Pretparken
Ds. C.J. Barth | Geen reacties | 17-10-2006| 00:00
Vraag
Amusementsparken/pretparken. Als ik hier over nadenk vind ik het op een of andere manier niet kunnen. Daarom maak ik liever de keus om niet vrijwillig daar naartoe te gaan. Maar om welke reden ik het niet wil, is mij ook niet helemaal duidelijk. Het gevoel zegt iets. Het ligt denk ik niet aan het geld dat ik zomaar uitgeef, want anders geef ik dit misschien wel weer uit aan mijn digitale camera, accessoires of een lens. Misschien kunt u mij helpen om mij op een bijbelse grond te wijzen voor of tegen een pretpark. (Bijvoorbeeld house of horror, waar je vaak dode mensen (poppen) ziet op allerlei manieren. Maar ook hoe tegen ander vermaak aan te kijken op zón pretpark).
Antwoord
Bedankt voor je vraag. Je vraagt: mag je naar een pretpark gaan? Dan moeten we eerst ingaan op de vraag: mag je plezier hebben? Mag je je ontspannen? Ja, dat mag. In Prediker 9:7-9 staat: “Geniet van het leven” en van de dingen die “God je gegeven heeft”. “Eet uw brood met vreugde en drink uw wijn met goeder harte.” Ook Paulus zegt dat God “ons alle dingen rijkelijk verleent om te genieten” (1 Tim. 6:17). Denk ook aan Prediker 11:9 waar staat: “Verblijd u, o jongeling, in uw jeugd, en laat uw hart u vermaken in de dagen van uw jongelingschap.”
Mag je jezelf dan zomaar laten gaan? Nee. Prediker voegt meteen iets toe aan de oproep om je te verblijden in je jeugd: “weet, dat God om al deze dingen u zal doen komen in het gericht... doe het kwade weg van uw vlees”. Hij wijst op het allerbelangrijkste: “Gedenk aan uw Schepper in de dagen van uw jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen” (Pred. 11:9, 10 en 12:1). Je mag dus ontspanning hebben en genieten van de mooie dingen van het leven. Maar: pas op voor de zonde, en zorg dat je niet vergeet God te zoeken. Helaas misbruiken veel mensen ontspanning. Ze vermaken zichzelf en leiden zichzelf af, zodat ze niet hoeven te denken aan de diepere dingen van het leven.
Maar dan nu de vraag: als je naar een pretpark gaat, is dat een goede manier om je te ontspannen en blij te zijn? Daar kan ik niet zomaar ja of nee opzeggen. Ten eerste is er veel verschil tussen het ene en andere park. Je zult het dus per geval moeten bekijken. Ten tweede moeten we hier niet wettisch mee omgaan. Daarmee bedoel ik dat we niet een paar menselijke wetjes moeten maken van wat wel of niet mag. Maar we moeten ons wel laten leiden door Gods geboden. Daar staat niet “je mag niet naar een pretpark” en ook niet “je mag wel naar een pretpark.”
De Bijbel geeft wel een paar grote lijnen aan, die je zelf zult moeten toepassen.
1. Je moet een pretpark en ander genot niet gebruiken om weg te vluchten voor de ernst van het leven. Dan leef je met de houding: “laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij.” Of dan doe je eigenlijk wat Belsazar deed: een geweldig feest vieren, terwijl de stad belegerd werd (Daniel 5:1, 30). Als Gods Geest je onrustig maakt over je zonde of als er ernstige dingen gebeuren in je leven, dan moet je het niet wegdrukken door plezier maken.
2. Je hebt altijd de roeping jezelf rein te houden. Jezus leert ons bidden: “verlos ons van de boze”, dan moet je niet de zonde opzoeken. Judas zegt: “haat ook de rok die door het vlees bevlekt is” (Judas: 23). Als in een pretpark gespot wordt met het leven of met de dood, als sfeer en muziek antichristelijk zijn, of als er zedeloze afbeeldingen getoond worden, dan heb je je er verre van te houden.
3. Als je dingen niet uit geloof kunt doen, dan is het zonde (Rom 14:23). Als je twijfelt, je voelt je geweten, doe het dan zelf niet. Veroordeel dan anderen niet die op sommige punten ruimer denken. Laat de Heere hen maar oordelen.
4. De Bijbel wijst ons erop: “de wereld gaat voorbij, met haar begeerlijkheid, maar wie de wil van God doet blijft in der eeuwigheid”. Daarom wijst de Bijbel jou op veel hogere dingen dan het bezoeken van pretparken. “Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn” (Kol 3:2). Zoek dat je veel betere dingen hebt om voor te leven. Er is zoveel heerlijks als je je leven gebruikt om je Schepper te dienen. Kijk eens wat de mogelijkheden zijn om iets te betekenen voor je medemensen. Verheug je in de wonderen van Gods schepping.
Kortom: doe de dingen waarvan je ZEKER weet dat ze goed zijn, en vermijd de dingen waarvan je twijfelt of ze wel goed zijn. Je hoeft dan anderen niet te veroordelen, maar laat het voor je zelf het gebed zijn: “Och schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest, mocht Die mij op mijn paden ten leidsman strekken” (Ps. 119:3).
Ds. C. J. Barth
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C.J. Barth
- Geboortedatum:09-02-1975
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Langbroek
- Status:Inactief