Wat is het verschil tussen een priester, een farizeeër en een schriftgeleerde in...
Ds. H. D. Rietveld | Geen reacties | 05-03-2007| 00:00
Vraag
Wat is het verschil tussen een priester, een farizeeër en een schriftgeleerde in de nieuwtestamentische tijd?
Antwoord
Wanneer we het Nieuwe Testament lezen komen we ook nog sadduceeërs en oudsten of ouderlingen tegen. De bedoeling van de vraag zal zijn: Wat hadden al deze soorten mensen met elkaar te maken en hoe verhielden deze stromingen zich t.o.v. elkaar en het volk? Een kort overzicht daarom.
De instellingen in de Nieuwtestamentische periode van het Joodse volk dateerden meestal vanaf de tijd na de Babylonische ballingschap, toen de teruggekeerde Joden zich onder leiding van Ezra en Nehemia zich verplichtten de wetten van God na te leven. Uit de eeuwen daarvoor weten we, behalve wat uit de Bijbelboeken zelf is op te maken, niet exact hoe alles was geregeld.
Laat ik beginnen met het sanhedrin. Dat was het hoogste godsdienstige rechtscollege, ook Hoge of Grote Raad genoemd. Een raad van 71 leden onder voorzitterschap van de hogepriester, die bestond uit de overpriesters en oudsten en vertegenwoordigers van de schriftgeleerden (vaak met deze drie categorieën aangeduid, bijv. Matt. 21:26). Dit sanhedrin kon alleen rechtsgeldige beslissingen nemen wanneer tenminste een derde van de leden aanwezig was. Zoals bijv. het geval was bij het verhoor van de Heere Jezus (Matt. 27: 1). De overpriesters vormden een groep van ongeveer tien toezichthouders op het dagelijkse tempelgebeuren onder leiding ook van de hogepriester.
De schriftgeleerden waren oorspronkelijk de priesters behulpzaam bij het onderwijzen van het volk in de wetten van Mozes en de toepassing daarvan, maar vormden op de duur een eigen groep. Zij maakten ook deel uit van het sanhedrin.
In het jodendom van die tijd waren er verschillende stromingen die elk hun aanhangers hadden onder genoemde functionarissen. Naast de essenen (die niet in het NT worden genoemd, maar een afgezonderd leven leidden en pas naderhand bekend geworden zijn door de vondst van hun geschriften in de Qumran grotten) waren er de farizeeërs en sadduceeërs. Veel hogepriesters bijvoorbeeld waren van sadduceese opvatting (Hand.5:17).
De sadduceën geloofden niet in een leven na dit leven (opstanding) en in het bestaan van engelen of geesten (Hand. 23:8). Ook erkenden ze alleen de vijf boeken van Mozes (Thora) als gezaghebbend (waarop Jezus hen aanspreekt in Matt.22:23vv. aanspreekt).
De farizeeën erkenden wel het hele OT en ook de opstanding en de geestelijke machten. Zij wierpen zich op als de zuivere bewaarders van de wetten van Mozes en hadden veel invloed bij het volk. Paulus was farizeeër geweest (Hand. 23:6 ; Filip.3:5). Opmerkelijk is dat in Hand. 6:7 wordt vermeld dat een grote schare van de priesters tot geloof in Christus was gekomen en in Hand. 15:5 lezen we dat ook van sommigen van de stroming der farizeeën.
De oudsten/ouderlingen die in het sanhedrin zaten waren vertegenwoordigers van voorname families. Zij hadden meer een bestuurlijke dan godsdienstige functie. Ze moeten niet verward worden met de oudsten/ouderlingen in de christelijke gemeente, die een louter geestelijk ambt hebben.
Ds. H. D. Rietveld
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. D. Rietveld
- Geboortedatum:06-11-1947
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nijkerk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
emeritus