Een tijdje geleden heb ik een miskraam gehad (...) Wanneer kun je een ongeluk o....
Ds. C. den Boer | Geen reacties | 01-02-2007| 00:00
Vraag
Een tijdje geleden heb ik een miskraam gehad. Op zich heb ik het wel redelijk verwerkt, maar ik heb een heel vervelende opmerking gekregen van een familielid. Die zei min of meer in bedekte termen dat het wel een straf zou zijn voor ons. Nu heb ik een gesprek hierover gehad tijdens het huisbezoek en toen zei de ouderling dat je het niet moet zien als straf op de zonde. Hij zei dat de Heere je naar hem wil uitdrijven met dit soort gebeurtenissen. Ik vond dat wel een mooie gedachte en dat is ook zeker gebeurd op dat moment, maar nu heb ik een preek gehoord die me toch weer aan het denken zet. De dominee. preekte over de kreupele in Bethesda en die had een bepaalde zonde gedaan, waardoor hij zolang ziek was geweest. Wanneer kun je een ongeluk o.i.d. nou zien als straf of dat het iets anders is? En dan bedoel ik niet voor een ander, want dat is niet aan ons om te bepalen, maar voor jezelf. Aan de andere kant is het toch zo dat als de Heere doet naar onze zonden, zouden we niet meer in leven zijn? Ik vind dit erg lastig en hoop op een beetje duidelijkheid hierover. Alvast dank voor uw reactie.
Antwoord
In het algemeen gesproken is er zeker verband tussen zonde en ziekte. “Waren er geen zonden, er waren geen wonden.” Maar het is niet zo dat de Heere elke zonde afstraft door ons ziekte of een of andere ramp te doen toekomen. Als dat zo zou zijn, zouden wij inderdaad geen leven hebben. Maar als de Heere ons leed toeschikt heeft Hij daar zeker een wijze bedoeling mee. Lees Zondag 9 (vraag en antwoord 26) van de Heidelbergse Catechismus maar eens.
In een preek over de zieke van Bethesda (Joh.5:1vv) heb ik daar eens het volgende van gezegd: “In die tweede ontmoeting tussen Jezus en de 38 jaar zieke en herstelde man -een vervolg op hun treffen in Bethesda- komt Jezus maar niet met een vraag. Het gaat er ogenschijnlijk zelfs frontaal naar toe. “Zie gij zijt gezond geworden; zondig niet meer, opdat u niet wat ergers geschiede” (vs. 14). Bedoelde Jezus te zeggen, dat hij om zijn eigen schuld -een speciale zonde misschien- 38 jaar lang ziek gelegen had? Nee. Zo direct wordt hier het verband tussen zonde en ziekte niet gelegd. Niet zoals Jezus’ discipelen het later onder woorden brachten, toen ze een blindgeborene in de buurt van Siloam te Jeruzalem zagen zitten en meenìden, dat die man blindgeboren was, omdat hij of althans zijn ouders een groot kwaad moesten hebben bedreven (Joh. 9:1vv).
Het verband tussen zonde en ziekte is subtieler. Laat Jezus het uitleggen in Zijn merkwaardige woord tot de genezen man van Bethesda. Twee dingen daarover.
1. Jezus zegt: “Man, u zou nog iets ergers kunnen meemaken dan 38 jaren ziekte”. Heeft die genezen man het begrepen? Ik weet het niet. Als wij het maar verstaan. Wat denkt u ervan, als ziel en lichaam beide verdorven worden in de hel? Hebt u daar wel eens over nagedacht? Zit u er wel eens over in?
2. En dan het tweede. Jezus zegt niet: “Man, jij hebt je ziekte te danken aan extra groot kwaad”. Hij zegt wel: “Je zou je gezondheid verkeerd kunnen gaan gebruiken. Nu ben je dankbaar. Maar straks ga je met de weldaad van je genezing wellicht een heel verkeerde kant op. Laat de zonde over jou niet heersen. Nooit meer.”
Mag Jezus dat zeggen? Ook tegen mij en u? Ja, ook als wij nooit ernstig of langdurig ziek zijn geweest. Vgl. Joh. 8:11 (de overspelige vrouw). Durft u het wel tegen de Heere te zeggen: “Met Uw hulp, Heere, nooit meer dat leven van vroeger waarin ik zo hartstochtelijk mezelf liep te bevredigen. Ik heb er schoon genoeg van. Laat mij voortaan U dienen met alles wat U mij gaf.” Zie op Hem Die niet alleen Man van smarten was, maar ook Borg. Hij wil u door Zijn bloed steeds wassen en door Zijn Geest steeds reinigen. Zodat u Hem met heel uw leven mag dienen.”
Wat de ouderling op huisbezoek tegen u zei, was zeker een goede raad. Leg alles maar in de handen van Hem Wiens wegen wij niet altijd kunnen doorgronden. Er zijn raadsels in het leven, waarvan geldt wat Jezus eens zei: “U zult het na dezen verstaan” (Joh.13:7). Of zoals een blinde dichteres eens dichtte: “Schijnen mij Uw wegen duister, Heer’ ik vraag U niet waarom, eenmaal zie ik al uw luister, als ik in Uw hemel kom.”
Gaarne Gode bevolen,
Uw ds. C. den Boer
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. den Boer
- Geboortedatum:20-04-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dominee den Boer is op 11 juni 2019 overleden.
Website: dsdenboer.refoweb.nl
Lees ook: 'Digitale levenswerk ds. C. den Boer afgerond' & 'Ds. C. den Boer overleden'