Vervangingsleer zit me nogal hoog
Ds. W. Harinck | Geen reacties | 02-12-2004| 00:00
Vraag
Graag zou ik aan een dominee uit de Gereformeerde Gemeente willen vragen of de vervangingsleer schriftuurlijk is. De zaak is namelijk, dat ik verbonden ben aan een gemeente die deze leer huldigt. Het evangelie wordt 'vergeestelijkt': het 'oude volk' is Israël -wat in Gods ogen heeft afgedaan- en 'mijn' gemeente is 'het geestelijke volk'. Het zit mij nogal hoog.
Antwoord
Bij de vervangingsleer gaat het om de vraag of de Kerk van het Nieuwe Testament in plaats is gekomen van het volk van Israël. Als dit zo is dan staan er dus ook geen onvervulde beloften meer in de Bijbel die alleen op Israëls nationale en geestelijke toekomst betrekking hebben.
Een belangrijke tekst is Romeinen 11:26. Graag beveel ik je aan om de hoofdstukken 9,10,11 uit de Romeinenbrief aandachtig te onderzoeken. Het 26e vers van Romeinen 11 spreekt van “geheel Israël”. Wat moeten we hier onder Israël verstaan? Gaat het om de gelovigen uit Joden en heidenen of spreekt Paulus over het volk waartoe hijzelf ook behoort? De kanttekeningen zijn zeer duidelijk: Als de volheid der heidenen zal zijn ingegaan zal geheel Israël zalig worden, dat is niet enige weinigen, maar een zeer grote menigte en gelijk als de gans Joodse natie. De kanttekenaar zegt dat ze zalig worden door de prediking van het Evangelie krachtig geroepen en door het geloof gerechtvaardigd zijnde.
Het is dan ook duidelijk dat Israël niet heeft afgedaan voor God. Er is bijbelse grond om de bekering van de Joden te verwachten. Christus zal ook uit hen Zijn volheid hebben. Paulus beroept zich in Romeinen 11 op Jesaja 59 en 27. De kanttekenaren merken daarbij op dat in deze profetie de bekering beloofd wordt van Jakobs nakomelingen, op grond van Gods verbond met Israël. Paulus actualiseert deze beloften en wijst erop dat deze profetie nog niet vervuld is, maar nog vervuld “zal” worden (Romeinen 11:26,27). Wat de verwachting van de bekering van de Joden betreft bevinden we ons in goed gezelschap. W. a Brakel, Udemans, Teellinck, Koelman e.a. hadden verwachting voor een geestelijk en nationaal herstel van het Joodse volk.
We moeten wel waken voor een overspannen verwachtingspatroon, wat helemaal doorslaat naar de andere kant. Alsof we weer terug moeten naar de synagoge, de sabbat, de besnijdenis enz. Christus de gekruisigde en opgestane Zaligmaker zal zaad zien uit de beminden om der vaderen wil. En met Paulus geloven wij dat er een volk uit Israël zalig zal worden! Vanuit die verwachting mag er ook vanuit de Gereformeerde Gemeente inmiddels in Woord en daad gearbeid worden onder de Joden en wordt er gebeden om vrucht!
Ds. W. Harinck, Woerden
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Harinck
- Geboortedatum:24-02-1958
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Moerkapelle
- Status:Inactief