Judasevangelie
Ds. W. Arkeraats | Geen reacties | 17-04-2006| 00:00
Vraag
Hoe kijkt men binnen de reformatorische kring aan tegen het onlangs gevonden Judasevangelie?
Antwoord
Beste vragensteller,
Je vraagt naar de mening over het pas ontdekte Judasevangelie. Daar is de laatste tijd veel over gepubliceerd. Ik vond op internet een groot aantal verwijzingen. Dat er een “evangelie” bestond dat werd toegeschreven aan de discipel Judas is al heel lang bekend. Nu worden er vrij plotseling de schijnwerpers op gericht. Het verwarrende daarbij is dat de schijn wordt gewekt dat er een totaal nieuwe ontdekking is gedaan. In werkelijkheid is er slechts sprake van een geweldig toegenomen publiciteit. Binnen korte tijd zal deze belangstelling ongetwijfeld weer verdwenen zijn.
Daarbij speelt sensatie een grote rol. In één van de publicaties las ik: “Een tijdbom onder het christelijk geloof?” Zulke uitdrukkingen dóen het. Maar het is niet de eerste “ontdekking”, die met veel opwinding wereldkundig wordt gemaakt. Maar het geeft wel heel veel zorg dat zulke dingen bij veel mensen aanslaan. Het lijkt wel of men behoefte heeft aan nieuwe prikkels als het eenvoudige evangelie niet meer aanspreekt.
In het bedoelde “evangelie” wordt een heel ander licht geworpen op de persoon van Judas. Hij is daar niet de verrader, maar de held die de Heere Jezus beschermt en Hem niet met een kus verraadt, maar juist uit liefde begroet. Dat vloeit voort uit een geheime afspraak tussen Jezus en Judas, waardoor de Heere Jezus arrestatie en veroordeling wil forceren om ô het leven te ontvluchten. Het is duidelijk, dat dit absoluut niet te verenigen is met wat de Bijbel over Judas zegt. Heel duidelijk wordt aangegeven dat hij zich in de macht van de duivel begaf. Zo wordt het ook door de Heere Jezus zelf aangegeven. Als Judas ziet wat zijn verraad heeft teweeg gebracht, vervalt hij in de diepst mogelijke wanhoop. Daarom kunnen we niet anders dan het Judasevangelie verwerpen als geheel in strijd met wat de Bijbel van hem zegt.
Toch wil ik daar iets aan toevoegen. We kunnen niet anders dan Judas zien als degene die de Heiland verraden heeft. Maar daar mogen we niet onbewogen over spreken en denken. Er is geen sprake van een blind noodlot dat deze discipel in de afgrond van vertwijfeling sleurt.
De Heere spreekt zeer bewogen over en tot hem. Als Judas in Gethsémané komt, spreekt de Heere vol droefheid en bewogenheid hem aan met: “Vriend...” En Judas is er getuige van geweest, hoe de Heiland vrije aftocht vroeg voor Zijn discipelen. En Mattheus tekent zijn diepe nood waarin hij door de geestelijke leidslieden hooghartig en liefdeloos wordt weggestoten.
En daarbij wil ik de lijn doortrekken naar onszelf. Allereerst voor ons persoonlijk leven. We zien in de levensgeschiedenis van Judas, hoe sterk de duivel is. Als we dat beseffen, zullen we de Heere dagelijks bidden, om bij Zijn Woord te volharden. En daarnaast: we zien ook in onze tijd veel jongeren, die (op een heel andere manier weliswaar) in de ban van de duivel zijn door de macht van het occultisme en de daaraan verbonden muziek. Die jongeren zijn in wezen diep ongelukkig. Maar daar zien we niet op neer, daar kun je alleen maar voor bidden, dat zij uit die machten verlost zullen worden. Dan voel je bewogenheid over hen.
Zo kan datgene, wat we over Judas in verwarrende zin horen, voor jou persoonlijk tot onderwijs en zo ook tot zegen zijn. Tenslotte verwijs ik naar twee heldere artikelen in het RD: Het artikel van dr. J. Douma deze week en het commentaar in de krant van 14 april.
Een hartelijke groet,
Ds. W. Arkeraats
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Arkeraats
- Geboortedatum:09-08-1946
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Hardinxveld Giessendam
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus