Komt de Antichrist eraan?
Ds. C. den Boer | Geen reacties | 03-12-2005| 00:00
Vraag
Zegt de Bijbel iets over onze hedendaagse maatschappij? Komt de Antichrist eraan? Welke rol vervult Israël? Hoe letterlijk moet ik Openbaring lezen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vraagsteller/ -ster,
Het is niet gemakkelijk om in kort bestek antwoord te geven op je vragen. Eigenlijk stel je een aantal vragen tegelijk. Je vindt het wel goed dat ik niet inga op je vraag over Israel, omdat ik daarover veel uitvoeriger zou moeten zijn. Ook je vraag hoe wij het boek Openbaring moeten uitleggen, is niet met een enkele zin te beantwoorden. Wel wil ik hierover opmerken, dat in Openbaring 13 over de antichrist geschreven wordt als over een beest (zie onder).
Ik beperk mij nu tot je vraag over de antichrist en of die nu reeds werkzaam is in de samenleving. Daarover heb ik in mijn boek over 2 Thessalonicensen uitvoerig geschreven; in het bijzonder in hoofdstuk 3 over de wetsloze en de ophouder (over 2 Thess.2:1-7). Ik geef daaruit een aantal citaten. Misschien heb je daar wat aan.
De apostel wijst ons in 2 Thessalonicensen 2 op een verschijnsel uit de eindtijd, onmiddellijk voorafgaande aan Christus' komst: het universele verschijnsel van de massale religieuze afkeer van en opstand tegen de levende God. Dit is ook een verschijnsel dat zich in onze tijd in de westerse wereld afspeelt. Het zijn niet maar enkele gelovigen die afdruipen. De kerk des Heeren wordt niet slechts op haar laatste stellingen teruggeworpen. Er is sprake van een totale en massale breuk met God, met waarden en normen, ons in Zijn Woord gegeven.
Geert Mak schreef zijn boek: "Hoe God verdween uit Jorwerd". Zeg ook maar: uit steden en dorpen, uit de maatschappij en de politiek. Mensen zien de relevantie van het christelijk geloof voor hun leven van alledag niet meer. God en de mens zijn geleidelijk uit elkaar gegroeid als een man en een vrouw in een huwelijk die het zicht op elkaar zijn kwijtgeraakt en straks tot een echtscheiding besluiten.
Dat verschijnsel van de afval hangt natuurlijk samen met iets anders dat ook door Paulus aan de orde wordt gesteld in dit gedeelte. Hij schrijft over: de openbaring van de mens der zonde en de zoon des verderfs. Wat de apostel daarmee precies op het oog heeft, is niet gemakkelijk te zeggen... Van belang daarbij is dat wij dit gedeelte goed verbinden met wat ons in andere bijbelgedeelten omtrent de eindtijd wordt geleerd. O.a. in het boek Daniel over de "grootmond" die de tijden en de wet verandert (zie Dan.7, 8, 25; 8, 9-12). En in het boek Openbaring over het beest dat uit de aarde opkomt met zijn grote tekenen, wiens getal 666 is (het getal van de mens op het toppunt van zijn macht; net niet 777, het getal van God) (zie Openb.13,11vv).
Uit de verzen 8vv van 2 Thessalonicensen 2 blijkt, dat het hier gaat om de tegenhanger van Christus in zijn uiteindelijke verschijning (een "antiparoesia"); elders in de Schrift ook wel genoemd: de antichrist. Hij houdt er een werkwijze op na als van de satan en zal door zijn verleidende kracht velen ten verderve voeren (vs.9vv).
De typering die van deze antichrist wordt gegeven in vers 3 liegt er niet om. Hij heet mens der zonde. We kunnen dit nog beter weergeven met: mens van de wetsloosheid. Dat gaat nog wat verder dan: de mens der wetteloosheid. Een mens die wetteloos leeft, heeft nog enig besef van wat een wet voor nut heeft. Hij ziet in dat het weldra een grote chaos wordt als iedereen maar doet wat goed is in zijn ogen. In het verkeer, in de omgang met medemensen, in het bedrijfsleven, enz. Intussen meent hij zich niet altijd te kunnen storen aan allerlei voorschriften en bepalingen en overtreedt die met een al of niet gerust geweten. Hij is op zijn hoogst wel eens bang, dat hij vroeg of laat tegen de lamp loopt.
Echter de "mens van wetsloosheid" over wie Paulus hier schrijft, maakt zich daar niet meer druk over. Hij gooit gewoon de wet aan de kant als een knellend juk. "Ni dieu, ni maître". Het is de mens die autonoom is, zichzelf ten wet. Hij leeft heel individualistisch en uitdrukkelijk naar wat zijn eigen hart hem ingeeft en wat hem genoegen verschaft. Dat moet natuurlijk verkeerd aflopen. Want op die manier gaat het regelrecht op de ondergang aan. Het hele leven verandert in een volledige chaos. Daarom heet hij ook zoon des verderfs. Net als Judas, de verrader. Hij werkt op de ondergang aan, sleept velen mee naar het verderf om ook zelf ten verderve te gaan. Dat is zijn wezen...
De antichrist is de grote tegenspeler van God en als zodanig de handlanger van de satan. Zijn optreden als wetsloze en kind des verderfs wordt gekenmerkt door confrontatie en oppositie. Hij is als een tegenligger in het verkeer die aanstuurt op een aanrijding. Hij stelt zich frontaal op en wil uitdrukkelijk botsen met alles wat God heet of object van goddelijke verering is (tempels, heilige plaatsen). Er is niets dat boven de 'topfiguur' van deze hypermens mag uitsteken. Hij wil het werkelijk in alles voor het zeggen hebben. Letten we erop, dat deze 'topfiguur' niet alleen oppositie voert tegen de God van Israël en/of tegen Jezus Christus, tegen de Joodse en/of christelijke godsdienst. Hij gaat verder. Het religieuze (wat god, een opperwezen of goddelijk heet) moet als een kwalijke hinderpaal uit de weg worden geruimd. Godsdienst is (van welke snit ook) in zijn ogen projectie waarmee de stakkerige mens zich op de been probeert te houden. Godsdienst is opium van het volk. Men kan er maar het beste goed mee spotten. Gevestigde meningen en tradities die op de één of andere wijze met religie te maken hebben, moeten weg. Zijn beestachtig optreden uit zich in satirische en bijtende spot.
Kortom, het wordt een totale 'kaalslag'. Wat over moet blijven, is een volstrekt seculier bestaan, waarin de mens niets meer moet en alles mag. Niets is heilig in de ogen van deze antichrist. Hij dringt zich op zelfs binnen de poorten van de tempel Gods. Paulus schrijft met nadruk: hij! Daar gaat hij zitten als een god. God werd mens in Jezus Christus? Nee, de mens wordt God. In de tempel Gods voert hij zijn 'show' op.
Als wij dit type mens om ons heen zien, zien we de ongerechtigheid in optima forma (Gr.'anomos') voor de dag getreden. En het is zeker niet onmogelijk dat deze antigoddelijke en antichristelijke macht zich weldra samentrekt in een historische figuur die zich in de tempel Gods, dat is de plaats waar God op aarde woont, zal manifesteren. In elk geval is het nu de tijd om de hoofden opwaarts te heffen en te roepen: Maranatha; Jezus is komende.
De veroveringstocht van de antichrist is in volle gang. In de samenleving van de volken van het Verenigd Europa. Ook in kerk en theologie is hij opgerukt tot vlakbij de christenheid. Denk aan de pervertering van de theologie, waarin onophoudelijk aanvallen worden gedaan op de Godheid van Jezus, na de aanvallen op de Schrift als Gods onfeilbaar en hoogst betrouwbaar Woord. Denk aan de steeds verder om zich heen grijpende ethische pervertering (moord op ongeborenen, kerkelijke inzegening van homoparen).
De mens der wetsloosheid, de antichrist is evenwel, hoezeer die nu reeds werkzaam is, nog niet tot volledige ontwikkeling gekomen. Dat zal op Gods tijd gebeuren. Dan zal hij in al zijn macht voor de dag komen (geopenbaard worden). Dan is "de gruwel der verwoesting" daar. Dan breken de dagen van de grote verdrukking aan, zoals die er niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe en ook niet zijn zal.
Maar voordat het zover is, is daar eerst nog de Evangelieverkondiging en de invloedrijke heerschappij van de Heere Jezus Christus. Heeft Jezus Zelf ook niet gezegd: "Dit Evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen." Zolang als dat nog aan de gang is, is de wereld nog niet in absolute zin één stuk wetsloosheid. Dan is er altijd ook nog enige leefbare humaniteit. Dan is er altijd nog een mogelijkheid voor handhaving van 'mensenrechten'. Dan biedt een regeringspersoon namens zijn volk aan de regering van een ander volk soms zelfs zijn excuses aan voor alles wat het voorgeslacht hen aandeed.
Maar wie weet, hoe spoedig dit alles ook wordt weggenomen.
Zijn wij daar in onze dagen misschien aan toe? Zijn wij in een tijd aangeland, waarin de Evangelieprediking zijn beste tijd heeft gehad en weggenomen wordt? (vs. 7).
"Ziet omhoog en heft uw hoofden opwaarts, omdat uw verlossing nabij is."
Ds. C. den Boer (Barneveld)
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. den Boer
- Geboortedatum:20-04-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dominee den Boer is op 11 juni 2019 overleden.
Website: dsdenboer.refoweb.nl
Lees ook: 'Digitale levenswerk ds. C. den Boer afgerond' & 'Ds. C. den Boer overleden'