(...) Kan dat wel, dat het gevoel van uitzichtloosheid en neerslachtigheid zo st...
Ds. M. Goudriaan | Geen reacties | 13-10-2006| 00:00
Vraag
Geachte ds. M. Goudriaan. Ik moet in deze tijd nog vaak denken aan iets wat u meerdere keren naar voren hebt gebracht in uw preken toen u in onze gemeente stond. Het ging er dan over dat het leven zo vreselijk moeilijk en uitzichtloos kan lijken. Zo moeilijk dat (en ik vind het erg om dit op te schrijven) je je soms afvraagt of het niet beter zou zijn als je er niet meer zou zijn. U zei dan dat je dan nooit moet vergeten dat er altijd een betere weg is, de weg naar de Heere! Ik ben al een tijdje bij perioden best wel neerslachtig. Nu ben ik onder behandeling en gebruik medicijnen en ik mag ervaren dat de Heere de behandeling zegent. Dat Hij er is die mij ook hier doorheen wil helpen. Bovenal ervaar ik het als een wonder van enkel genade dat de Heere mij heeft willen laten zien dat Hij ook mijn God en Vader wil zijn. Nu het strijdpunt: ook al mag ik weten dat de Heere dichtbij IS, Hij LIJKT soms zo ver weg en dan is het alsof de duivel me influistert: wat heeft alles voor zin? Maak er toch een eind aan! Hier word ik dan zo verdrietig van. Dan begin ik aan alles te twijfelen. Hoe moet ik hiermee omgaan? Ik leg deze nood aan de Heere voor, maar telkens komen deze deprimerende gedachten toch weer naar boven. Het is zo'n zware strijd. Kan dat wel, dat het gevoel van uitzichtloosheid en neerslachtigheid zo sterk is, ondanks dat je weet wie de Heere voor je is?
Antwoord
Dank voor de vragen die je me voorlegde. Het gaat, kort gezegd, over het probleem dat je weet wie de Heere voor je wil zijn, terwijl je ondertussen van tijd tot tijd neerslachtig bent en zelfs aangevochten wordt door de gedachte dat je leven weinig zin meer heeft. Kan dat samengaan?
Even terzijde, ik keek wat op van je mening dat ik in mijn preken het leven wel eens als vreselijk moeilijk en uitzichtloos schilderde. Is dat zo? Ik probeer wel bijbels-realistisch te zijn zoals we dat bijv. in de Psalmen tegenkomen. En dan mag gelukkig in de prediking doorklinken dat God groter is dan de omstandigheden en de moeiten.
Maar goed, het gaat nu niet in de eerste plaats over de preken die je hoorde, maar wel over je strijd. Ik begrijp dat je onder behandeling bent en medicijnen gebruikt. Gelukkig las ik dat je mag zien dat God deze dingen wil gebruiken. Dat mag dan ook een aansporing zijn om biddend voort te gaan met het gebruik van deze middelen en deze weg te vervolgen in afhankelijkheid van de God van alle sterkte en genade.
Dan nog kan het zijn dat de strijd zwaar is, soms uitzichtloos lijkt. Je laatste vraag .lijkt me in dit verband belangrijk: kan dat, dat sterke gevoel van uitzichtloosheid, hoewel je weet wie de Heere voor je is. Dat kan. Heel tegenstrijdige gevoelens en gewaarwordingen en zekerheden kunnen soms samengaan met elkaar. De eeuwen door is met deze dingen geworsteld en zijn er in het leven van mensen vragen gerezen. Wat dat betreft is het veelzeggend hoeveel er over deze vragen geschreven is. Het geeft al aan dat jij vandaag niet de eerste bent bij wie een strijd is ontbrand rondom deze vragen en raadsels. Ik geef, min of meer willekeurig, een voorbeeld van een treffende uitspraak, een woord van Luther: De Heere is het meest nabij, wanneer Hij het verst verwijderd schijnt te zijn. Een woord om eens rustig over na te denken. We kunnen echter nog verder teruggaan dan tot Luther: denk eens aan de Psalmen, met hun geweldige afwisseling van klacht en hoop, aanvechting en vertroosting. In één Psalm, in een paar teksten, zien we soms de meest tegenstrijdige gevoelens naast elkaar.
Je weet verder ook van het doortrapt gemene en het listige van satan, die, net als andere vijanden, blijft aanvechten. Wel kan de Heere soms na een periode van hevige strijd in het leven het geweld van de boze wat beperken en intomen. Strijd blijft er, waarbij natuurlijk ook je karakter een woord blijft meespreken. Daarbij kan het goed zijn om je wat te verdiepen in de vragen aan de hand van lectuur. Er is ook de laatste jaren wel het een en ander verschenen. Heb in ieder geval niet de gedachte dat je met deze vragen een eenling, een grote uitzondering bent. Bedenk ook dat de eeuwen door in zo'n strijd de christelijke hoop, het verwachten van de Heere van de grootste betekenis is. Mijn ziel, wat buigt ge u neder? Hoop op God... Strek de armen uit tot Hem. De dichter van Ps. 13 vraagt tot vier keer toe: hoelang...? Hij smeekt dat de Heere hem zal aanzien en het oor tot hem zal neigen. En... al worstelend breekt de verwachting door dat de goedertierenheid van de Heere hem vreugde zal brengen. Zo kon hij zijn weg vervolgen. Aangevochten maar niet ongetroost. Ten laatste uitgeholpen! Werp je zorg en strijd voor de God van alle genade!"
Met vriendelijke groet,
Ds. M. Goudriaan
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. Goudriaan
- Geboortedatum:22-07-1949
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Inactief