(...) Uit deze tekst kun je de conclusie trekken dat diegene die niet overwint, ...
Ds. J. Westerink | Geen reacties | 01-02-2007| 00:00
Vraag
Een vraag aan dominee J. Westerink. Ik las in Openbaringen: "Die overwint, die zal bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitdoen uit het boek des levens, en Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen." Uit deze tekst kun je de conclusie trekken dat diegene die niet overwint, zijn naam uit het boek des levens zal worden gewist. Er wordt vaak gesproken dat "In de nooit begonnen eeuwigheid, de Heere beslist heeft wie in het boek des levens zou staan". Echter, de bovengenoemde tekst spreekt op een voor ons menselijk verstand te begrijpen manier. Hoe moet ik dit nu allemaal plaatsen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Je vraagt om een uitleg van Openbaring - niet "Openbaringen", want dit boek bevat blijkens de naam die het draagt een openbaring van Jezus Christus die een geheel is -, en wel van Openb. 3: 6. Daarbij gaat het je vooral om de woorden "Ik zal zijn naam geenszins uitdoen uit het boek des levens." Kan dat wel, dat je naam uit dat boek wordt gedaan?
Het gaat hier inderdaad over de uitverkorenen, wiernamen de Heere van eeuwigheid geschreven heeft in het Boek des levens, dat verderop in de Openbaring ook wordt genoemd: het Boek des levens des Lams, een aanduiding, die er bij bepaalt dat uitverkiezing altijd uitverkiezing in Christus is. Hij heeft degenen die de Vader Hem gegeven heeft gekocht met de dure prijs van Zijn dierbaar bloed. Wanneer je naam in dat boek staat, wanneer je uitverkoren bent in Christus, is het dan mogelijk dat de Heere jouw naam alsnog uit dat boek schrapt?
Nee. En dat staat ook niet in Openb. 3: 6. Daar staat het tegenovergestelde: dat zal God beslist niet doen! Nu moet je uit die woorden niet de conclusie trekken, dat dat dus op zichzelf wel kan, want dat staat er niet. En met ons concluderende “en dus” moet je altijd geweldig oppassen. Dan gaan we met ons verstand te werk waar geloof gevraagd wordt.
Weet je waar je op moet letten. Deze woorden staan in een bepaald verband: in de brief aan de gemeente van Sardes. Die gemeente krijgt van de Heere de ontstellende woorden te horen dat ze de naam hebben dat ze leven, maar in werkelijkheid dood zijn. Het is een gearriveerde gemeente, die er van uit gaat dat ze deel hebben aan het leven in Christus. Natuurlijk hebben ze het en zijn ze er. "Wij gaan ten hemel in en erven Koninkrijken". Het kost hen geen strijd. Ze hebben het al en ze zijn er al. De Heere zegt: dat is een vergissing. Wie overwint en die overwinning is er niet zonder strijd. En die overwinning is er niet zonder het geloof, dat hoe langer hoe meer de taal van zondag 51 HC gaat verstaan. Waar de Heilige Geest het ware geloof werkt, daar krijgen we vijanden die niet ophouden ons aan te vechten. In die strijd blijft slechts staande die bidt: "Wil ons toch staande houden door de kracht van Uw Geest, totdat wij eindelijk ten enenmale de overhand behouden". De woorden waar jij op doelt dienen als een aansporing om waakzaam te blijven en niet in valse rust weg te zakken. Want dan zou het wel eens kunnen zijn dat je aan het einde ontdekt, dat je je vergist hebt. Wie in de geestelijke strijd, waarin elke gelovige terecht komt, staande blijft en overwint, zal alles beërven. De Heere geeft Zijn volk de zege. Maar de kroon der overwinning wacht aan het einde. Tot dan geldt: leef niet in valse rust maar strijd de goede strijd des geloofs. Die strijders zijn meer dan overwinnaars door Hem Die hen heeft liefgehad. Niemand zal hen uit de hand van de Heere rukken.
Ds. J. Westerink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. Westerink
- Geboortedatum:25-08-1939
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Urk (Maranatha)
- Status:Inactief