God nabij in de hel
Ds. M.A. Kuyt | Geen reacties | 17-03-2005| 00:00
Vraag
Pas had ik een discussie met een vriendin. Hierin gaf zij aan dat als je naar de hel gaat, God ook daar nog bij je is omdat je altijd naar de kerk gegaan bent en je er zelf niets aan kunt doen of je wel of niet in de hemel komt. Ik heb juist altijd geleerd dat als je altijd naar de kerk gegaan bent, als christen hebt geleefd en toch niet in God hebt geloofd, dit je eigen schuld is en de straf zwaarder is dan voor hen die nooit of weinig van God gehoord hebben. Mijn vraag: waar haalt men vandaan dat God je ook in de hel nabij is en de andere kant: waar haalt men vandaan dat de straf zwaarder wordt? (Mijn vraag gaat niet over de uitverkiezing en over hoe je tot God komt, e.d.)
Antwoord
Wanneer wij recht doen aan de Schrift, dan kunnen we nergens vinden dat God ook in de hel zou zijn. Dat is immers de plaats van uiterste Godverlatenheid. Of het moest zijn dat God Zich in de hel openbaart in Zijn toorn. Maar dat zal niet de nabijheid zijn, die je vriendin bedoelt. Bovendien zal onze kerkgang op zich ons niet zalig maken. En we kunnen de naam hebben een christen te zijn, terwijl we het niet zijn. Het geloof in Christus als werk van de Heilige Geest in ons hart is beslissend. Kortom: we kunnen zulke gedachtegangen, zoals die door je vriendin verwoord worden, niet uit de bijbel halen.
Onze verantwoordelijkheid neemt wel toe, naarmate we meer van de bijbel en het geloof weten. Ik denk aan de gelijkenis van de getrouwe en ontrouwe dienstknecht (Luk. 12:41-48). De ene dienstknecht dient zijn heer en de ander niet. In dat verband lezen we in vs.47 en 48: "En die dienstknecht, welke geweten heeft de wil van zijn heer en zich niet bereid noch naar zijn wil gedaan zal hebben, die zal met vele slagen geslagen worden. Maar die denzelven niet geweten heeft en gedaan heeft dingen, die slagen waardig zijn, die zal met weinig slagen geslagen worden. En een iegelijk wien veel gegeven is, van dien zal veel geëist worden; en wien men veel vertrouwd heeft, van dien zal men overvloediger eisen."
Uit deze woorden kunnen we opmaken dat we zwaarder gestraft worden als we de weg geweten hebben en niet bewandeld. Wie de wil van de heer kent en er niet naar leeft, die zal veel slagen ontvangen. Wie echter de wil van de heer niet kent, zal voor dezelfde vergrijpen weinig slagen krijgen.
Over verschil in straf en onze verantwoordelijkheid kunnen we ook iets vinden in Matth.11:21-22: "Wee u, Chorazin, wee u Bethsaida! want zo in Tyrus en Sidon de krachten geschied waren, die in u geschied zijn, zij zouden zich in zak en as bekeerd hebben. Doch ik zeg u, het zal Tyrus en Sidon verdraaglijker zijn in de dag des oordeels dan ulieden." Er is een lichtere straf voor Tyrus en Sidon omdat zij minder mogelijkheden hebben gehad dan de steden ten noorden van het meer van Galilea. De mens wordt niet alleen geoordeeld naar zijn werken, maar ook naar wat hij gedaan zou kunnen hebben (vgl. Jac. 4:17). In Matth.23:14 kunnen we ook lezen dat de schriftgeleerden en farizeeërs zwaarder oordeel zullen ontvangen. Uit Rom. 2:5-6 kunnen we eveneens opmaken, dat mensen zich een schat (van toorn) vergaderen in de dag des oordeels naar hun werken. Er is dus verschil in straf (zoals er ook verschil is in beloning.
Laten we ernst maken met deze zaken en niet rusten voordat we in Christus de zaligheid gevonden hebben. Niet allereerst om de helse straf te ontvlieden, maar om in Christus voor God vrucht te dragen. Tot Zijn eer. Wat heerlijk als we Christus door genade uit de hemelen mogen verwachten, Die ons verlost van de toekomende toorn (1 Thess.1:10).
Ds. M. A. Kuyt, Genemuiden
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.A. Kuyt
- Geboortedatum:17-04-1957
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wijk en Aalburg
- Status:Inactief