk dank voor de vraag. Het wordt precies zo bedoeld, als in de wet van God bij het tweede gebod. "Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen in het derde of vierde lid (geslacht ) dergenen, die Mij haten.” Ook daar staat met zoveel woorden, dat God het kwaad der vaderen aan kinderen straft. Is dat geen onrecht van God? Nee, want er staat bij: dergenen die Mij haten. D.w.z. De Heere doet dit in het geval -zoals helaas maar al te vaak gebeurt- de kinderen in het haten van de vaderen voortgaan. Dan stapelt zich de zonde van geslacht tot geslacht op en dan komt het op enig moment (na geduld) enkele geslachten later tot uitkering. Het geldt dus niet als de kinderen zich van de zonde van hun vaderen bekeren. In dat geval geldt , dat de zoon niet dragen zal de ongerechtigheid van zijn vaderen. Zie Deut. 24:16; 2 Kronieken 25:4; 2 Koningen 14:6; Ezechiel 18;20 en Jer. 31:30. Het betreft dan dus ook geen mensen meer, die Hem haten. Dat deden wel de vaderen, maar niet de kinderen. Zij hoeven dan ook niet voor afrekening van zonden van het voorgeslacht te vrezen. Een ieder zal om zijn eigen zonden sterven, de kinderen niet voor die van de vaders, maar ook niet andersom. Gaat men echter geslacht op geslacht in het zondigen voort, dan moet niet vreemd opkijken als God op enig moment een streep trekt en opeengestapelde zonden vergeldt.
Hopelijk is het je nu duidelijk geworden.
Ds. J. L. Schreuders
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.L. Schreuders
- Geboortedatum:24-08-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Boven-Hardinxveld
- Status:Actief