Hele gemeente in koninkrijk der hemelen
Ds. C.J. Barth | Geen reacties | 08-06-2006| 00:00
Vraag
Ik heb een vraag over "het koninkrijk der hemelen". Betreft dit de levende kerk of de hele gedoopte kerk? Laatst was ik in een kerkdienst waar gesteld werd dat de hele gemeente in het koninkrijk der hemelen is begrepen (gebaseerd op vijf dwaze en vijf wijze maagden), maar als je Mattheus 13 leest, bijvoorbeeld vers 44, dan blijkt dat alleen de uitverkorenen delen in het koninkrijk der hemelen en dus niet de hele gedoopte kerk? Kunt u mij de juiste exegese geven bij deze vraag?
Zodra de laatste beredenering juist is, hoor ik graag van u waarom we dan wel een pleitgrond op de doop kunnen hebben terwijl we een “dwaze maagd” zijn? Misschien een moeilijke vraag maar ik loop hier toch telkens tegenaan.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Voordat ik iets kan zeggen over je vragen moet ik eerst een andere vraag beantwoorden. Dat is de vraag: Wat bedoelt de Bijbel eigenlijk met “het koninkrijk der hemelen”? Het antwoord is niet zomaar in een paar zinnen te geven. Het “koninkrijk der hemelen” is hetzelfde als het “koninkrijk van God”. Om te begrijpen wat de Heere Jezus hiermee bedoelt, moeten we terug naar het begin van de Bijbel. In den beginne schiep God de hemel en de aarde. Hij is de Schepper van en Koning over alles, over hemel en aarde. Maar er is opstand gekomen in de hemel. Een hooggeplaatste engel kwam in opstand tegen God en heeft vele engelen meegenomen in zijn afvalligheid. Ook wist de duivel de mens te verleiden om ongehoorzaam te zijn aan zijn Schepper. Ook al is God nog steeds Koning over alles, toch erkennen de duivelen en de mensen God niet meer als koning. Ze leven in opstand tegen de Koning. Sindsdien is er strijd op aarde. Strijd tussen de duivel en God. Strijd tussen alle volgelingen van de duivel, en Gods Kerk. Maar God heeft al aan het begin beloofd dat die strijd gewonnen zal worden door een verre nakomeling van Adam: de Heere Jezus (Genesis 3:16).
Wat heeft dit met het koninkrijk van God te maken? God is bezig zijn koningschap over de wereld terug te krijgen. Je zou kunnen zeggen: Hij verovert het bezette gebied weer terug. Steeds moet de duivel een stap terug doen. Ieder die tot geloof in de Heere Jezus komt, is weer een stukje teruggewonnen terrein. Weer iemand die bij het koninkrijk van God hoort. Weer iemand die God als Koning erkent. De beslissende slag is gevallen toen Gods Zoon naar de aarde kwam, Zijn leven gaf aan het kruis en opstond uit de dood. Daarom kan Jezus zeggen: Het koninkrijk der hemelen is gekomen. Gods koninklijke heerschappij breekt door. De duivel heeft de beslissende slag gekregen (Hebreeën 2:14). Sindsdien is het evangelie de hele wereld overgegaan en zijn er al vele, vele miljoenen mensen tot geloof gekomen. Maar het koninkrijk van God is er nog niet ten volle. Het groeit nog. Als een mosterdzaadje: steeds als er mensen tot bekering groeit het Koninkrijk van God. Maar er is ook kaf onder het koren en de duivel zaait onkruid op Gods akker. Daarom zegt Jezus dat het koninkrijk van God is als een akker waar goed en slecht zaad opgroeit (zie Mattheus 13:7, gelijkenissen over het koninkrijk der hemelen).
Pas als Jezus terugkomt zal Gods koninkrijk helemaal doorbreken. Dan zal iedereen moeten erkennen dat God Koning is. De ongelovige knarsetandend als ze voor eeuwig verloren gaan. De gelovigen mogen met Christus als koningen heersen op een nieuwe aarde waarin gerechtigheid woont. Dan zijn hemel en aarde weer helemaal en ten volle koninkrijk van God. Dan wordt de Heere overal als Koning erkend en buigt iedereen voor deze Koning. Samengevat: Het koninkrijk der hemelen is Gods koninklijke heerschappij. En daar zitten verschillende kanten aan. Als Schepper is God Koning over alles. Sinds de zondeval bestrijden duivel en mensen het koningschap van God. Door de komst van de Heere Jezus en Zijn lijden en opstanding heeft de duivel de beslissende slag gehad en breekt het koninkrijk van Gods steeds verder door, totdat op de nieuwe aarde de wereld weer vol zal zijn van Zijn koninkrijk.
Nu nog de vragen die je hebt gesteld:
1. Betreft het koninkrijk der hemelen de levende kerk of de hele gedoopte kerk? Antwoord: alleen de ware gelovigen erkennen echt God als hun koning. Maar Jezus zegt: die kerk zal op aarde altijd bestaan uit een vermenging van tarwe en onkruid. Zo ziet het koninkrijk van God er nu nog uit. Je zou het nog anders kunnen zeggen: als je gedoopt bent, heb je het teken gekregen dat je bij die Koning hoort. Maar... erken je Hem echt als jouw Koning, leef je als een onderdaan van Hem?
2. Kunnen we wel een pleitgrond op de doop hebben, terwijl we een “dwaze maagd” zijn? Antwoord: Ja. Door de doop hebben jouw ouders gezegd: dit kind hoort bij Koning Jezus. En de Heere heeft met de doop verzegeld: Ik ben de God van dit kind. Ik heb recht op jou. Ik wil ook jouw zonden vergeven. Juist de doop laat zien dat er bij de Heere geen verhindering is. Als de duivel of je geweten je aanklaagt dat het voor jou niet kan, dan zegt de doop: het kan wel. Want God heeft al jong gezegd dat Hij jouw God wil zijn. En Hij wist toen heel goed hoe zondig jij van nature bent en hoeveel zonden je nog zou gaan doen. Mijn zoon, mijn dochter, geef Mij je hart!
Ds. C. J. Barth
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C.J. Barth
- Geboortedatum:09-02-1975
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Langbroek
- Status:Inactief