(...) Al zou God die zonde niet meer gedenken, de mensen doen het dan nog wel (....
Ds. J. Bos | Geen reacties | 21-04-2006| 00:00
Vraag
Antwoord
Beste vriend, vriendin,
Het is altijd lastig om te antwoorden op een vraag als je niet precies weet hoe of wat. Ik moet het dus doen met hetgeen jij mij schrijft. Je schrijft over zonden die je gedaan hebt en waarvoor je je nu schaamt. (Lees Rom. 6:21) Je voelt nu “nauwelijks de verleiding meer om die nu te gaan doen”, maar je “mag ervaren dat de Heere je kracht geeft om tot Zijn eer te leren leven”. Hierin hoor ik van je strijd vanwege het “nauwelijks” dat je gebruikt en tegelijk spreekt van de ervaring dat de Heere je kracht geeft. Je wordt er dus nog wel mee geplaagd, maar je vlucht in die verleiding tot de Heere om hulp. Zeg ik het zo goed? Dan wil ik graag dat je Rom. 6: 22, 23 leest. Van de zonde vrijgemaakt en Gode dienstbaar gemaakt.
Je schrijft:”Ik mag weten dat Hij mijn zonden wil vergeven en ze niet meer gedenken”. Bedoel je, dat de Heere het wel wil, maar dat je niet weet of Hij het ook al voor jou deed? Of bedoel je dat je mag weten dat je zonden vergeven zijn? Ik denk het laatste met alle strijd die daarbij komt. Want je gaat verder door te zeggen:”Maar waar ik wel mee zit”. Niet zozeer meer met jezelf, al is dat ook het geval, maar meer nog met de mensen die erbij betrokken waren en wellicht anderen die ervan (kunnen) weten. Ja, dat je daarmee “zit” begrijp ik wel. Dat zijn namelijk de onherroepelijke gevolgen van je zonden. Want niemand zondigt goedkoop. Je hebt jezelf en anderen in de ellende gebracht door te zondigen. En de zonde is een kracht met vreselijke gevolgen (vers 23a).
Ik ben dankbaar van je te horen dat je met deze dingen worstelt. Dat je er strijd mee hebt. Dat is heel niet vreemd. Nee, die strijd is niet prettig. Want het leven dat Christus door Zijn Geest in de Zijnen werkt, werkt de dood van de zondaar! Maar de opdracht tot de strijd is er
1 Tim. 6:12; Rom. 8:12 v.v.) Neem ook Rom. 6:22 er nog even bij. Daar staat dat vergeving betekent “vrijgemaakt van de zonde”. Wie vrij is, zit niet meer vast! Die is los! Maar, en dat zeg ik met nadruk, die vrijgemaakte moet zich wel (dagelijks) bekeren. Dat wil zeggen, zo gauw mogelijk en zo ver mogelijk bij de zonde vandaan! Niet meer toelaten om je opnieuw te knechten. Hoe doe je dat? Door het tweede van vers 22 goed te beseffen: ”en Gode dienstbaar gemaakt”. Het blijft strijd. Het is oorlog. Paulus zegt aan het eind van zijn leven:”Ik heb de goede strijd gestreden?” (2 Tim. 4:7).
Wat de mensen van de gevolgen van je zondigen betreft: leg die zaak de Heere voor en open Zijn Woord. Spr. 3:6 en Ps. 119:105. Misschien moet je ook handelen naar Matth. 18:15 v.v. Voor niemand gemakkelijk. Daar is veel wijsheid en genade voor nodig. Die bid ik je van harte toe.
Een hartelijke groet van ds. J. Bos
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. Bos
- Geboortedatum:24-06-1948
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Naarden
- Status:Actief