(...) Wat is de verhouding tussen de Heere volkomen vertrouwen en zelf beslissin...
Ds. M. M. van Campen | Geen reacties | 19-04-2006| 00:00
Vraag
Antwoord
Een kerntekst om je vraag te beantwoorden is Spreuken 3:6: ‘’Ken Hem in al uw wegen en Hij zal uw paden recht maken’’. De kanttekeningen zeggen: “dat is in al hetgeen gij voorneemt, aangrijpt, spreekt, doet en laat”. Welke weg je ook gaat, betrek de Heere erin, zodat je niet het risico loopt halverwege of nog later te ontdekken dat het pad niet recht is, niet in overeenstemming met Gods wil. Houd Hem altijd tussen jezelf en je omstandigheden.
‘’In al uw wegen’’ dat wil zeggen: B. Als kind: je zit met vragen of je hebt moeite met leren, als je weinig vriendinnetjes hebt, of als je af moet zwemmen, of een repetitie hebt. B. Als jeugd: leg alles voor Hem neer, overleg met Hem alle dingen, de keuze van een baan of studie of van een levenspartner. C. Als ouders: bij de opvoeding van uw kinderen in de zorg over een verloren zoon die in de wereld leeft of in de zorg over een oudste zoon die keurig voor de vorm meeloopt, maar waar de inhoud ontbreekt. D. Als grootouders: in wegen van ziekte en rouw, eenzaamheid, of allerlei tegenspoed en kruis.
De Heere houdt ervan geraadpleegd te worden. “Ik zal raad geven!” En let dan vervolgens wat antwoord God je geeft, want hij spreekt gewis! Hoe? Door Zijn Woord, door de omstandigheden waarin je komt (Zijn voorzienigheid die deuren opent of dicht laat) én door mensen heen.
De grote vraag is niet dat je beslissingen neemt, maar wel hoe je beslissingen neemt. Weet de Heere ervan? Psalm 119:84 zingt: “Gij weet mijn weg en hoe mijn wandel is, ik wil niets daarvan voor U mijn God verhelen.” Als je de Heere over je schouders laat meekijken bij wat je doet en onderneemt, schrijft of mailt, dan zal Hij je leiden. Wees vooral bang voor eigen gekozen wegen zonder dat je de Heere er bijgehaald hebt, want dan gaat het mis. Toen Christen en Hoop in Bunyans christenreis de moeizame weg verlieten en zonder het aan de Heere te vragen het Bijpad opgingen werd het vroeg of laat donker en kwamen ze in de problemen.
Gods voorzienigheid en onze verantwoordelijkheid sluiten elkaar niet uit, maar ze ontmoeten elkaar in onze afhankelijkheid van God. De zendingsman in China Hudson Taylor zegt: “Het gebruik van hulpmiddelen behoort ons geloof in God niet te verminderen en ons geloof in God behoort ons niet te verhinderen welke middelen ook maar te gebruiken die Hij ons gegeven heeft om er Zijn doel mee te bereiken.” Hij noemt dan als voorbeeld Paulus in de schipbreuk. Hij zegt in Handelingen 27:25: ‘’mannen houdt moed want ik vertrouw op God’’. En tegelijk waarschuwde Paulus de hoofdman en zijn soldaten toen het scheepsvolk trachtte het schip te verlaten: ‘’indien zij niet aan boord blijven, kunt gij niet gered worden’’. Voor Paulus was technische hulp die alleen de matrozen konden geven, niet onverenigbaar met geloof in God!
Tenslotte: in de vraag staat: ‘’je krijgt niet op elke vraag antwoord’’. Dat briefje uit de hemel waarop je wacht komt dus niet. Of moet ik zeggen: die Brief uit de Hemel is er allang, die ligt voor mij op de kansel en daarin heeft God heel Zijn hart voor jou en mij opengelegd! Ja zo is het, die Bijbel is Gods (liefdes)brief uit de hemel!
Heb jij lust om de Heere te vrezen, dat Allerhoogst en Eeuwig Goed (Psalm 25)? Dan zal Hij Zelf je Leidsman wezen en leren hoe je wandelen moet. Hij maakt Zijn wegen bekend door Zijn Woord en Geest! En laat dat je lied en je gebed zijn en blijven! Lettend allereerst op Zijn Woord in de Bijbel en vervolgens op Zijn Wenken in de weg van Zijn voorzienigheid. Dan zal Hij je zegenen met vrede!
Ds. M. M. van Campen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. M. van Campen
- Geboortedatum:02-03-1965
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rotterdam-Zuid
- Status:Inactief