Vrienden met neerslachtigheid willen helpen
Ds. M.W. Muilwijk | Geen reacties | 27-03-2008| 00:00
Vraag
Deze vraag is voor meneer Muilwijk. u heeft wel eens eerder een vraag van mij beantwoord, over dat mijn vriendin nog al minderwaardig over zichzelf denkt. We hebben het er toen samen over gehad en het ging aardig goed tot een week geleden. Toen begon het weer en in hele sterke mate. Ze wil eigenlijk ook niet meer bidden en voelt zich raar. Dit zijn haar eigen woorden:
“Nou, ik zit gewoon vast. Mijn hoofd zit vol. Ik heb zin om te gillen of zo. Misschien helpt dat om mijn hoofd leeg te maken. Ik wil wel naar school, maar toch ook niet. Ik wil wel leven, maar het is zo lastig. Ik wil m’n hoofd op orde hebben, maar dat lukt me niet. Ik wil eigenlijk alleen maar slapen. Niets hoeven te doen. Geen verplichtingen, niets doen (zodat er ook niets fout kan gaan). Ik wil controle over mijn leven, maar ik heb het niet. Misschien snap je er niks van, maar ik snap er zelf ook niks van.”
Eerst kon ik altijd nog wel redelijk praten met haar, maar ik weet nu echt niks meer tegen haar te zeggen. Ik bedoel, ik word zelf er ook raar van. Ik wil haar dolgraag helpen, maar ik heb de woorden er gewoon niet meer voor. Heeft u nog meer punten waarmee ik kan komen om dat uit haar hoofd te praten?
Antwoord
Beste vragensteller,
Om je vraag te beantwoorden heb ik eerst mijn vorige antwoord erbij gepakt. Dit heb ik vervolgens naast deze vraag gelegd. Een ding zie ik als lichtpunt, namelijk dat er een gebedsleven was. Het gebed is het meest machtige wapen. Uit je vraag begrijp ik dat zij het gebed niet meer wil hanteren. Je zegt namelijk “Ze wil eigenlijk ook niet meer bidden...” Maar het gebed is wel gehanteerd.
In mijn vorige antwoord heb ik erop gewezen dat jij haar mag laten zien dat ze voor jou en voor God waarde heeft. Als ik je vraag goed lees, heeft deze boodschap blijkbaar geholpen tot een week geleden. Over je twee dingen zou ik jou willen laten nadenken. Weet je inmiddels wat de reden is van haar neerslachtigheid: wat is de reden dat ze het gevoel heeft dat ze haar leven niet onder controle heeft? Ten tweede of het juist is als ze zegt: “ik WIL niet meer bidden”? Misschien bedoelt ze: “ik KAN niet meer bidden.” En dat is een heel verschil. Ik concludeer ook uit je vraag dat ze jou nog steeds vertrouwt, maar er nog steeds niet met anderen over wil praten.
Je stelt de vraag “wat kan ik zeggen?” Spreek allereerst met de Heere over wat je kunt zeggen: vraag Hem om wijsheid en woorden. Dit zou ik ook doen, wanneer het mijn vriendin of zelfs een leerling van mij zou betreffen. Ook voor ons geldt in een dergelijk gesprek “Mijn oog zal op u zijn, Ik zal raad geven” (Psalm 32).
Vervolgens zou ik haar de vraag stellen: waarom blokkeert je gebedsleven? Waarom blokkeert het gevoel dat je de controle hebt of waarom heb je het gevoel dat je de controle kwijt bent? Overigens zou ik ook persoonlijk tegen haar willen zeggen: “De controle over mijn leven ligt in handen van Jezus Christus, Die zegt: “Ik ben de Goede Herder,... Ik stel Mijn leven voor de schapen.” Met vallen en opstaan moet ik achter Hem aan: Hij is de gids. Vragensteller, weet je dat voor je eigen leven: wanneer je met liefde kunt getuigen van de Herder die je volgt, dan gaat daarvan een heilzame werking uit op je vriendin. Dat hebben ik en jij niet in onze broekzak, maar mag elke morgen en avond verkregen worden op onze knieën aan de troon van de genade.
Als ze niet meer bidden kan of wil, durf je het aan om samen met haar te bidden? Durf je voor te stellen aan haar: “zullen we samen onze handen vouwen, ogen sluiten en dan zal ik de woorden spreken.”? Dan kun je zelfs een tijdje stilte nemen om haar de kans te geven zonder woorden haar nood uit te schreeuwen tegen God. Dat mag: Job en Heman (Psalm 88) hebben hun nood ook uitgeschreeuwd tegen God. Van Heman lezen we: “O God, Mijns heils...” (Psalm 88:2a). Van Job lezen we: “En de HEERE wendde de gevangenis van Job, toen hij gebeden had voor zijn vrienden;” (Job 42:10a). Dit is door mij heel makkelijk neergeschreven, maar niet makkelijk bedoeld.
Het probleem zit er naar mijn mening in dat ze het gevoel wil hebben dingen onder controle te hebben en goed te doen. Door gebed en gesprek zul je moeten proberen haar deze dingen in ander ligt te laten zien. Laat haar zien dat God de controle moet hebben en dat ze mag falen. Juist wanneer ze durft te vertellen waarom ze dat neerslachtige gevoel heeft, waarom haar gebedsleven stokt en waarom alles zo lastig voor haar is, hetzij tegen jou hetzij alleen tegen God, dan zal er een uitweg gevonden moeten worden. Daarom wil ik je adviseren: bid om wijsheid en woorden.
Ten tweede, probeer niet te veel te zeggen, maar probeer allereerst te luisteren om helder te krijgen wat er precies achter die neerslachtigheid zit. Ten derde, probeer vanuit jouw gevoel en de boodschap van Bijbel haar te zeggen, dat geen enkel iets ervoor kan zorgen dat ze haar waarde zou verliezen. Laat ze maar gillen, dan komt alles wat ze nu opkropt (althans dat idee krijg ik) er eens uitkomt.
Ik hoop dat je er weer wat mee kunt: wanneer je meer concrete vragen hebt naar aanleiding van deze situatie, ben ik opnieuw bereid deze via Refoweb te beantwoorden.
M. W. Muilwijk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.W. Muilwijk
- Geboortedatum:23-12-1980
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Aalst
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: