Ik hoorde een preek van Markus 7 over de genezing van de doof/stomme man. De dom...
Ds. M. Baan | Geen reacties | 17-03-2007| 00:00
Vraag
Ik hoorde een preek van Markus 7 over de genezing van de doof/stomme man. De dominee zei dat de degenen die de man bij Jezus brachten een wondergeloof hadden, want zij “schrijven Jezus de weg voor”. Dat baseerde hij op vers 32. Het zou geen zaligmakend geloof zijn. Bij Matthew Henry kom ik dit niet tegen. De dominee ze dat we God de weg niet mogen voorschrijven hoe hij ons moet bekeren. Er is een orde des heils en als we dan dingen herkennen gaan we denken: nu moet dat komen. De dominee zei daarover: maar het begint niet met de verlossing. Ik denk dan, schrijft hij dan de Heere de weg niet voor? Er zijn toch duidelijk bijbelse voorbeelden waarbij het wel met de verlossing begint? Mensen die werden genezen, die kwamen veelal met hun ziekten van tijdelijke aard en ze gingen vaak naar huis en hun zonden waren daarbij ook vergeven. Bij deze mensen lezen we niet dat daar ellendekennis aan voorafgegaan is.
Antwoord
Het gaat over de helpers van de doofstomme uit Markus 7. Hadden die een wondergeloof? Mijn eerlijke antwoord moet luiden: dat weet ik niet! Waarom niet? Omdat ik dat nergens lees in de Bijbel. En dan weet ik dat niet. Kijk, het kan zijn dat deze helpers alleen maar uit medelijden hebben lopen rondsjouwen met die zieke man op zoek naar hulp bij de Heiland. Dan was er van enig geloof wellicht helemaal geen sprake. Maar het kan ook zijn dat zij een geloof hadden zoals die dragers die we tegenkomen in Lukas 5 (vers 19 e.v.), die daktegels hebben weggehaald van een huis en vervolgens een verlamde voor de voeten van de Heere Jezus hebben neergelaten. Lees maar in Lukas 5, wat er staat in vers 20: en Hij (Jezus) ziende hun geloof! En daar zal de Zaligmaker toch zeker geen historisch geloof, of een wondergeloof of zo mee bedoeld hebben.
Dat de helpers uit Markus 7 een wondergeloof zouden hebben gehad, dat dan afgeleid kan worden uit het feit, dat ze de Heere voorschreven om de "hand op de zieke te leggen", dat gaat mij -eerlijk gezegd- een beetje te ver. Inderdaad mogen wij God de weg van de bekering niet voorschrijven. Die schrijft Hij ons wel voor. Maar we mogen Gods Woord ook niet voorschrijven wat ze wellicht zou bedoeld hebben, daarom moeten we altijd maar erg voorzichtig zijn met onze veronderstellingen.
Overigens zit er in deze vraag nog een tweede vraag opgesloten: kan de weg ter zaligheid met de verlossing beginnen? Ik denk dat we heel helder moeten zijn: Gods verlossingswerk begint met de kennis der ellende, daar komt de kennis der verlossing bij en tenslotte voegt zich daar de kennis en het leven der dankbaarheid bij.
Maar daar is nog niet alles mee gezegd. Twee onduidelijke dingen vertroebelen deze zaak nogal eens. De eerste is deze, dat men stelt: de volgorde van ellende, verlossing en dankbaarheid is volslagen willekeurig. Dus kan het allemaal in de bekering gerust met de kennis der verlossing beginnen. Vervolgens de ellende, of de dankbaarheid en....! Net alsof je een taart aansnijdt! Het maakt niet uit bij welke punt je begint, hij komt tenslotte toch wel op! Ik denk, dat we dan op een wonderlijke wijze aan het redeneren zijn. Want om maar iets te noemen: kun je verlost zijn zonder te weten waarvan?
Een ander uiterste is de straffe redenering: eerst leer je je ellende kennen. Als dat 100 procent klaar is, dan begint de verlossing. Is dat gereed, dan kom je in de slotfase: de dankbaarheid. Achter die redenering sluipt nogal eens de wonderlijke gedachte dat sommige mensen te laat bekeerd worden om ooit nog in dit leven aan de dankbaarheid toe te komen. Zeker het toevluchtnemend geloof komt daarvoor tijd te kort.
Wat moeten we nu met deze zaak? Nou, heel simpel: een mens kan soms eerst door God iets van Zijn verlossingswerk leren kennen om vervolgens de ernst en de diepte van zijn ellende en schuld te leren kennen. De Heere kan in zekere zin alles gebruiken om een mens in de aanvang uit de wereld naar Zich toe te roepen. Zo kan iemand uit de duisternis getrokken worden door de liefde van Christus. De oude schrijver Wilhelmus à Brakel noemt dat evangelische bekeringen, terwijl hij aan bekeringen die beginnen met de overtuiging van zonde en schuld de naam wettische bekeringen meegeeft (Zie: de Redelijke Godsdienst). In de praktijk zal zeker waar zijn dat je nooit dankbaar kunt zijn voor een verlossing, als je nog niets afweet van je ellende. Maar het zal ook waar zijn, dat de Heere de één van voren leert, wat Hij de ander van achteren laat leren! De ondervinding van elke bekering is, dat je zowel het stuk van de ellende, als dat van de verlossing als dat van de dankbaarheid steeds opnieuw moet leren! Je leert namelijk, dat je in geen van die drie stukken uitgestudeerd komt! Pas als je bij de Heere bent, dà n ben je bekeerd!
Met een hartelijke groet,
Ds. M. Baan
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. Baan
- Geboortedatum:16-02-1946
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: