(...) Ik kan me moeilijk een beeld vormen van het feit dat een nietig mensje een...
Ds. G. Herwig | Geen reacties | 01-02-2007| 00:00
Vraag
Wat doet een zondaar God aan als hij of zij zondigt? Als een man snauwt tegen zijn vrouw, dan doet hij haar verdriet. Daar krijgt hij, als het goed is, spijt van want hij heeft zijn vrouw lief. Als hij zijn vrouw bedriegt, kan zijn gedrag wanhoop, woede, intens verdriet oproepen bij zijn vrouw. Is het zo te verwoorden wat een zondaar God aandoet? Is dat ook soms verdriet (naast toorn)? Ik kan me moeilijk een beeld vormen van het feit dat een nietig mensje een almachtig God kan kwetsen. Is daar vanuit de Bijbel iets over te zeggen?
Antwoord
Een heel “intieme” vraag. Mooi dat je die stelt. Maar ook best moeilijk te beantwoorden, want ik ben ook zo’n “nietig mensje” die nog maar zo weinig weet van de Koning van mijn leven. Toch spreekt de Bijbel soms heel “antropomorf” (menselijk) over God. Dat Hij ogen heeft die zien, oren die horen, een mond om te spreken (dit tegen de afgoden, de niet-goden, die ogen hebben maar niet zien, oren, maar niet horen, een mond, maar zij kunnen niet spreken). De Bijbel vertelt ook -met name middels de profeten- over hoe God reageert op de zonden van Zijn volk Israël. God walgt van al maar méér offers, terwijl het hart er niet bij is. Het berouwt God over het kwaad dat Hij gedacht had Ninevé te zullen doen.
Eén ding is zeker -en je stipt dat zelf al aan in het intermenselijke verkeer tussen man en vrouw- liefde is teer. Dus ook de liefde van God tot jou en van jou tot God is teer! Daar kan niets tussen zitten. Zondigen tegen Gods wet is erg, maar zondigen tegen Gods liefde is zo teer. Wat een diep verdriet spreekt er uit Jezus’ woorden als Hij over Jeruzalem uitroept: “Jeruzalem, Jeruzalem... hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen... en gijlieden hebt niet gewild” (Matth. 23:37).
De almachtige God is in Jezus’ komst naar deze aarde “geopenbaard in het vlees”. Jezus weende bij het graf van Lazarus. Er is in de hemel blijdschap over één zondaar die zich bekeert. Kortom: Wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht...(1 Kor. 13:12a). Wie God lief gekregen heeft uit pure genade roept het weleens in verwondering uit: “Wij hebben Hém lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad”. Lees voor jezelf Hooglied 5 over de onverschilligheid en het berouw van de bruid. En verlang naar het moment, waarop het zondigen tegen een goeddoend God voor eeuwig voorbij zal zijn!
Ds. G. Herwig, Kamerik
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G. Herwig
- Geboortedatum:10-03-1957
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Nunspeet
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Emeritus-predikant