Inlegkunde
Ds. A. van Vuuren | Geen reacties | 15-05-2007| 00:00
Vraag
Wat wordt eigenlijk bedoeld met inlegkunde?
Antwoord
Bij de uitdrukking “ inlegkunde” moet je bedenken dat het niet echt om een kunde gaat. Een verloskundige bijvoorbeeld heeft de bekwaamheid om te verlossen, een geneeskundige is bekwaam op het terrein van de genezing. Maar zo kunnen we niet spreken van een “inlegkundige”. De zogenaamde inlegkunde kan iedere Bijbellezer zeer hanteren. Het is ironisch bedoeld. Het is een term die men gebruikt om aan te geven, dat het gaat om het tegenovergestelde van uitlegkunde. Ik zet ze hieronder tegenover elkaar.
Uitlegkunde is van het hoogste belang, want die is nodig om achter de juiste betekenis van de van de Bijbeltekst te komen. Zo alleen wordt de boodschap van God ons duidelijk. Trouwens, via die uitleg wil de Heilige Geest het Woord van God toepassen aan ons hart, zodat we er door worden ontdekt, vermaand, vertroost, geleid.
Nu is niet iedere Bijbeltekst even makkelijk te verstaan. Wat van grote waarde is ligt vaak diep, denk maar aan een goudmijn. Want is het dan nodig dat de Heere exegeten geeft, uitleggers, die bekwaam zijn om al delvend in de Bijbel, de juiste betekenis aan het licht te brengen. Getrouwe mensen die bekwaam zijn om te leren (2.Tim.2:2). Denk maar aan de Kamerling uit Handelingen 8. De man leest, zittend op zijn wagen uit de boekrol van Jesaja. Filippus gaat naast de wagen lopen en vraagt: “verstaat gij ook wat gij leest?“ Dan antwoordt de kamerling: “Hoe zou ik toch kunnen als niet iemand mij onderricht?“ Hij heeft een uitlegger nodig. Dat geldt voor ons allen. Daarom moet elke preek een grondige tekstuitleg bevatten.
Nu is goed uitleggen allereerst een gave van de Heilige Geest. De Geest is ten diepste de auteur van de Bijbel. Wie weet nu beter de bedoeling van het geschrevene dan de schrijver zelf. Daarom bid ik als predikant bij de preekvoorbereiding om de verlichting met de Heilige Geest. Beseffend hoe afhankelijk ik ben van zijn leiding. Maar de Heilige Geest gebruikt daarbij de middelen. Het is ook nodig dat de dienaar van het Woord het vak exegese (=uitleg) beheerst. En hij moet er zich in blijven bekwamen. Daarom zeiden onze gereformeerde vaderen vaak: Wie niet studeert is niet bekeerd. Bijbelkennis is van het hoogste belang, voor iedereen. En het is nodig dat te benadrukken, zeker nu we in een gevoelscultuur leven. Goede uitleg is een zegen en van grote waarde, ja van eeuwigheidswaarde.
Inlegkunde is echter zeer gevaarlijk. Zo worden mensen misleid, soms zelfs misleid voor de eeuwigheid. Want wat gebeurt er bij inlegkunde? Dan wordt er iets in de Bijbeltekst gelegd door de lezer wat er niet in zit. Je stopt er iets in, om dat er vervolgens uit te halen. De lezer laat de tekst “buikspreken.” Je weet vast wel wat een buikspreker is. Zo iemand heeft een grote pop op schoot. Het lijkt alsof die pop wat zegt en dat de man die hem vasthoudt met halfopen mond luistert. Maar in feite is het niet de pop die praat, maar de man zelf.
Waarom doen mensen aan inlegkunde? Omdat wij graag willen dat een Bijbeltekst datgene zegt. Omdat dat in ons straatje te pas komt. Wij willen graag in onze mening, in ons gevoel bevestigd worden, daarom stoppen wij zo snel in de Bijbeltekst wat er niet in zit. Maar op die manier misbruiken wij de tekst. Hoe vaak gebeurt het niet dat we teksten verdraaien om ze in te passen in ons dogmatisch systeem, bevindings- of bekeringssysteem. e ergste vorm van inlegkunde vindt je bij allerlei sektarische eindtijdberekeningen en dwaalleringen. Ongeleerde en onstandvastige mensen die de Schriften verdraaien tot hun eigen verderf”(2 Petrus 3:16). Wees op je hoede.
Wat is er genade nodig om aan de zuigkracht van de inlegkunde te ontkomen. Eerlijk, eerbiedig en nauwkeurig luisteren naar de betekenis van de Bijbeltekst vraagt dat we ons bekeren van onze eigen meningen, gevoelens en gedachtegangen. Inlegkunde, het is een gevaar dat ons allen bedreigt. We volgen liever de stem van ons eigen hart, soms vroom verpakt. Maar de zaligheid ligt in het luisteren naar Gods stem. Vroeger werd mij als jongetje een schelp in handen gedrukt. Zet die maar aan je oor; dan hoor je het ruisen van de zee. Tot ik ontdekte dat het het ruisen was van de bloedsomloop van mijn eigen oor.
Laten wij bidden om een goede luisterhouding, ons bij het lezen van de tekst afvragen; wat staat er precies? Wat wil de Heere met dit woord nu precies zeggen? “Spreek Heere, want uw kneacht hoort.” Vanuit die houding zijn we ook bereid te buigen wanneer een tekst een andere betekenis had dan wij dachten. Maar dat is heilzaam voor ons en tot eer van God.
Ds. A. van Vuuren
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. van Vuuren
- Geboortedatum:02-11-1948
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Capelle a/d IJssel
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus-predikant