Kunnen wedergeboren christenen afvallen van hun geloof?
Ds. N. den Ouden | Geen reacties | 16-07-2004| 00:00
Vraag
Kunnen wedergeboren christenen afvallen van hun geloof? Met andere woorden; kunnen er wedergeboren christenen zijn die toch uiteindelijk niet uitverkoren zijn? De bijbel lijkt hier dubbel over te spreken:
A. God zegt: ik zal niet verlaten het werk wat mijn hand begon.
B: Paulus zegt; Hij die een goed werk in mij begonnen is, zal het voltooien tot op de dag van Christus Jezus.
Anderzijds:
A: Timotheus; op het laatst zullen er gelovigen zijn die van hun geloof afvallen.
B: Een gelijkenis van Jezus gaat over het zaad dat wel in goede aarde valt en opkomt, maar uiteindelijk toch door distels en struiken verstrikt raakt.
Antwoord
Inderdaad spreekt de Bijbel er op verschillende plaatsen duidelijk over dat wedergeboren christenen niet kunnen afvallen van het geloof en wel op de volgende gronden:
* Vanwege de vastheid van Gods verbond (Jes. 54:10).
* Vanwege de vastheid van Gods verkiezing (Rom. 9:11; Ef.1:4).
* Vanwege de betrouwbaarheid van Christus (Joh.6:39,40; 10:28).
* Vanwege de blijvende gemeenschap met de Heilige Geest (Joh.14:16).
* Vanwege de onveranderlijkheid van Gods werk (Filip.1:6).
* Vanwege de voorbede van Christus (Joh.17.11,20).
Door de remonstranten (en vandaag in veel evangelische kringen) wordt dit ontkend. Zij leggen de zaligheid namelijk te veel in de handen van de mens. Er zijn ook wel teksten die (als je ze op zichzelf leest) de indruk geven dat er afval der heiligen mogelijk is. Lees bijvoorbeeld ook Hebreeën 6, en ook wat je aanhaalde uit Timotheus, enz. Als je alle teksten echter met elkaar in verband brengt moet je zeggen dat bij degenen die afvallen, uiteindelijk blijkt dat ze nooit het ware geloof gekend hebben, al zijn ze er wel soms heel dichtbij geweest, en al kon je aan de buitenkant niet zien dat het geen waar geloof was. Het grote verschil tussen ware gelovigen en schijngelovigen is dan ook dat de eerste volharden en de laatsten niet. Bij de gelijkenis van het zaad ligt het niet anders. Als het zaad dat gestrooid werd verstikt raakt door de distels en de struiken blijkt daaruit dat het niet in goede aarde is gevallen (zie Mat. 13:7 en 8). Als er sprake is van dorens, is er dus nooit sprake van goede aarde geweest.
Dit betekent voor ons het volgende: Ware gelovigen hoeven mogen zich troosten met te weten dat ze nooit meer verloren kunnen gaan. Wat worden Gods genade en trouw dan bijzonder groot! Wat hebben wij na te gaan of wij het ware geloof hebben, in ons hart!
Hartelijke groet, ds. N. den Ouden
Dit artikel is beantwoord door
Ds. N. den Ouden
- Geboortedatum:25-10-1969
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Leerbroek
- Status:Inactief