Niet zonder catechismus en de drie formulieren van enigheid kunnen
Ds. C. den Boer | Geen reacties | 24-08-2003| 00:00
Vraag
Vrienden van mij zeggen dat we als kerk niet zonder de catechismus en de drie formulieren van enigheid kunnen. Ik ben van mening dat we dat wel kunnen. We hebben de bijbel toch? Is dit dan niet genoeg? Graag zou ik daarnaast wat uitleg over de functie van de HC en de drie formulieren in de kerk krijgen.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Over het wezen, de noodzaak en de functie van belijdenisgeschriften zou ik het volgende willen zeggen: Achterin ons kerkboek vinden we ze: de drie formulieren van enigheid (Heid. Cat., Ned. Gel. Bel., Dordtse Leerr.). Dat zijn de belijdenisgeschriften waarin uitgedrukt is wat het geloof is van de kerk der Reformatie in Calvijnse zin. Eerst kort iets uit de geschiedenis.
A. De Heidelberger: is in 1561 geschreven door Ursinus en Olevianus (resp.27/29 jaar) te Heidelberg; in 1563 in het Nederlands vertaald door Petrus Datheen. Toen aan OIevianus op zijn sterfbed werd gevraagd, of hij van de zaken die hij in zijn leven had beleden nog steeds zeker was, antwoordde hij: "Certissimus" (volkomen zeker). Het leerboekje van de Heidelberger (52 zondagen) is bedoeld om de (vaak zo onwetende) gemeenten te onderwijzen, ook in de zondagse leerdiensten omtrent de kernzaken van het geloof. Het gaat er hier om duidelijk te maken:
1. wat het ware geloof is (de 12 artikelen worden uitgelegd); GELOOF
2. hoe wij naar Gods geboden hebben te wandelen (de Tien Geboden worden uitgelegd). GEBOD
3. wat het is om te bidden (uitleg van het Onze Vader). GEBED
In dit leerboekje is scherp het onderscheid aangegeven met de RK-leer (bijv. inzake de sacramenten). Drie stukken zijn ons nodig te weten om te leven in de enige troost in leven en sterven/naar en lichaam en ziel: a) hoe groot mijn zonden en ellenden zijn; b) hoe ik daarvan verlost kan worden; en c) hoe ik God voor zo'n verlossing kan dankbaar zijn. Gelukkig zijn er in onze tijd op zondagmiddag en/of -avond ook nog leerdiensten waarin de predikanten gelegenheid krijgen om de gemeente de korte samenvatting van het geloof (heel praktisch) bij te brengen.
B. De Nederlandse Geloofsbelijdenis: is in 1561 geschreven door Guido de Bres (Zuidelijke Nederlanden; Doornik/Valenciennes). In een pakketje over de muur van het kasteel te Doornik geworpen om aan de koning van Spanje duidelijk te maken wat de Protestanten geloofden. Zij werden vaak verward met de Dopersen die veel verwarring stichtten, bijv door aan veelwijverij te doen en het Koninkrijk van God uit te roepen in Münster. Ook in dit geschrift worden de hoofdzaken van het christelijk geloof beleden; o.a. over God de Drieeënige; over de schepping en voorzienigheid; over uitverkiezing; over rechtvaardiging/ heiligmaking; over de kerk, de sacramenten; over de overheid, de verwachting van de laatste dag. Dit Protestanse geloof is in overeenstemming met de leer van de oude kerk. Dus wat we hier vinden zijn geen tijdgebonden uitspraken.
C. De Dordtse Leerregels: Dit geschrift is in 1618/1619 op de Dordtse Synode ontstaan; het is een geschrift tegen de Remonstranten die de vrije genade aanvochten; zij zeiden, dat de mens nog wel enig licht der natuur in zich heeft en dat hij door de zachte aanrading van de prediking ertoe kon komen om het Evangelie te aanvaarden. Zij loochenden in feite dat de mens alleen door Gods wederbarende Heilige Geest tot het geloof in Christus komt. Hun leer is veroordeeld; de remonstranten zijn tenslotte van de Synode weggejaagd door de voorzitter, ds. Bogerman. Maar de prediking is op vele kansels in Nederland remonstrants gebleven.
Het zou goed zijn om ook de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels in kerkdiensten/leerdiensten te behandelen, zodat de mensen weten, welke de belangrijkste dingen van het geloof zijn. Het geloof is namelijk niet alleen een relatie hebben met de Heere, maar ook weten wat je aan die God hebt en hoe je in het geloof kunt leven.
De kerk heeft altijd belijdenisgeschriften gehad. Ook in de Bijbel komen geloofsformuleringen voor. Zo vinden we in de brieven van Paulus bijvoorbeeld geloofsuitspraken die leefden in de eerste christengemeenten. Daarmee bezong men als het ware zijn geloof. Lees bijvoorbeeld eens Filippenzen 2:5-11 (over de vernedering en verhoging van Jezus Christus). Ook de oude kerk (eerste eeuwen) heeft in de Apostolische Geloofsbelijdenis, de Geloofsbelijdenis van Nicea en van Athanasius (zie achterin je kerkboekje) haar geloof beleden en afgegrensd tegen de dwalingen van ketters (bijvoorbeeld ketters die niet wilden geloven, dat Jezus Christus God en mens was). En in de tijd van de Reformatie heeft de kerk haar geloof verder beleden in de genoemde belijdenisgeschriften (tegen de RK-leer, tegen de Dopersen, tegen de Remonstranten). De kerk is geen laboratorium waar iedereen mag oefenen met prive-meningen.
Deze belijdenisgeschriften zijn aanvaard op de Dordtse Synode als spreekregel van de kerk. Zo spreekt de kerk van de hervorming. En daaraan mogen wij elkaar houden. Lange tijd is ondertekening van de belijdenisgeschriften door ambtsdragers in de kerk vereist. Zij die leiding geven, moeten immers weten waar ze het over hebben, als zij met de mensen spreken over God en Zijn dienst. De belijdenis is het gezicht van de kerk. Daar staat zij. Zo belijdt zij. Een buitenstaander moet het aan ons kunnen zien en horen wat het is te geloven in een drieënige God, in Jezus Christus de Zaligmaker en in de heilige Geest. Als een lidmaat van de kerk meent, dat iets in die belijdenisgeschriften niet bijbels is, dan kan hij dat niet zomaar even van de daken gaan verkondigen als zijn persoonlijke mening. Hij moet dat kenbaar maken op een ambtelijke vergadering van de kerk (kerkeraad/classis/synode). Soms zijn er dan ook door lidmaten bezwaarschriften tegen bepaalde uitspraken van de belijdenisgeschriften ingediend. Maar een belijdenis verander je niet zomaar even. Daar moet de gehele kerk over oordelen. In elk geval staat de belijdenis onder de Schrift en moet aan de Schrift zijn te toetsen.
Men zou kunnen vragen, of het niet genoeg is, dat we een Bijbel hebben. Die is toch duidelijk? Maar elke ketter heeft zijn letter. En er zijn veel interpretaties van wat de Bijbel zegt. Daarom moet er duidelijkheid worden verschaft. Een belijdenis is als een duinenrij die het land beschermt tegen de dreigende watergolven van de zee (ketterijen).
In de belijdenisgeschriften is niet alles gezegd. Wel komen hier de kernen van het geloof aan de orde. En zo wapenen wij elkaar tegen de geest van de tijd. Die moet worden onderkend en bestreden. De vraag kan gesteld worden of de belijdenisgeschriften niet verouderd zijn of achterhaald en of ze niet moeten worden aangepast, vernieuwd en uitgebreid. Ik antwoord met een wedervraag: zijn de dwalingen uit de tijd van de Reformatie niet ook de dwalingen van nu? En: ook in onze tijd gaat het nog steeds over de vraag, hoe een zondaar met God wordt verzoend (dat is het hart van de zaak) en hoe hij godzalig kan leven in de boze dagen die wij thans beleven.
Dat alles wil niet zeggen, dat een kerk niet in synodale geschriften (getoetst door de kerk) hedendaagse toespitsingen zou moeten geven (b.v. over de uitverkiezing/de verzoening/de opstanding der doden, enz.). Zo moest tijdens de Tweede Wereldoorlog toch ook fel positie worden gekozen tegen het Nationaal Socialisme met zijn Jodenvernietiging. En zo is er na de oorlog in de NH-Kerk een synodaal geschrift verschenen, dat heet: Christen zijn in de Nederlandse samenleving. Dat is niet een nieuwe belijdenis. Maar hierin wordt de belijdenis van de kerk toegespitst op hedendaagse vragen.
Nog eens: waarom heeft de kerk een belijdenis? Is dat een stok om mee te slaan? Ja, want dwaalleraars moeten onder de tucht gezet kunnen worden, als zij bijv. een kernzaak als de verzoening door voldoening loochenen of beweren, dat Jezus Christus niet lichamelijk is opgestaan. Daarmee ondergraven zij het fundament van de kerk. Maar de belijdenis is ook een stok om mee te gaan. De gelovigen wandelen ermee door dit leven als reizigers naar het land van Gods belofte. En, dat is het belangrijkste, de belijdenis is vooral ook een zaak van beleving. Wat zeg je bijvoorbeeld van vraag en anwoord 1 van de Heidelbergse Catechismus over de enige troost? Op één van de wanden van een gevangeniscel was door een gevangene geschreven: HC1. Lange tijd wist men niet wat dat betekende. De gevangene was terechtgesteld Aan hem kon men het dus niet meer vragen. Toen ontdekte iemand het: HC1 = Heidelbergse Catechismus, zondag 1. Daarin lag blijkbaar het geloof van de gevangene verwoord. Een ander voorbeeld. Lees ook eens hoe rijk er in artikel 21 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis gesproken wordt over het enig redmiddel van het geloof: het allesreinigend bloed van Christus Jezus ("wij vinden allerlei vertroosting in Zijn wonden"). En wat denk je dan van wat de Dordtse Leerregels (hoofdstuk I, art.16) zeggen met betrekking tot een vroeg gestorven kind (wat een troost voor gelovige ouders): "godzalige ouders moeten niet twijfelen aan de verkiezing en zaligheid van hun kinderen, die God in hun kindsheid uit dit leven wegneemt."
Mijn advies zou zijn: laten de belijdenisgeschriften niet "veel geprezen en slechts weinig gelezen" zijn. Maar neem de tijd -bijvoorbeeld als je in de kerk zit te wachten op de komst van de voorganger- om er eens rustig achterin je Bijbeltje te lezen. "In het dogma zingt de kerk", zei iemand eens. Ja zeker, zing maar mee.
Het valt te vrezen dat bij een toekomstige eenwording van de Nederlandse Hervormde Kerk met de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Lutherse Kerk het confessioneel karakter van de kerk sterk is verzwakt. Ik denk, dat het een open kerk zal zijn (pluraal; waarin plaats is voor vele meningen, vooral ook op ethisch terrein; alternatieve relaties, enz.). Maar dat is dan wel een kerk zonder gezicht. En daar gaat geen echt getuigenis meer vanuit naar de wereld. Laten we God bidden, of Hij door Zijn Geest in het kerkelijk leven (van alle kerken!) een "reveil" (geestelijke opwekking) teweeg wil brengen. Opdat de wereld moge bekennen, dat er ook in 2003 nog (jonge) mensen rondlopen, die weten wat het is om de Heere te vrezen, 't allerhoogst en eeuwig goed.
Ds. C. den Boer (Barneveld)
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. den Boer
- Geboortedatum:20-04-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dominee den Boer is op 11 juni 2019 overleden.
Website: dsdenboer.refoweb.nl
Lees ook: 'Digitale levenswerk ds. C. den Boer afgerond' & 'Ds. C. den Boer overleden'