(...) ik raak toch een beetje in verwarring als ik het kindschap en het bedelaar...
Ds. A. Simons | Geen reacties | 02-04-2007| 00:00
Vraag
Ik wil deze vraag graag stellen aan ds. Simons. Al enige jaren ben ik een kind van God. Het geloven gaat niet vanzelf, iedere keer loop ik weer bij God weg en iedere keer zoekt Hij mij gelukkig weer op. Ondanks al mijn zonden, mijn zondige natuur, mijn afdwalingen en mijn eigenwilligheid ben ik toch heel gelukkig en verblijd mij in de Heere. Ik schep vreugde uit het onderzoeken van Zijn Woord en ben heel blij als ik iets meer van Hem mag ontdekken. Nu hoor en lees ik vaak over een bedelaarsgeloof. Luther zei: Wij blijven bedelaars. Boven rouwkaarten zie je vaak: En de bedelaar stief. Je hoort vaak uitdrukkingen als "bedelen bij de Bron, bij de genadetroon, smeek er maar om", enz. Ik ervaar dat echter helemaal niet zo. Vind het soms zelfs wat kruiperig klinken, al voel ik me weer schuldig als ik dat denk. Hij is toch mijn Vader en ik Zijn kind? Mijn kinderen hoeven toch ook niet te bedelen bij mij om eten? Dan geef ik toch ook "mild en overvloedig"? Zo ervaar ik dat eigenlijk bij God ook. Ik vraag Hem alles wat ik nodig heb en dat geeft Hij als Hij ook vindt dat ik dat nodig heb. Ik heb het eens aan iemand gevraagd en die vond dat ik niet nederig genoeg was. Nu ben ik best hoogmoedig uit mezelf en ik probeer daar ook tegen te vechten, maar ik raak toch een beetje in verwarring als ik het kindschap en het bedelaar-zijn naast elkaar zet. Naar mijn idee klopt dat niet samen. Kunt u mij helpen? Moet ik Hem vragen om meer nederigheid? Of hoef ik dat niet zo te voelen?
Antwoord
Het is goed om te lezen dat u probeert om uw innerlijk onder woorden te brengen. Het is alleen niet eenvoudig om in een paar woorden evenwichtig te reageren. Toch zou ik u willen vragen om deze regel in gedachte te houden; Wees evenwichtig! In het koninkrijk van God slaan veel mensen door. Het zij naar de ene of naar de andere kant. Het is net als een bootje op de plassen, als je teveel overhelt naar de ene of andere kant schept het bootje water. Zo ook in het koninkrijk van God. De Bijbel spreekt met twee woorden; Een rechtvaardige en tegelijkertijd een zondaar. In Christus rechtvaardig (1 Kor. 1:30) en in zichzelf (naar zijn vlees) een zondaar (Rom. 7:24a/1 Tim. 1:15b).
Geestelijk zie je vaak dat deze twee zaken ontsporen. Een bedelaar wordt iemand die ‘er buiten staat’ en bedelt om genade. Terwijl ik geloof dat Gods kind aan de ene kant een bedelaar is en blijft (Math. 15:27). Bedelaar in de zin van rechteloos in zichzelf (Math. 5:3). Geen hoogmoedige en rechthebbende houding, maar een gebroken hart is de Heere aangenaam. De keerzijde is dat hij in Christus een nieuw schepsel is en het oude is voorbijgegaan het is alles nieuw geworden (2 Kor. 5:17). Zo heeft hij macht gekregen om zich Gods kind te noemen (Joh. 1:12). Twee kanten en toch dezelfde man of vrouw.
Uw vraag is om u uzelf een bedelaar moet voelen en of u moet vragen om nederigheid? Als u mag weten dat u een geredde zondaar bent, dan maakt deze genade ons toch niet hoogmoedig maar juist klein? Ik zie voor mij die vrouw uit Lukas 7, een vrouw die wist van de vergeving der zonde. Zij was al een kind van God voordat ze bij Simon binnen komt. Deze vrouw buigt met tranen en een gebroken hart aan de voeten van haar Redder en Zaligmaker. Een vrouw die verwonderd en ootmoedig buigt voor haar Heere. De Heere Jezus zelf geeft antwoord waarom ze zo doet: “Ze is veel vergeven en heeft daarom veel lief“ (Lukas 7:47). Ik wens u van harte de gestalte toe van deze vrouw en is het misschien tegelijkertijd een antwoord op uw vraag.
Uw ds. A. Simons, Vinkeveen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Simons
- Geboortedatum:07-05-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Valburg-Homoet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: