Goeddoen aan huisgenoten van het geloof

Ds. R. Veldman | Geen reacties | 08-12-2006| 00:00

Vraag

Er staat in Galaten 6 vers 10: Doe wel aan alle mensen inzonderheid de huisgenoten des geloofs. Moet ik deze bijbeltekst in het dagelijkse leven in praktijk brengen door bijvoorbeeld mijn brood bij de bakker te kopen van onze kerk en je fiets bij een reformatorische fietsenmaker, etcetera. Of wordt hier iets anders mee bedoeld?


Antwoord

Beste vragensteller(ster),
 
Wanneer we de tekst uit Galaten 6 vers 10 lezen, dan zegt Paulus daar dat we aan “alle” mensen wel moeten doen. Aan allen, die de Heere op onze weg plaatst en die hulp nodig hebben moeten we dus goed doen. We mogen geen enkel onderscheid maken! Dat kan in stoffelijk opzicht zijn, maar ook in morele zin. Tegelijkertijd echter zegt Paulus in het slot van dit vers dat deze roeping het eerste en allermeest geldt voor de huisgenoten van het geloof. Maar, en dat is dan het probleem, dán roept deze tekst wel een beetje spanning op tussen het goed doen aan allen en het meest aan de huisgenoten van het geloof. In de Bergrede wordt er op gewezen goed te doen aan de gelovigen, zelfs aan onze vijanden. Datzelfde lezen we ook nadrukkelijk in Romeinen 12:9-21. Bedoelt onze tekst dan wel dit onderscheid?
 
De kernvraag is wie er worden bedoeld met de huisgenoten van het geloof. Hierboven gingen we uit van medegelovigen in het algemeen. Echter de woorden kunnen ook betekenen, diegenen die zich inzetten voor het geloof of de “bouwers van het geloof.” Wie zijn dan die bouwers? Dat zijn de in vers 6 genoemde leraren. Daar lezen we:"En die onderwezen wordt in het Woord dele mede van alle goederen dengenen die hem onderwijst.” In onze tekst  keert Paulus dus terug naar die leraren. Hen moeten we in het bijzonder goed doen.

In de verzen 7 t/m 9 breidt hij in het beeld van zaaien en oogsten dit goed doen uit in algemene zin. Christenen moeten altijd goed doen! In vers 10 trekt hij de conclusie uit het voorafgaande. Zo dan, terwijl wij tijd hebben laat ons goed doen aan allen (verzen 7 t/m 9) maar meest aan de huisgenoten des geloofs of de “bouwers van het geloof”. Zie vers 6.
 
Kortom op deze wijze is er in de tekst geen sprake van dat bij hulpverlening de gelovigen vóór de ongelovigen gaan. Nee, er moet hulp geboden aan allen, maar hierbij moet eerst de aandacht gericht worden op de leraren van de gemeente. Zij mogen zeker niet vergeten worden. Wellicht gebeurde dat wel eens en waarschuwt hij daarvoor. Zo krijgt de tekst in zijn verband gelezen toch een wat andere lading. Doe er je winst mee en probeer er ook naar te leven in de kracht van de Heere!
 
Ds. R. Veldman, IJsselmuiden

Dit artikel is beantwoord door

Ds. R. Veldman

  • Geboortedatum:
    15-10-1951
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Status:
    Inactief
13 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

God van de christenen

In welke God gelooft een christen? Ik ken Jezus en meestal word ik wel heel blij wat ik over hem hoor en lees. Maar als ze het over God hebben dan bedoelen ze iets of iemand anders. Wat is dat?
Geen reacties
08-12-2015

Voor studie snijden in organen

Voor mijn studie moet ik soms menselijke organen bekijken en soms hierin snijden. Kan dit worden gedaan als christen?
Geen reacties
08-12-2016

Zonde in de wereld door één mens

De zonde is toch door Eva in de wereld gekomen, want zij at het eerst? Hoe moet ik dat rijmen met de woorden van Paulus: “Door één mens is de zonde in de wereld gekomen”?
Geen reacties
08-12-2017
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering