Wie geloofd zal hebben en gedoopt zou zijn, die zal zalig worden
B.S. van Groningen | Geen reacties | 05-02-2005| 00:00
Vraag
Ik heb een vraag over de volgende tekst. Wie geloofd zal hebben en gedoopt zou zijn, die zal zalig worden. Wordt hier de waterdoop mee bedoeld of doelt de Heere hier op de doop met de Heilige Geest?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Je vraag over de tekst uit Markus 16:16 heeft mijns inziens betrekking op de waterdoop. Maar het betreft hier wel de zendingssituatie, dus eerst geloven en daarna dopen. We hebben hier te maken met de volwassendoop. Deze volgorde kunnen we niet zomaar toepassen op de kerkelijke situatie. Duidelijk zien we hier dat het aankomt op het geloof. Zonder geloof doet de doop geen nut. Het gaat hier dus niet over de geestesdoop, maar om het teken en zegel van Gods verbond.
Het is erg gevaarlijk om uit deze tekst de conclusie te trekken, dat eerst het geloof van de dopeling er moet zijn, want dan moeten we ook de andere kant goed in acht nemen: ...wie niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden. Zo mogen we niet generaliseren. Als wij concluderen uit deze tekst, dat kinderen niet gedoopt mogen worden dat is het tweede gedeelte op hen van toepassing. Dat kan toch nooit de bedoeling van het zendingsbevel zijn, dat een tekst hiervoor genoemd wordt.
We moeten vasthouden aan Gods Woord, dat zowel bij de kinder- als bij de volwassendoop het geloof gericht moet zijn op de belofte van het evangelie, waarvan de doop een teken en zegel is. Luister wat Calvijn zegt in zijn Institutie, IV, 16, 21: “Daarom moet men in de kinderdoop voor het tegenwoordige niet meer werking zoeken, dan dat hij het verbond, door de Heere met hen gesloten, bevestigt en bekrachtigt. De verdere betekenis van dat sacrament zal later volgen op de tijd die God Zelf voor zien.”
De kinderdoop staat dus niet op zichzelf. Het teken van het verbond is tegelijk ook het teken van de inlijving in de gemeente van Christus. Dus nog een keer de tekst gelezen: geloof en doop, in die volgorde, maar ook het laatste gedeelte: niet geloven, betekent verdoemd worden. De eeuwige straf naar lichaam en ziel. Dat tegelijk in vers 17 en 18 sprake is van tekenen, heeft niet te maken met de doop, maar met het geloof!
Dit artikel is beantwoord door
B.S. van Groningen
- Geboortedatum:25-04-1951
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Hendrik-Ido-Ambacht
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Oud-godsdienstleraar Wartburg College, docent Cursus Godsdienst Onderwijs (Bijbelkunde) en ouderling.