Scheiding tussen geest, ziel en lichaam
Ds. A.J. van den Herik | Geen reacties | 08-02-2007| 00:00
Vraag
Ik heb een vraag over de mogelijke scheiding tussen geest, ziel en lichaam. Deze is met name gebaseerd op Hebr. 4:12 en 1 Thess 5:23. Echter, in hoeverre is het terecht om op basis van deze teksten (en mogelijk nog andere) te stellen dat wij een scheiding kennen van lichaam, ziel en geest. Waarbij opgemerkt kan worden dat de “geest” pas “actief” wordt na de wedergeboorte. Op basis van bovenstaande zaken is dit een belangrijk leerstellig thema geworden in bepaalde kringen (met name rond mensen als Watchman Nee of Andrew Murray). Mijn vraag is nu wat hierop het antwoord is/zou kunnen zijn vanuit de reformatorische traditie. Van daaruit is het niet zo bekend en wellicht onderbelicht? Of is het toch niet van wezenlijk belang zoals de aanhangers van bovenstaande genoemde mensen beweren? En komt dit dan mogelijk doordat de reformatorische traditie voornamelijk gestoeld is op Calvijn (dit aangezien het feit dat het verschil tussen ziel, geest en lichaam voor sommige vroege kerkvaders nog wel essentieel was)? Een uitgebreide vraag, voor mij een lastige materie maar ik hoor hier toch graag iets meer over. Bedankt!
Antwoord
De vraag die je stelt, is vrij ingewikkeld. In de eerste plaats vanwege de moeilijke en onbekende materie die aan de orde komt. In de tweede plaats omdat je voor velen van ons vrij onbekende mensen aanvoert als getuigen van een bepaalde visie. Om de vraag daarom recht te doen, moet ik eerst iets zeggen over de twee personen die je noemt. Ik wil ze voor een breder publiek introduceren, zodat hun visie ook voor anderen wat duidelijker wordt.
Andrew Murray (1828-1917) was een Zuid-Afrikaanse theoloog. Hij is vooral bekend door de mooie en warme boeken die Hij schreef over het leven met God. Sommige van die boeken zijn ook in het Nederlands vertaald. Ik heb zelfs de indruk, dat steeds meer van zijn boeken in Nederland bekend en gelezen worden. Heel actief was Murray betrokken bij de zending in zijn eigen land (en daarbuiten). Bekend is hij ook als opwekkingsprediker. Hij sprak op evangelisatiereizen in Zuid-Afrika, Europa en Amerika. Tijdens deze evangelisatiecampagnes zijn veel mensen tot geloof en bekering gekomen.
De geestelijke wortels van Murray lagen in het gereformeerde protestantisme (Calvinisme). In bepaalde aspecten is hij echter een eigen gang gegaan. In de leer van de heiliging is hij bijvoorbeeld sterk beïnvloed door de methodisten. Deze legden grote nadruk op het al maar heiliger worden van de bekeerde zondaar. Veel aandacht vroeg Murray ook voor de tweede zegen. Dat wil zeggen: een persoonlijke en bijzondere zalving met de Heilige Geest van de bekeerde gelovige. De latere Pinksterbeweging heeft dit element overgenomen en uitgebouwd, maar de aanzetten zijn al bij Murray te vinden. Grote nadruk legde Murray op de eenheid van kerken. Waar het kon, moesten christenen samengaan en samenwerken. Murray’s nadruk op het persoonlijke -door de Geest geleide- geestelijke leven, gaf hem grote openheid naar allerlei andere kerken.
Watchman Nee is voor velen nog onbekender. Ook voor mij was hij dat. Ik herinner me dat mijn ouders destijds een boekje van hem in de kast hadden staan: “Het normale christelijke leven” (over Romeinen 6: 1-17). Ik had toen wel door dat de man een Chinees moest zijn geweest, maar verder kende ik de schrijver niet. Dit boekje was overigens één van de bestsellers van Nee; het is in tal van talen vertaald.
Wie was Watchman Nee? Nee Tao Shu (1903-1972), zoals hij eigenlijk heette, werd al op zijn 18e christen. Deze bekering had grote gevolgen, want hij stopte met de studie die hij volgde en begon zich toe te leggen op Bijbelstudie en het preken van het evangelie. Op zijn 25e schreef hij een driedelig boek “De Geestelijke mens”, waarin hij de groei naar geestelijke volwassenheid schetste. Sterke nadruk legt Nee hierin op de overwinnende kracht van Gods genade. Christus’ dood is bij machte om ook in ons leven alles wat niet uit God is te doden. Het gaat in het christelijke leven om een radicale overgave en een volkomen strijd tegen de zonde. Zo komt geestelijke groei tot stand. Voor kerkelijke structuren had Nee weinig respect. Christenen moesten zich zondermeer bij elkaar voegen. Praten over kerkordes en regelingen leiden alleen maar af van de kern. “Zij die werkelijk helemaal in overeenstemming met Gods waarheid proberen te leven, zullen in hun midden de ware vrijheid kennen”, zo zei hij eens. Voor dogmatiek (geloofsleer) had Nee ook niet veel aandacht. Alleen de Bijbel is belangrijk.
Het werk van Nee in China is zeer zegenrijk geweest. Hij was een begaafd en gezegend prediker, die veel Chinezen -en anderen- wist te bereiken met zijn Bijbelse prediking. Hij leefde wat op gespannen voet met westerse zendingsorganisaties. Nee vond dat de Chinezen best hun eigen kerkstructuur konden opzetten -een heel platte structuur moest dit dus volgens hem zijn, met vrij onafhankelijke plaatselijke gemeenten- en dat ze niet lastig gevallen moesten worden met kerkstichtingen vanuit het buitenland. De westerse zendelingen hadden namelijk vaak de neiging om in China en anderen landen een soort dependance te stichten van hun eigen kerkelijke organisatie. Zodoende kreeg je ook in China (en andere landen) de kerken die wij in het Westen ook allemaal hadden. In 1952 is Nee, die inmiddels een welbekend theoloog en kerkleider in China geworden was, door het communistische regime gevangen genomen. Hij is uiteindelijk 20 jaar later ook in de cel overleden. Als een getrouw en standvastig getuige van zijn Meester!
Wat is nu het verband tussen Murray en Nee. Andrew Murray behoorde - met o.a. J.N. Darby - tot de schrijvers die Nee het meest beïnvloed hebben. De drie punten die we bij Murray signaleerden, komen we ook bij Nee tegen.
1. Veel aandacht voor het heiligend werk van de Geest in de bekeerde zondaar. Een christen wordt steeds heiliger, als hij tenminste een goed gebruik maakt van de genademiddelen (zoals Bijbellezen, bidden, mediteren, zelfonderzoek, etc.)
2. De Geest geeft ook bijzondere ervaringen. (Net als Murray, is ook Watchman Nee een veel gelezen schrijver bij de Pinkstergroeperingen.)
3. Weinig aandacht voor de kerk en (zeker bij Nee) voor de officiële geloofsleer. Eigenlijk wil men alleen van de Bijbel weten en schuift men alle andere boeken uit de kerkgeschiedenis terzijde. Men heeft weinig oog voor historisch gegroeide kerkverbanden en bepleit een verregaande oecumene, met alleen de Bijbel als bron en norm.
Ongetwijfeld zijn Nee en Murray grote christenen geweest en hebben ze belangrijk werk gedaan. Dat ze de Bijbel als enige uitgangspunt voor hun kerkelijk denken en geloofsverstaan gebruikten is aansprekend en verfrissend! Toch moet je met zo’n biblicistische benadering oppassen. Wie de geschiedenis van de kerk vergeet, dreigt opnieuw in fouten die al in het verleden gemaakt zijn, te vervallen. En: wie vanuit enkele Bijbelteksten een heel systeem opzet, vervalt gemakkelijk in onjuiste visies. Dit laatste is nu het geval bij op de opvatting van Nee (en Murray) over Hebr. 4:12 en 1 Thess. 5: 23.
We bekijken de teksten wat van dichtbij. “Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en des geestes, en der samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten” (Hebreeën 4:12). “En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus” (1 Tessalonicenzen 5:23).
In deze teksten worden verschillende aspecten van ons mens-zijn onderscheiden: ziel, geest, lichaam. Op grond van deze teksten -en andere- maken wij onderscheid tussen ons zielsleven, ons psychische leven en ons lichaam. Als mensen zijn we vanuit de schepping aangelegd op een (goede) verhouding met God, onszelf en de naaste en ons eigen lichaam. We kunnen geloven, nadenken en willen, spreken en handelen. De aspecten (ziel, geest en lichaam) duiden dus verschillende kanten van ons menselijk wezen aan. Deze aspecten zijn wel te onderscheiden, maar niet te scheiden.
Wat zegt nu Nee hierover? “De ziel, het vleselijke deel van de mens, dat geen ontvankelijkheid heeft voor de dingen van God, moet onder controle gebracht worden door de geest, die op haar beurt weer geleid moet worden door de Heilige Geest.” “De geest is het edelste deel van de mens en woont in het allerdiepste stukje van ons bestaan. Het lichaam is het laagste deel en neemt het buitenste stukje van ons bestaan in. Tussen deze twee gebieden [de geest en het lichaam] woont de ziel, die als een bemiddelaar tussen beide fungeert. Het lichaam is als een schil van de ziel, terwijl de ziel de verpakking van de geest is.”
Deze moeilijke en diepzinnige uitspraak betekent dus dat de werking van Gods Geest vooral (of uitsluitend) via onze geest tot ons komt. Moeten we hierbij dan “geest” verstaan als “denken”, eventueel “het tot ons nemen van het Woord”? Of is geest in dit verband meer ons “voelen”? Een vraag hierbij zou kunnen zijn: als de Geest zich vooral op het denken richt, hoe werkt Hij dan bij verstandelijk gehandicapte mensen?
1. Houdt Nee er wel voldoende rekening mee dat ook de vermogens van onze geest -net als van onze ziel- door de zonde aangetast zijn en daarom herijkt en herschapen moeten worden?
2. Bekering is niet slechts het opstaan van een tot dan toe dode geest. Maar een herleving van de totale mens door de aanraking van God. Niet alleen de geest (het denken) wordt herschapen, maar ook het voelen en het willen. Een mens wordt in al zijn oorspronkelijke functies aanvankelijk hersteld. Er komt een nieuwe relatie met God, met zichzelf en met anderen.
3. Heeft Nee uiteindelijk -net als Murray- niet iets te veel verwachting van de wedergeboren mens? Ook een bekeerde zondaar, blijft een zondaar. Een christen wordt een twee-mens. Kijk maar naar de strijd die Paulus beschrijft in Romeinen 7. Opmerkelijk is dat bij deze heiligheidspredikers weinig oog is voor de blijvende realiteit van de zonde in het christenleven. Min of meer tenderen ze naar de visie van de grote methodist Wesley, die het perfectionisme leerde: een christen kan het stadium bereiken dat hij niet meer zondigt.
4. Krijgt het werk van de Heilige Geest niet teveel nadruk, los van het werk van de Vader en de Zoon. Wordt de stap naar de Pinksterbeweging zo niet heel klein?
5. Heeft Nee wel voldoende oog voor de waarde van ons lichaam, als schepping van God?
6. Een exegetisch bezwaar: proberen Nee en Murray niet teveel de tegenstelling vlees en geest (soma en pneuma) toe te passen op functies van ons menselijk wezen. Ik bedoel: niet alleen ons lichaam is vleselijk, maar ook onze ziel en geest. Daarentegen moet ons hele mens-zijn door de Geest doorademd worden. Paulus geeft m.i. niet een uitvoerige leer van de mens, maar een dieptedoorsnede van ons mens-zijn! Voor een uitvoerige behandeling van wat Paulus bedoelt, verwijs ik naar handboeken zoals J. Ridderbos, Paulus, Van Genderen/Velema, Dogmatiek.
Tenslotte: Mij dunkt, dat Nee en Murray al te gemakkelijk de lessen uit de kerkgeschiedenis aan de kant schuiven? Terug naar de Bijbel is goed, maar te groot biblicisme kan ook wat gevaarlijk zijn: wij zijn niet de eersten die de Bijbel lezen! Zo doet mij de visie van Nee n.a.v. 1 Thess, 5: 23 denken aan de visie van Origenes. Op grond van o.a. deze tekst bedacht Origenes zijn leer van de drievoudige Schriftzin. Elke Bijbeltekst heeft drie betekenissen, zo zei Origenes: Een duidelijk betekenis (voor gewone christenen: vlees), een ingewikkelde betekenis (voor verder gevorderden: ziel/psyche) en een bijzondere betekenis (pneuma/geest), voor ingewijde (door de Geest geleerde) christenen. Deze visie van Origenes heeft nogal wat kwaad gedaan in de kerk, en het is gelukkig dat Luther en Calvijn er vrij radicaal mee afrekenden.
Een heel systeem opzetten op grond van een -vrij bijzondere, en lang niet algemeen aanvaarde, en niet door de context van dit Bijbelgedeelte en de algemene boodschap van de Bijbel gesteunde- uitleg van enkele Bijbelteksten is gevaarlijk. Persoonlijk acht ik de uitleg van Nee niet bijzonder vruchtbaar. Als Paulus zoiets bijzonders, ingewikkelds en nieuws had willen zeggen in deze tekst -een compleet nieuwe mens-leer dus!- dan zou hij daar wel meer woorden aan gewijd hebben.
Ik hoop dat ik je vraag zo voldoende heb beantwoord en dat ook anderen er iets van opgestoken hebben.
Ds. A. J. van den Herik
Als literatuur gebruikte ik:
Artikel: “Norman H. Cliff: Watchman Nee” Church Planter and Preacher of Holiness
Artikel: “Murray, Andrew” in: Ferguson, S. B., & Packer, J. (2000, c1988). New dictionary of theology (electronic ed.) (447). Downers Grove, IL: InterVarsity Press.
Artikelen: “Murray, Andrew” en “Nee, Watchman” in: Douglas, J. D., Comfort, P. W., & Mitchell, D. (1997, c1992). Who's who in Christian history. Illustrated lining papers. Wheaton, Ill.: Tyndale House. (electronic ed.)
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.J. van den Herik
- Geboortedatum:20-01-1966
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Moerkapelle
- Status:Inactief