Toebetrouwd aan de schoot der aarde
Ds. A. Huijgen | Geen reacties | 07-10-2006| 00:00
Vraag
Je hoort wel eens op een begrafenis dat de overledene wordt toebetrouwd aan de schoot der aarde. Waar komt deze uitdrukking vandaan?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je kunt met de vraag verschillende kanten op. Een historische kant: wat is de historische oorsprong van deze uitdrukking? Maar ook een principiële kant: uit welke gedachtegoed komt deze uitdrukking voort. Ik geef een voorzichtig antwoord op beide vragen, omdat ik geen expert ben op dit gebied.
Allereerst het historische. "De schoot der aarde" is een wat oudere uitdrukking in onze Nederlandse taal. Het woord "schoot" betekent zeker de moederschoot. In zijn gedicht "De Arbeid" (1804) spreekt Willem Bilderdijk van de "zwangere schoot der aarde" als hij de vruchtbaarheid van de aarde beschrijft. En Hildebrand gebruikt in zijn Camera Obscura "schoot der aarde" ook in de context van een begrafenis: "Zoo slape ons stof rustig in den schoot der aarde, tot dat de groote en ontzaglijke dag des Heeren komt!" En in Guido Gezelles Kerkhofblommen vinden we: "gij die nu ligt en slaapt in den schoot der aarde." Verder terug dan de 19e eeuw heb ik niet gezocht, omdat ik vermoed dat je het voldoende vindt om te weten dat de uitdrukking tamelijk oud is.
Maar uit wat voor denkwereld komt deze uitdrukking voort? Je kunt er -denk ik- twee kanten mee op. Aan de ene kant herinnert de uitdrukking wel aan de Bijbelse manier van zeggen: "want gij zijt stof, en gij zult tot stof wederkeren". Een aangrijpende gedachte. De mens is uit de aarde genomen (God heeft Adam uit het stof van de aarde gemaakt) en keert tot diezelfde aarde ook weer terug. In het Hebreeuws lijken de namen van Adam en aarde (=Adama) sterk op elkaar. In die zin is de uitdrukking op haar plaats.
Aan de andere kant zijn er ook mensen die niet alleen over de schoot der aarde spreken, maar ook over een "stoffelijk overschot", waarmee ze het lichaam bedoelen. Daarmee zeg je feitelijk dat het lichaam van een overledene niet zoveel voorstelt; het is maar "overschot". Dat is echter niet in lijn met de Bijbel. Die spreekt positief over ons lichaam en ook over de lichamelijke opstanding. Mijn enige troost is dat ik met lichaam en ziel het eigendom van Christus ben. Die troost houdt het niet alleen tijdens het leven, maar ook in het sterven, als een lichaam aan de schoot der aarde wordt toevertrouwd.
Kortom: we kunnen zeker op een goede, christelijke manier spreken over het toevertrouwen van het lichaam aan de schoot der aarde, tot de dag van Christus' wederkomst!
Met vriendelijke groet,
Drs. A. Huijgen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Huijgen
- Geboortedatum:16-11-1978
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Genemuiden-Zwartsluis
- Status:Inactief
Bijzonderheden: