(...) De mentor van ons groepje zei, dat als wij naar Hem zoeken, wij onszelf be...
Ds. M. M. van Campen | Geen reacties | 02-03-2007| 00:00
Vraag
Bij catechisatie hadden wij een discussie over de vraag of wij ons zelf bekeren of dat God ons bekeert. Ik zei dat God ons bekeert en dat wij eerst naar Hem zoeken; maar Hij ons bekeert. De mentor van ons groepje zei, dat als wij naar Hem zoeken, wij onszelf bekeerd hebben. Dat wilde er bij mij niet in. Kunt u daar iets over zeggen? Of wie heeft er 'gelijk'?
Antwoord
Om met het laatste te beginnen: “wie heeft er gelijk?” Geen van beiden heeft gelijk, jij niet en je mentor ook niet. Er is er maar Één die gelijk heeft en dat is God. Hij weet het en wij niet. Wellicht is bekering dat Gód gelijk krijgt in ons leven, dat we het met Hem eens worden. Maar dat terzijde. Laten we vooral luisteren naar wat de Heere zelf over bekering zegt in Zijn Woord.
Het is eigenlijk jammer dat er discussie is over bekering. Dat is niet de bedoeling van Bijbelse waarheden. Die moeten niet bediscussieerd worden, maar wel gehoorzaamd worden.
1. Het is opvallend dat de Bijbel vrijwel altijd spreekt over: Bekeert u (minstens 140 keer)! Dat is een opdracht met een uitroepteken erachter. De Heere Jezus begon over dit onderwerp te preken aan het begin van Zijn bediening en beval het aan het eind Zijn discipelen het in de wereld te prediken, Markus1:15 en Lukas 24:47. Er wordt zeer zelden gesproken over bekeerd worden (slechts twee keer). Jeremia bád (niet bepraten dus met anderen, maar bidden tot God): “Heere bekeer mij, dan zal ik bekeerd zijn”. Hoewel Jeremia allang een kind van God was! Dat moet ons te denken geven. Wij worden allen opgeroepen ons van ons zondige of wettische leven te bekeren tot God. Die deze oproep naast zich neerlegt, wacht een verschrikkelijke eeuwige bestemming. Zondaar, het is u bekeren of verteren, het is uw enige alternatief! Het is niet voor niets dat het er zo staat. Een bevel moet worden gehoorzaamd. En zeg dan niet: dat kan ik niet, want dat is ongeloof! Ik denk aan die man met die verlamde arm in Lukas 6:10: de Heere zei: “Strek uw hand uit”. Logisch als die man gezegd zou hebben: maar Heere dat kan ik niet! Hij ging echter niet redeneren, maar gehoorzaamde eenvoudig aan de opdracht van Jezus en ziedaar het wonder geschiede: het ging! God had een wonder gedaan, maar die man had eenvoudig gehoorzaamd. Dat is Gods weg!
2. Wat bekering is lezen we in Jesaja 55:7 de goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige zijn gedachten en hij bekere zich tot de HEERE zo zal Hij zich ontfermen. Trouwens ook in vers 1 lees ik de klemmende oproep: “O alle gij dorstigen komt... komt, ja komt!” En de Heere maar roepen tot jou en jij maar tegenstribbelen: ja maar Heere U moet het doen??? De Heere begint, jawel. Waarmee? Met jou te roepen tot Zich. Komt tot mij, zegt de Heere Jezus. Wat is daarop uw antwoord?
3. In het Nieuwe Testament vind ik het duidelijkste voorbeeld in Lukas 15: de verloren zoon. Wanneer was hij bekeerd? Toen hij zei ik zal opstaan? Nee, Toen hij in de armen van zijn vader lag? Nee, toen was hij allang bekeerd. Maar op het moment dat hij niet alleen zei, maar ook werkelijk opstond en terugging! Lukas 15:20: “En opstaande ging hij naar zijn Vader”. Zijn voeten maakten rechtsomkeer, zijn benen gingen de andere kant op 180 graden om. Niet langer met zijn rug maar met zijn aangezicht gericht naar het Vaderhuis. Ik hoop dat dit ook geldt voor de vraagsteller. Praten over bekering op catechisatie is nog wat anders dan: toen stond hij op en ging terug!!
4. Dus: God roept: wendt u tot Mij. Jezus roept: Komt tot Mij. En de zondaar mag gaan, ja moet zelfs gaan, met zÃjn benen en zÃjn voeten en zÃjn hart en zÃjn leven. En wie dan ook echt komt, ja dat laatste werkt de heilige Geest in je hart door de verkondiging van het evangelie. Hij bewerkt in je de behoefte en de begeerte, de wil om terug te gaan naar de Vader die wacht om ook jou genadig te zijn. En door Zijn Geest gedreven zal je ook gaan. Je kunt dan niet langer bij Hem wegblijven. Ik zal gaan, kom ik om dan kom ik om bij wijze van spreken.
5. Ik noem nog een Bijbels voorbeeld: Palus stond eens op de Areopagus en sprak tot de Atheners dit woord: Hand. 17:30: Met voorbijzien van de tijden der onwetendheid beveelt God nu aan de mensen dat zij zich allen overal moeten bekeren. Bekering is geen vrijblijvende zaak, bekering is ook geen zaak waar je met je armen over elkaar op gaat zitten wachten totdat het over je komt. Nee, bekering is een bevel van God. Het Woord van God komt tot je, je kunt je verzetten, je kunt ongehoorzaam zijn, maar het is in elk geval geen vrijblijvende zaak. Het is ook geen zaak waarbij de mens passief blijft. Daar helpt geen enkele uitvlucht tegen. Wie blijft zitten als een stok en blok mag misschien denken dat het een heel vrome houding is, maar het is gewoon ongehoorzaamheid.
6. Bedenk: onbekeerd is strik genomen geen Bijbels woord: het is óf afgekeerd óf toegekeerd. Of van nature nog steeds afgekeerd, met je rug naar God toe, of door genade toegekeerd met je gezicht naar Hem gericht. Eén van tweeën ben jij.
7. Tenslotte een indringende vraag aan de vraagsteller: ben jÃj bekeerd? Of om het meer Bijbels te zeggen: heb jÃj je van de afgoden tot God bekeerd, om de levende en waarachtige God te dienen en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten? 1 Thessalonicensen 1:9-10.
Ds. Paauwe antwoordde op de vraag: “ik ben onbekeerd”, met de oproep niet te redeneren, want dat past niet in het koninkrijk van God: ”Men moet zich onmiddellijk bekeren, onmiddellijk!”
Ds. M. M. van Campen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. M. van Campen
- Geboortedatum:02-03-1965
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rotterdam-Zuid
- Status:Inactief