Simson, een Nazireër
Ds. M. Pronk | Geen reacties | 08-05-2009| 00:00
Vraag
Beste ds. Pronk. Enkele weken terug had u een preek over Simson, in Veenendaal. Een hele mooie preek. Ik heb alleen een vraag. U zei dat omdat Simson een Nazireër was, hij geen doden mocht aanraken. Hoe zat het dan met de Filistijnen die hij doodsloeg of de leeuw die hij gedood had waar hij later de honing uit haalde? Dan had hij toch iets wat dood was aangeraakt?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Dank voor je vraag naar aanleiding van een preek over Simson. Een vraag welke niet zo gemakkelijk te beantwoorden valt. In Richteren 13 wordt de geboorte van Simson aangekondigd door een Engel des HEEREN aan een naamloze vrouw. De naam van haar man wordt wel vermeld: Manoah. Deze vrouw zal zwanger worden en een zoon baren. De levenstaak van haar zoon zal zijn dat hij beginnen zal om Israel te verlossen uit de hand van de Filistijnen. Hij zal een nazireeër Gods zijn vanaf de ontvangenis in de buik van zijn moeder. Over een nazireeër lezen we in Numeri 6. Nazireeërs zijn mannen of vrouwen die een gelofte afleggen om zich voor een bepaalde tijd aan de HEERE te wijden. Zij doen dat geheel vrijwillig. Zij hebben in deze afzondering en wijding bepaalde voorschriften in acht te nemen. Er worden drie eisen genoemd waaraan zij tijdens het nazireeërschap zich dienen te houden. Niets van de wijnstok drinken of eten. Het hoofdhaar laten groeien. Geen gestorvene aanraken.
Wanneer je Richteren 13 aandachtig leest vallen enkele zaken op. Gaat het in Numeri 6 over een tijdelijk nazireeërschap, Simson zal een nazireeër zijn voor het gehele leven. Omdat hij nazireeër zal zijn vanaf de ontvangenis behoort zijn moeder zich ook aan bepaalde voorwaarden te houden. “Zo wacht u toch en drink geen wijn noch sterke drank en eet niets onreins.” Ik neem aan dat zij zich hieraan diende te houden tot de geboorte van haar kind of tot het ogenblik dat hij zelf aan deze eisen kon voldoen.
Van Simson wordt slechts gezegd dat er geen scheermes op zijn hoofd zal komen. Zijn afzondering en toewijding aan de HEERE komt dus vooral openbaar in zijn lange loshangende haarlokken. Behoeft Simson als nazireeër voor het leven zich alleen te houden aan de haargroei of gelden toch alle drie de bepalingen voor hem? Sommigen menen dat het eerste het geval is. In dat geval zijn jouw vragen vlug beantwoord. Ik ga uit van het laatste. Hij had zich te houden aan de drie bepalingen.
Ook bij Samuel valt de nadruk op de kwestie van de haargroei. Hanna, de kinderloze vrouw van Elkana, legt haar nood voor de Heere neer en belooft Hem: “ ...en uw dienstmaagd niet vergeet, maar geeft aan uw dienstmaagd een mannelijk zaad, zo zal ik dat de HEERE geven al de dagen zijns levens en er zal geen scheermes op zijn hoofd komen”(1 Samuel1:11).
Bij de profeet Amos kom je ook de nazireeërs tegen. In een aanklacht tegen het volk dat haar roeping om de Heere te dienen en haar leven Hem te wijden niet volbrengt. “En Ik heb sommigen uit uw zonen tot profeten verwekt en uit uw jongelingen tot nazireeërs; is dat niet alzo, gij kinderen Israels, spreekt de HEERE. Maar gij hebt de nazireeërs wijn te drinken gegeven en gij hebt de profeten geboden zeggende: Gij zult niet profeteren ” (Amos 2, 11 en 12). In plaats van naar de geestelijke leidslieden te luisteren, hebben de Israelieten gepoogd hen in hun roeping te verhinderen. In deze verzen valt de nadruk op het gebod geen wijn te drinken.
Bezie je het leven van Simson dan merk je dat hij vaak langs het randje gaat. We lezen in hoofdstuk 14 dat hij van de weg afgaat en door de wijngaarden trekt. Tijdens de bruiloft is veel gegeten en gedronken. Hij kwam daardoor wel in verzoeking. Ik neem aan dat in gehoorzaamheid aan zijn toewijding aan de HEERE hij niets van de wijnstok heeft gebruikt. Je weet dat hij een leeuw op zijn weg trof. De Geest des HEEREN greep hem aan en hij scheurde de leeuw als een bokje uiteen. Later ging hij nog eens langs en schraapte de honing uit het karkas. Onvoorziens kwam hij in aanraking met een dood dier. Nu wordt in Numeri 6 over het aanraken van een gestorven mens en niet van een dood dier gesproken, maar in Leviticus 11: 24,25 staat dat ook het aanraken van een dood dier onrein maakt.
In Numeri 6 wordt een aantal verzen gewijd aan het geval dat een nazireeër onverwachts en onopzettelijk toch met een dode in aanraking kwam. Hij moest zich reinigen door op de zevende dag zijn haar af te laten scheren en op de achtste dag een zondoffer en een brandoffer te brengen, daarna moest hij zich opnieuw aan het nazireeërschap wijden. We lezen niet in Richteren 14 of Simson overeenkomstig deze bepalingen heeft gehandeld. Sprak hij daarom met zijn ouders niet over het gebeurde met de leeuw?
Simson heeft Filistijnen gedood. Dus was hij door het aanraken van die dode lichamen onrein. Maar je zou kunnen opmerken dat hij door het doden van de Filistijnen, de aartsvijanden van Israel, zijn roeping volbracht. Hij zou immers beginnen om Israel van de Filistijnen te verlossen. En dat maakte hem niet onrein.
Laat ik nog even op die drie bepalingen ingaan. Waarom niets van de wijnstok aanraken? Wanneer een priester de tent der samenkomst ingaat mag hij geen wijn of sterke drank drinken, op straffe des doods (Lev.10:9). De bepalingen voor een nazireeër zijn veel strenger.
Hij mag totaal niets van de druiven gebruiken, zelfs niet de velletjes en pitten. Sommigen wijzen er op dat bij heidense volken het gebruik van alcohol een rol speelde bij de dienst aan de afgoden. Israel, als het volk des HEEREN, dient zich verre van alle afgodische praktijken te houden. Paulus schrijft aan de Efeziers: “ En wordt niet dronken in de wijn waarin overdaad is, maar wordt vervuld met de Geest” (Ef.5:18). Sterke drank benevelt. Een christen mens dient zich te laten leiden door Woord en Geest.
Geen dode aanraken. De dood hoort niet bij God, maar bij de onreinheid van de zonde. Bij God hoort het leven. De les is om je verre te houden van de doodsmachten en je leven te wijden aan de levende God. Laten we leren de zonde af te sterven om door de levendmakende bediening van de Geest in Christus het leven te zoeken.
De lange haarlokken waren een symbool van de levenskracht. Een nazireeër werd geroepen zich met alle krachten totaal aan de HEERE te wijden. De HEERE liefhebben met alle krachten en heel het hart.
Even terug naar de woorden van Amos. Een profeet sprak tot het volk het Woord des HEEREN. Een nazireeër was als het ware het levend geweten van het volk en riep door zijn levenswijze het volk op haar levenswandel niet in te richten aar de wijze van de Kanaänieten, maar naar het woord van de Heere. We kunnen de vraag stellen of het volk daartoe in staat was of enig mens dat kan. Die vraag dient negatief beantwoord te worden. Je zou kunnen zeggen dat het OT roept om de komst van Christus, de Beloofde. In Hem is het volle heil.
Beste vraagsteller, hier liggen lessen van jou en mij. Begeren we ons te laten leiden door de Geest van Christus? Maken we ernst met de bekering om in en door Christus de oude mens af te leggen en de nieuwe mens aan te doen? Wijden we ons gehele leven aan de HEERE? Paulus schrijft aan de Kolossenzen: ”Gelijk gij dan Christus Jezus de Heere hebt aangenomen, wandelt alzo in Hem” (2:6).
Ds. M. Pronk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. Pronk
- Geboortedatum:10-03-1940
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:KralingseVeer
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. Pronk is 19 juni 2016 overleden.
Beluister hier de rouwdienst.
Website: www.uithetoverjordaanse.nl