Censuur binnen Hersteld Hervormde Kerk
Ds. J.L. Schreuders | Geen reacties | 12-12-2006| 00:00
Vraag
Een aantal vragen over de censuur binnen onze Hersteld Hervormde Kerk. Wie mogen er onder censuur gesteld worden? Zijn dit alleen belijdende leden, of ook doopleden? En kunt u mij iets vertellen over de trappen in censuur? Wanneer iemand een verborgen zonde gedaan heeft, kan hij/zij ook direct onder een bepaalde trap van censuur gezet worden?
Antwoord
Allereerst de vraag of de censuur gaat over de belijdende leden of ook over de doopleden. Deze vraag moet als volgt beantwoord worden: In principe alleen over de lidmaten der kerk. De derde belijdenisvraag spreekt over “onder haar opzicht” (der NHK) getrouw zijn onder bediening van het Woord, etc. Bij het belijdenis doen aanvaardt men dus het opzicht der kerk. Doopleden kunnen uiteraard wel onder het persoonlijk onderling vermaan vallen, maar niet onder officiële maatregelen van kerkelijke tucht.
Zeker zijn er trappen in de tucht. Onderscheid moet worden gemaakt of het een 'gewoon' gemeentelid betreft of een ambtsdrager. Het opzicht over een gemeentelid berust bij de kerkenraad, in het bijzonder de ouderlingen met de predikant (ook wel het consistorie genoemd). Opzicht over de ambtsdragers komt een kerkenraad niet toe. Zaken dienaangaande moeten onverwijld ter hand worden gesteld aan de Regionale Commissie voor het opzicht. Daarin zitten ambtsdragers benoemd door de classes die de zaak volgens een procedure van hoor en wederhoor beoordelen en tot een uitspraak komen. Dat kan een vermaning zijn. Dat kan een (tijdelijk) verbod zijn tot uitoefening van de ambtsbediening, maar ook een volledige ontzetting uit het ambt. Hangende de procedure kan er in bepaalde gevallen een (tijdelijke) schorsing worden opgelegd. Dit is echter geen maatregel van kerkelijke tucht, maar een noodmaatregel totdat er een uitspraak is gedaan. Vindt er vrijspraak plaats dan leidt dit tot algehele rehabilitatie.
De tucht over gemeenteleden kan bestaan uit een vermaning. Dat is de eenvoudigste vorm. In de praktijk wordt nog wel eens het stil vermaan toegepast. Dat is wel een tuchtmaatregel maar die wordt niet openlijk afgekondigd. Dat laatste kan dus ook. Bij een vermaning moet men dan niet denken aan een gesprek onder vier ogen o.i.d. (dat gaat allemaal aan de tuchtmaatregelen vooraf) maar een schriftelijke officiële afkeuring en oproep tot bekering i.v.m. leer of leven. Verder vormen zijn uitsluiting van het H.A. en in een ergste geval uitsluiting uit de gemeenschap van de kerk. Daar gaat een kerkenraad uiteraard niet snel toe over, maar het kan wel.
Altijd moet hoor en wederhoor zijn toegepast, moet de beschuldigde kans gehad hebben zich te verweren en inzage gehad in de stukken. Men kan ook altijd in beroep gaan bij de generale commissie voor het opzicht. Dat is een landelijk orgaan van de kerk, die dan een eindoordeel geeft. Iemand kan ook hangende de behandeling binnen een kerkenraad tijdelijk uitgesloten worden van deelname aan het avondmaal. Maar dan is strikt genomen nog van geen tuchtmaatregel sprake, omdat de zaak nog in behandeling is. Analoog aan de ambtsdrager betreft het dan een soort schorsing met rehabilitatie in geval van vrijspraak. Leidt de uitspraak echter tot afhouding van het sacrament of uitsluiting uit de gemeenschap der kerk, dan vindt wel altijd openlijke afkondiging plaats.
In de hoop je vraag enigszins beantwoord te hebben.
Met vriendelijke groeten,
Ds. J. L. Schreuders
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.L. Schreuders
- Geboortedatum:24-08-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Boven-Hardinxveld
- Status:Actief