“Dichte vitrinekast voor de genade”
Koos de Jong | 31 reacties | 20-06-2014 | 08:43
Weken had ze naast het bed van haar moeder gezeten. Onze vriendin Els. Zo zullen we haar maar noemen in dit artikel. Want als we haar echte naam bekend maken heeft ze geen leven meer. Want wat zullen familie en kennissen (opnieuw) tegen haar tekeer gaan. “Wie denk je wel dat je bent, afvallige!” Vandaar dat we wat voorzichtig zijn in het noemen van haar echte naam.
Moeder ging sterven. Maar... kan ze dat wel? God ontmoeten!? Ze liep tegen de 90 en was haar leven lang trouw naar de kerk geweest. Hoeveel kerkdiensten heb je dan al meegemaakt? Hoeveel keren heb je dan al in de Bijbel gelezen? Wat een onderwijs heb je dan allemaal al door genade mogen ontvangen? Wat zul je dan een kennis hebben van de wegen des Heeren. Tja...
Els kende deze kerk o zo goed. Ze was er in opgegroeid. Vanaf haar geboorte had ze daar gezeten. Ze was er getrouwd en al haar kinderen waren er gedoopt. Toch had ze er jaren geleden afscheid van genomen en was ze met haar gezin naar een andere kerkverband gegaan. Het was een beslissing geweest waar ze jarenlang mee had geworsteld voor Gods aangezicht, samen met haar man. Ze hield van haar kerk. Maar er was iets wat zo moeilijk onder woorden te brengen is: de prediking. Wat werden er bijbelse waarheden verkondigd. Wat werd het leven met er Christus verkondigd. Jazeker! De Bijbel werd gelezen, teksten werden aangehaald, de wet gepredikt. Maar toch... er klopte iets niet. Ze kon het toen niet onder woorden te brengen. En als ze het had gekund, was het nog maar de vraag of ze het had gedurfd.
Het kindschap van God werd tot zo’n hoog verheven staat gesteld (en dat is het ook!). Maar voor haar was het niet. Onbereikbaar. God is een verterend vuur en het leven met een ontzagwekkende God “door den Christi” was alleen voor de uitverkorenen. En dat waren er maar zo weinig in den lande. En die hadden allemaal de gangen en wegen doorlopen die voor haar onbereikbaar leken. Het waren er slechts enkelen die deze paden mochten en konden bewandelen. Diepe paden gaat God met z’n volk; huilend over hun ellendestaat gaan ze over deze aarde en slechts bij grote uitzondering schitterde de Zonne der Gerechtigheid zo af en toe in hun leven. Zo gaat God met Zijn volk om en niet anders. En als je deze wegen niet jarenlang had doorleefd, dan had je geen recht van spreken en praatte je jezelf iets aan. Dit was de enige weg die God ging met Zijn volk: de toeleidende weg. En als je erop wandelde, dan ging je ook zo praten en er op deze manier van getuigen. Jaar in jaar uit werd het elke zondag tweemaal gepredikt en ook nog tijdens de doordeweekse dienst. Op school en thuis spraken ze ook zo. Je weet op een gegeven moment gewoon niet beter dan: zo gaat het!
Els meende soms er ‘iets van te smaken’. Maar dan was er altijd wel een ouderling of een familielid die kwam vertellen dat ze zich niets moest verbeelden. “Het moet eerst schuld worden, Els”, zeiden ze dan. En dat ze er voor moest waken om met een gestolen Christus voor de hemelpoort te staan. Ze moest zich altijd diep onderzoeken, nog dieper graven mensenkind! “Christus ligt niet voor het oprapen. Hij is de meest verborgen persoon.” Dat kreeg ze dan te horen. “Denk je nu echt dat God zich aan jou zal openbaren? Verbeeld je toch niets!” En de sprekers bedoelde het allen heel oprecht.
En ondertussen hunkerde haar ziel naar de gemeenschap met Hem. Maar een antwoord kreeg ze van niemand. Hoe aan Hem te komen? Hoe word ik met God verzoend? Ze wist het niet. En niemand die het haar vertelde. En dat terwijl elke zondag de kerk stampvol zat. “Ben ik dan de enige met deze vragen? Zijn mijn gedachten wel juist?,” ging ze zich afvragen en twijfel werd zo gezaaid. Jarenlang ging het zo maar door en op een gegeven moment ging ze geloven dat dit haar lot was. En dat God inderdaad zo handelde zoals het in haar kerk geleerd werd. Het was één van de eenzaamste en zwaarste periodes in haar leven, zegt ze nu achteraf.
Het bleef echter maar knagen in haar ziel: is deze prediking wel naar Gods Woord? En dan ging het haar niet zozeer om wat er wel gezegd werd, maar vooral om wat er NIET gezegd werd.
Uiteindelijk kwam ze terecht in een andere kerk met een totaal andere prediking. Maar toch ook weer niet. Wat was er wel anders dan? Daar werd Christus verkondigd voor een ieder die dorst heeft. Daar werd ‘gedwongen om in te gaan’ zo maar uit het Woord gelezen. Er werd hier een bereikbare Christus verkondigd vanuit de Schriften. Geen voorwaardelijke weg en geen toeleidende weg. Geen prachtige preek met aan het einde de ‘deur weer dichtgedaan, niet voor jou’. En het werd haar voorgelezen uit dezelfde Bijbel die ze zelf al jaren las. “Waarom heb ik dit nooit zo gehoord, nooit zo gelezen”, was menigmaal haar vraag. Ze voelde zich als een spons die jarenlang in de woestijn had gelegen, volledig uitgedroogd was en nu in een emmer koel water werd geworpen. Elke gaatje vervulde zich met de kostelijke Levendwaterdruppels. Het was nauwelijks te bevatten wat ze in haar ziel mocht ervaren. Christus aan haar ziele ontdekt! Hij voor mij. Ze kon niet anders meer dan jubelen uit dankbaarheid. Ze las Bijbel, ze las Bijbel en ze las Bijbel.
Er gebeurde nog zoveel meer! Ze kwam in contact met ‘totaal andere mensen’ (en toch ook weer niet zo anders). Mensen die vrijmoedig de hele dag over de HEERE spraken. Bijbel lazen met elkaar. Spraken over de dingen aangaande het Koninkrijk van Jezus Christus. Vanuit haar opvoeding had ze menigmaal bedenkingen bij dit alles, maar ze kon eigenlijk ook niet zeggen dat dit alles niet ‘echt’ was. Het was zo puur en oprecht vanuit de Schriften. Ook in haar gezin gebeurde van alles. Kinderen kwamen tot een levend geloof in Christus. En ook haar man kreeg Christus lief. En dat was allemaal geen lichtvaardige zaak, want een ieder had van alles meegekregen vanuit die andere kerk en dat moest vaak eerst overwonnen worden. Vooral het komen-tot-Christus-element speelde een grote rol in dit alles.
Haar leven met Christus, haar verhuizen naar een andere kerk had wel verstrekkende gevolgen! Haar familie wilde geen of nauwelijks contact meer. Ze was de verworpene. Ze had zich een ingebeelde Christus gecreëerd en hier ging ze mee verloren. “Je moet oppassen voor Els”, was de boodschap. Je niet met haar meer inlaten, want ze is gevaarlijk en vertelt ketterse dingen. En zo werden zij en haar hele gezin aangesproken. Het heeft jaren geduurd voordat er weer iets kwam wat op contact leek. Al is het nog steeds verre van normaal.
Nu zat ze hier op de rand van het bed bij haar stervende moeder. Die haar ook zo vaak had verweten dat... Telkens probeerde ze heel voorzichtig iets over de Heere Jezus te vertellen en hoe je tot Hem kunt komen. Twee weken geleden had haar moeder zowaar gezegd: “kind, zoals jij praat heeft nog nooit iemand tot mij gesproken.” Wat begreep Els deze opmerking goed. Het sneed door haar ziel. Wat zat ze dag in dag uit biddend op de rand van het bed. Want meer als dat kon ook menigmaal niet, omdat het niet werd geaccepteerd. Er stonden er meer om het bed en die stelden haar woorden niet op prijs. “Wees jij maar stil en zie maar eens wat de gevolgen zijn van de zonde.”
Moeder overleed. Was er zekerheid? De dominee zei in de preek: we laten ons er niet over uit. Moeder was zelf haar leven lang bang om met een ‘gestolen Christus’ aan te komen. Het werd bijna ‘neergezet’ als zijnde de ware geloofsbelijdenis. Het ongetwijfeld meest betwijfelde geloof. Wat deed het zeer bij Els!
Ze hoorde het allemaal aan. De begrafenisdienst was zoals ze had verwacht. De Bijbel werd gelezen, waarheden verkondigd. De dominee was een beminnelijk mens. Psalmen werden er niet gezongen, want dat betaamt niet bij zo’n dienst. De zondige mens had een centrale plaats in de prediking. Christus werd zeker wel genoemd. Opmerkelijk vond ze het: er was meer ruimte in de preek voor de zondige mens en de wegen die God gaat met Zijn volk, dan voor Christus Zelf. Vol indrukken zat Els na de dienst. En ze was niet de enige.
Haar jongste zoon verwoordde het zo: “Mam, het is allemaal waar wat ze hier zeggen. Behalve dan die laatste drie zinnen. Want daar ging alles mee op slot.” Zo had hij de dienst dus meegemaakt. Els omschreeft het als volgt: “Tijdens de dienst werd de vitrinekast van Gods genade opengezet, werd Jezus Christus verkondigd. De Weg, de Waarheid en Het Leven. Maar het was alleen voor de uitverkorenen...” En de deur van de vitrinekast ging telkens weer op slot. “Het is gewoon wreed”, zei iemand. En waar is moeder nu?
Na dit alles zo meegemaakt en opgeschreven te hebben, overvalt mij de geweldige emotie: Is er dan nu echt niemand meer die roept: STOPPEN MET DEZE ONBIJBELSE PREDIKING! Je bent door Gods uitverkiezende genade gesteld om Zijn verlossende woorden te spreken. Christus te verkondigen als Redder van de schapen, onder je hoede toevertrouwd. En dan laat je de schaapjes zo sterven? En hoe heeft hun leven eruit gezien? Vruchten der bekering voortbrengend? Is dit niet wat God zoekt? Vruchten! Is dit wat God ons leert in Zijn Woord? Geef me dan aan waar het staat. En is dit wat onze geloofsbelijdenis ons leert?
Dordtse Leerregels, Over de goddelijke verkiezing en verwerping
Artikel 1
Aangezien alle mensen in Adam gezondigd hebben en de vloek en de eeuwige dood verdiend hebben, zou God niemand onrecht gedaan hebben als Hij het hele menselijke geslacht in de zonde en vervloeking had willen laten en om de zonde veroordelen, volgens deze uitspraken van de apostel: “De gehele wereld is voor God veroordelenswaard. Zij hebben allen gezondigd en zijn verhinderd te komen tot de heerlijkheid Gods” (Rom. 3:19,23). En: “Het loon van de zonde is de dood” (Rom. 6:23).
Artikel 2
Maar hierin is de liefde van God geopenbaard, dat Hij zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe (1 Joh. 4:9; Joh. 3:16).
Artikel 3
En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God in zijn goedertierenheid verkondigers van deze zeer blijde boodschap tot wie Hij wil en wanneer Hij wil. Door hun dienst worden de mensen geroepen tot bekering en het geloof in Christus, de Gekruisigde. “Want hoe zullen zij in Hem geloven, van wie ze niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder prediker? En hoe zullen zij prediken tenzij ze gezonden worden” (Rom. 10:14-15)?
Artikel 4
Op degenen die dit Evangelie niet geloven, blijft de toorn van God. Maar die het aannemen en de Zaligmaker Jezus met een waarachtig en levend geloof omhelzen, worden door Hem van de toorn van God en het verderf verlost en met het eeuwige leven begiftigd.
Artikel 5
De oorzaak of schuld van dat ongeloof, evenals van alle andere zonden, ligt volstrekt niet in God, maar in de mens. Maar het geloof in Jezus Christus en de zaligheid door Hem is een genadegave van God, zoals geschreven is: “Uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit uzelf, het is Gods gave” (Ef. 2:8). Evenzo: “Het is u gegeven in Christus te geloven” (Filipp. 1:29).
Waarom we zoveel aandacht geven aan het fenomeen “toeleidende weg”? We komen zo vaak (jonge) mensen tegen die onder deze prediking zitten en geprogrammeerd worden in het niet geloven in Christus. Het moet maar eens hardop gezegd worden! Stoppen met deze onbijbelse uitleg over het komen tot Christus. Je hebt de Bijbel niet aan je kant. Je hebt de geloofsbelijdenis van de kerk niet aan je kant. Je bedenkt de dingen die des mensen zijn!
Ik sluit af met het citeren van een uitspraak van ds. Vreugdenhil. Hij vertelde op één van zijn lezingen bij de stichting Jij daar! het volgende. Hij was op huisbezoek bij een ouder echtpaar en toen hij vroeg hoe het HET er met hen voorstond zeiden ze: “Dominee we zijn vast een beetje aan het wennen aan de hel, want wij komen niet in de hemel.” We waren samen met dominee compleet verbijsterd. En ben jij ook verbijsterd over zoveel ongeloof dat nu nog wordt gepredikt op diverse kansels?
Het is niet triest als iemand een dergelijke uitspraak doet. Dat is iemand die het door genade eens mocht worden met de Heere!
Het gaat deze mensen niet om een hemel, noch hel, maar ze zullen eens verwonderd hun ogen opslaan aan andere zijde.
Hemelbestormers zijn er genoeg, maar die de ware ootmoed en Godsvreze hebben mogen leren kennen, wat zullen zij een eeuwigheid nodig hebben om de Heere te loven en te prijzen!
Ik vermoed dat de verbazing van ds. Vreugdenhil wel enigszins anders bedoeld was.
Ik lees vaak op Refoweb reacties in de trant van: daar gaan we weer... wat een karikatuur... dit is niet waar...
Ik heb geen woorden om daarop te reageren maar denk dan elke keer weer, jullie moesten eens weten hoe waar het is voor sommige mensen. Ik zou zoveel daar over kunnen vertellen, maar moet dan oppassen om niet vanuit gekwetsheid dingen te zeggen. Veel liever wil ik God prijzen voor wie Hij is. Dat deze nood herkent wordt is fijn en tegelijkertijd verdrietig.
Dat ik van kleins af aan gehoord heb dat de dominee een kind van God is, dat hij weet wat waar is, leidde er toe dat ik geloofde wat hij zei in de preek. Als kind dat zelf onderzoeken was er niet bij. Er werd thuis niet over het geloof of de Bijbel gesproken. Het was gewoon zo als het in de preek gezegd werd. Toen ik ouder werd, veranderde dat voor mij. Ik kreeg vragen, ging onderzoeken. Toen kwamen de moeilijkheden en verwarring. Heb je enig idee wat dit alles voor iemand kan inhouden?
Je kunt zeggen dat ik mezelf buitensloot. Als kinderen geen liefde ontvangen van ouders. Daar het moeilijk mee hebben. Zeg je dan ook: o die opvoeding toch en die ouders die ze altijd geen liefde gaven. Ze maken zichzelf niet geliefd?
CrA Mss lees ik jouw reactie verkeerd, dan hoor ik het graag.
De schuld van het niet komen tot Jezus wordt bij de prediking gelegd. Ik zeg niet dat dit het geval kan zijn, maar ik heb er mijn twijfels bij. Waarom? Omdat er een natuurlijke afkeer bij de mens zit om tot Christus te komen(zie artikel 5)en ook om de schuld daarvan bij een ander te leggen. Dat zit in ons sinds Gen.3. Reformatorische christenen hebben een Bijbel waar ze veel in lezen. Ze hebben reformatorische scholen. Het wordt ze als het ware met de paplepel ingegoten. En dan toch nog de schuld bij de prediking leggen? Maar ik begrijp dat jij wel onder zo'n leer bent opgegroeid. Dan kun je mij vast wel zeggen waar zo'n leer gepreekt wordt. In welk kerkverband is dat of welke dominee heeft zo'n leer? Dan kan ik zelf ook eens luisteren en me zo een oordeel vormen.
Een aantal dingen wil ik toch wel eens gezegd hebben:
1. In onze kerkelijke gemeente (rechts, bevindelijk, 'zwaar', van dat soort waar jij-daar tegen ageert) stierf rond kerst een man, na periode van ziek-zijn. Hij zag er naar uit om te sterven. Er was verlangen naar Christus. Christus was hem alles. Hij was rijp voor de hemel. en zo stierf hij. Toen hij de kerk uitgedragen werd zongen we: 'Dan ga ik op tot Gods altaren'. Een paar weken later stierf een andere man met het uitzien van ps. 17: 'Maar blij vooruitzicht dat mij streelt'.
Dit kan wel niet volgens de karikaturen van jij-daar. Maar het gebeurt toch!
2. Het meeste hoor/lees ik over de toeleidende weg op sites als refoweb, en ik hoor Jij-Daar er over spreken. Zo hoor ik het bijna nooit in mijn eigen gemeente. Wat raar, dat zou volgens de Jij-Daar theorie wel moeten.
Zie ik dan geen manco's in onze prediking. O jawel het aanbod mag soms wel ruimer en indringer zijn. Al komt het andere keren indringend en gunnend terug in de prediking. Gelukkig maar, maar want dat is Bijbels. Maar mijn bezwaar tegen Jij-Daar is dat ze sterk schreeuwt over alle misstanden in onze kerk, deze zwaar overdrijft en zo wel oog heeft voor de doorn in het oog van de naaste, maar de balk in eigen oog komt nooit aan de orde.
3. Al die verhalen over die ene ouderling die altijd maar waarschuwt voor een gestolen Jezus; die oude mensen die 'wennen aan de hel'; de familie die scheldend te keer gaat, etc. zijn allemaal dingen die velen van ons verkeerd of erg vinden. Laten we de discussie eens zuiver voeren, zonder persoonlijke emoties etc., die hoog uit ter illustratie aanvoeren en niet als argument. Ik zie meer heil in een gesprek over een gedeelte rond Gods Woord of zo. of vragen als: Wat verstaan we eigenlijk onder een toeleidende weg? Misschien is dat allemaal wel verhelderend. Veel meer dan al dit soort columns.
Ik kom net terug van een bijeenkomst van jongeren uit voornamelijk de Ger. Gem. Een jongen daar vertelde over het sterven van zijn oma, zonder dat ze de Heere Jezus als haar persoonlijke Verlosser en Zaligmaker had aangenomen. Mocht ze niet, volgens haar dominee. Haar schoondochter wees voor het sterven van deze vrouw op de zondaarsliefde van Christus, Zijn genadevolle ontferming en de mogelijkheid om nog zalig te worden. Maar 'gelukkig' voor bevindelijk Nederland was er ook nog een tante aanwezig die duidelijk maakte dat "moeder nog geen zondaar voor God" was geworden en dus geen enkele hoop hoefde te koesteren.
Dat is helaas de keiharde realiteit Jan. En zo komt de wens van sommige dominees uit die bij de doopdienst van kinderen duidelijk maken dat het brandhoutjes voor de hel zijn. Zover is dus een bepaald deel in de rechterflank afgedwaald van Woord, Geest en reformatie.
En ter verduidelijking: ik behoor ook tot de bevindelijke richting en kerk daar met veel zegen. En gelukkig zijn er ook in de rechterflank gemeenten waar een ruim en welmenend aanbod van genade wordt gepreekt. Maar dat betekent niet dat we onze ogen moeten sluiten voor de vreselijke Godonterende misstanden die er op geestelijk gebied zijn. Daar kan niet genoeg tegen gewaarschuwd worden. Het gevolg is namelijk daar mensen rijp gemaakt worden voor de hel. En ja Jan, aan de linkerzijde is ook genoeg mis, maar daar hebben we gelukkig de Saambinder en De Wachter Sions voor ;-)
Het ligt m.i. niet volledig aan de preek. Ook wat er gezegd wordt op cathechisatie of huisbezoek.
En natuurlijk aan de mens die het hoort en aan wat ze vervolgens hun kinderen leren. Toen ik contact kreeg met mn schoonouders zeiden zij over dominees die een trouwring droegen: dat zijn geen goede. Onze ds draagt geen ring.
Ligt zoiets aan de preek? Kan ik me niet echt voorstellen. Waar dan wel aan vraag ik me af. Mijn vader moest zijn snor weghalen anders mocht hij zijn kind niet laten dopen.
Later ging ik naar de Ger. Gem. Op de bijbelbelt. De ds sprak aan het einde van de preek de onbekeerde mensen toe, de bekommerden en Gods volk. Toen ik eens in een gesprek tegen de ds zei dat ik wel eens troost had aan de woorden die hij tegen de bekommerden sprak zei hij: ja maar dat zeg ik tegen de bekommerden.
Voor mij dus niet. Ligt dat aan de preken? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat ik in andere plaatsen bij de Ger Gem een andere prediking hoorde. Maar dat durfde ik niet te geloven want daar stond een ds die een ring droeg. En daar gingen zoveel mensen aan het avondmaal. Ik was 17 rond die tijd en echt, ik dacht te weten hoe God een mens bekeerd en hoe ze er vervolgens uit gingen zien. Dat werd verteld in de preek. Als ik dat niet terugzag bij mensen dan waren het in mijn ogen onbekeerden.
Al dat oordelen al dat ongeloof, het was mijn schuld. Zeker. Dat zag ik later.
Mocht je een naam willen hebben van een ds om een preek te luisteren stuur ik die per mail. Ik wil dat niet hier neerzetten omdat ik die mannen respecteer en niet het idee wil geven om iemand zwart te maken.
AMEN!
Het enige wat ik van JijDaar! hoor is dat dominees, ambtsdragers en mensen in de rechterflank van de gereformeerde gezindte mensen tegenhouden om in Jezus te geloven. Zie deze column, zie de toespraak van Koos de Jong, enige tijd geleden. Het evangelie wordt verduisterd.
Ik geloof je direct dat je erkent dat er in de reformatorische kerken ook Gods kinderen zitten. Maar laat dan duidelijk merken dat deze kant er ook is. Dan is het ook niet nodig om er zo op af te geven.
Ik heb veel doopdiensten in de OGG, GG en GGN bijgewoond maar ik heb nog nooit, nog NOOIT, gehoord dat een dominee gezegd heeft dat de kinderen ‘brandhoutjes voor de hel’ zijn. Dit is ook een karikatuur.
Wel hoorde ik een dominee van de GGN zeggen dat de doop onderschat wordt, een drie-enig God verbindt Zich aan het kind.
Of laatst een andere predikant die de ouders aandrong hun kind bij de Heere te brengen zoals als een Hanna dat bij Samuel deed. De Heere wil ook de opvoeding zegenen tot bekering.
We moeten scherp blijven op ons zelf, ik op mijn kerk, mijn mening, mijn omgeving. Dat moet JijDaar! ook op zich zelf zijn. Ik hoop dat je dat ook vindt.
Nogmaals: die verhalen over de tante die geen hoop koesterde, die ambtsdrager die nooit zegt hoe het ‘wel’ is, maar waarschuwt voor een gestolen Jezus. Dat zijn verhalen die vaak op alles wordt toegepast en dat zorgt voor karikaturen. Laten we niet steeds met verwijtende verhalen over en weer komen.
Laten we discussie helder voeren, bijv. over een gedeelte uit Gods Woord of over de vraag wat we onder iets als bekering, zondekennis of de toeleidende weg verstaan. Gods Woord is het kompas. En zulke argumenten/onderwerpen zijn objectiever dan al die verhalen.
Je mag scherp zijn naar elkaar, heel scherp zelfs, maar wel graag met fundamentele argumenten.
We hebben als refo's veelal de neiging om wel de vermeende fouten bij anderen (evangelische groeperingen, HeartCry, Jij daar!) breed uit te meten, maar de deksel op de stinkende beerput van de eigen reformatorische kerken te houden. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. De praktijk is (volg de vragenrubriek maar eens) dat in veel van onze gemeenten (jonge) mensen bij Christus vandaan worden gehouden en dat de leer van Gods Woord, veranderd is in de leer van een kerk of dominee (dus aangevuld met menselijke bevindingen, toeleidingen, tradities en gevoelens). Dat er zelfs bij de begrafenis van een predikant door zijn collega wordt gezegd, dat de leer van deze dominee, "de enige ware leer is die tot de zaligheid leidt." Ik spreek wekelijks met veel jongeren uit de hele breedte van onze achterban, maar het is nog vele, vele malen erger dan jij veronderstelt. Dat ouders en ambtsdragers soms zelfs verbieden om zelfstandig Bijbel te lezen, omdat alleen de dominee Gods Woord kan uitleggen. Zelfs de Paus is niet zo rooms!
Dat is de dagelijks praktijk. Google trouwens maar eens even op "brandhoutjes voor de hel" dan kom je de uitspraken tegen die jij blijkbaar nog nooit gehoord hebt.
Vind je het zelf niet opvallend dat er in de rechterflank van onze gezindte zo weinig mensen aan het avondmaal gaan? Bomvolle kerken, maar nog geen handjevol avondmaalsgangers. Blijkt daaruit niet dat Gods Geest er niet of nauwelijks (meer) werkt? Hoe zou dat komen, denk je? Ben erg benieuwd naar je antwoord.
Misschien is het trouwens een idee om de avonden van Jij daar! wat vaker te volgen. Dat zul je merken dat er juist met veel respect en waardering wordt gesproken over de reformatorische kerken. Je licht er nu twee zaken uit in het achttienjarig bestaan van de stichting. Dat betekent dat je 99,999 procent van de boodschap onbesproken laat. Is dat dan ook niet een karikatuur die je zo neerzet? ;-)
Als er bij je thuis niet over het geloof en de Bijbel werd gesproken en wel over een ring die een predikant wel of moet dragen, is dat heel triest. Logisch dat je vragen kreeg. Maar klopt dan de prediking niet of waren je ouders verkeerd bezig? Mooi dat je later inzag dat al dat oordelen al dat ongeloof je eigen schuld was en ik hoop dat je de Heere Jezus als je persoonlijke Verlosser hebt leren kennen.
Ik heb niet zoveel aan een naam van een dominee, maar heb je ook een preek? Dan kun mijn emailadres opvragen bij de redactie.
Het doet me daarom nog steeds heel veel verdriet om van mensen uit mijn kerk (HHK) te horen dat ze wel willen, maar niet kunnen. Als ik de Bijbel lees, dan leer ik dat de mens NIET wil en God wel. Een heel verschil lijkt me. Omdat we vacant zijn en daarom veel verschillende dominees horen (gunnende en juist niet) denk ik niet dat het alleen de preek is, maar blijkbaar leeft dit wel bij de mensen en juist daardoor zou in de preek veel meer Gods liefde benadrukt moeten worden en niet Gods toorn.
Maar als we onverzoend sterven voor God, zal het altijd onze EIGEN schuld zijn, je hebt niet gewild!
Ten diepste zijn we vijand van God.
We willen niet dat God Koning over ons is.
Van het begin tot het einde toe lees je dat ook in de Bijbel
Een aantal voorbeelden
- Gen 3 De zondeval, waarbij ook de 1 de ander de schuld gaf
- Exodes De uittocht uit Egypte en woestijnreis naar Israel
- Lukas 4 Jezus in Nazareth zijn eigen geboorteplaats verworpen
- Lukas 11 vs 16 en vs 29 tm 32 De Joden verzoekende Hem om een teken uit de Hemel, terwijl ze net een wonder gezien hadden.
- Lukas 23 De Heere Jezus werd door de schare en de overpriesters tot de kruisiging gedood, en dit terwijl de Heere Jezus altijd zo goed voor hen is geweest, zieken heeft genezen, en ze juist wel een zuivere prediking gehad hadden!
Ik denk dat het ook is zoals in Joh 6 vs 60 tm 66 staat Velen dan van zijn discipelen, dit horende, zeiden: deze rede is hard wie kan dezelve horen?
Van toen af gingen velen zijner discipelen terug, en wandelden niet meer met Hem.
Er is inderdaad veel niet goed in kerkelijk Nederland, maar of zulke artikels er tegen zullen helpen?!
Misschien zouden we een voorbeeld moeten nemen aan Daniel 9 die persoonlijk de zonde zag van zichzelf en van zijn volk en hiermee op de knieen ging voor God.
1. Ik ben het met je eens dat Gods Woord het enige kompas is.
Wanneer ouders, ambtsdragers je af houden van het lezen van de Bijbel , en ik weet dat het gebeurd is dat fout en ook nog eens verschrikkelijk. (Ook het stimuleren is eigenlijk al een afhouden). We zijn dan inderdaad Roomser als de paus. Maar gelukkig hoor ik in de rechtflank heel veel de oproep om de Bijbel te onderzoeken. Dus die kant is er absoluut ook. Ik hoor en lees het juist veel.
En ik erken dat we er voor op moeten letten dat we een predikant of ambtsdrager niet te veel gezag moeten geven. Dat is ook een zwak punt, zeker. Er zijn echt ambtsdragers (kerkenbreed) die deze signalen oppakken en hameren op het lezen van de Bijbel en dat als enige grondslag te houden.
2. Ik heb gegoocheld op die uitdrukking ‘brandhoutjes voor de hel’. Misschien heb niet ver genoeg gezocht, ik kom het alleen tegen dat mensen het hoorden, of dat het gebeurd. Ik kom het niet tegen in een preekverslag, meditatie of wat dan ook. Maar ik heb dit nog NOOIT, NOOIT gehoord. En het is ook erg fout. Maar dit is wel een karikatuur.
3. Ik weet dat er veel mis is. Maar dit is in de rechtergroep echt niet meer als in de linkergroep van onze gezindte. Maar ik ga niet breed uitmeten.
4. Wat in deze column staat vind ik toch echt een karikatuur. Zeker het gebeurd wel dat er teveel ‘voorwaarden’ worden geschept, zeker de klem ontbreekt soms. Zeker er wordt soms veel nadruk gelegd op ellende en droefheid.
En toch is dit zeer eenzijdig als ik alleen dit zou zeggen. Heel vaak wordt benadrukt dat het niet om ellende gaat maar om Christus. Heel vaak wordt de gunning en ruimte die er is in Hem gepredikt. Gelukkig is er ruimte voor de verschillende leidingen van de Heere met de mens.
5. De andere kant van de Bijbelse leer, zoals de doodstaat (Rom. 3), Dat we zelfs niet kunnen geloven uit ons zelf, ja helemaal niets geestelijks kunnen (DL. H2-7, H2 verwerping Dwalingen 6, art. 14 NGB) dat hoor ik niet zoveel in linkse kringen. En dan is het spanningsveld weg, want anderzijds, ongeloof is compleet eigen schuld. Niemand heeft het recht om onbekeerd te zijn. Dat rijmt niet met elkaar, maar dat is juist de Bijbelse klem. En de Heere roept ons nog op om Hem te zoeken.
Nogmaals: ik begrijp dat het ook een excuus kan zijn. We gaan niet verloren omdat we niet konden, maar omdat we niet wilden. Wie wil, die kan. En tegelijkertijd is het iets dat helemaal van Gods kant komt.
6. Over veel of weinig avondmaalgangers laat ik me niet uit. Je verbindt er een gevaarlijke conclusie aan over de werking van Gods Geest. En het leidt af van de hoofdzaak. Een algemene opmerking: Hoe meer godvrezende avondmaalgangers, hoe beter. Liefst heel de gemeente.
@Maries123
Inderdaad, de plek van het gebed (Dan 9) is de beste plaats, daar moeten we alle misstanden en zorgen brengen!
Je kunt dus Christus aanprijzen en Hem de eer geven en toch mensen bij Hem vandaan houden, ja zelfs allerlei blokkades en to-do-lijsten opwerpen.
Overigens denk ik dat ze het nog niet eens bewust doen. Dat ze er heilig van overtuigd zijn God een dienst te bewijzen, zoals de Farizeeën dat ook dachten. Zoals Saulus diezelfde mening was toegedaan. Ook zij zijn een kind van hun theologische opleiding en kerkelijke cultuur. En heb maar eens het lef je te verzetten tegen de heersende mores van een kerkelijke traditie of leer in gemeente of kerk...
Ik ben het trouwens van harte met je eens als je zegt: we gaan niet verloren omdat we niet kunnen, maar omdat we niet willen. En zeker, iedere kerkganger heeft daarin zijn eigen verantwoordelijkheid. We zullen nooit de schuld kunnen afschuiven op een ander. Maar tijdens evangelisatie in onze achterban hoor ik altijd het volgende argumenten: onze dominee zegt... Juist in de rechterflank varen mensen blind op hun voorganger en niet op de gewilligheid van Christus en de barmhartigheid van de Vader. Men gelooft eerder de dominee dan Jezus Zelf. En daarom blijven de avondmaalstafels leeg...
En wat de linkerflank betreft... daar heb ik al het nodige over gezegd. Of je nu links of rechts naast de genade valt, je gaat in beide gevallen verloren.
Kun je concrete zaken aangeven wat je bedoelt met:"... allerlei benodigde voorwaarden, gevoelens en andere toeters en bellen...to-do-lijsten.."?
- 1
- 2