Overdoop bij ongelovige ouders
Ds. J.J. van Holten | Geen reacties | 11-04-2006| 00:00
Vraag
Twee weken geleden is een huisgenoot van mij tot geloof gekomen. Als kind is ze gedoopt, maar haar ouders hebben haar niet christelijk opgevoed en hebben ook geen christelijk levenswandel. Nu adviseert de gemeente dat ze zich beter kan laten overdopen, omdat ze geen gelovige ouders had, wat wel een vereiste is van de doop. Wat kan ik haar adviseren om te doen.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
De vraag die je stelt is heel herkenbaar. De van God uit gezien, juiste gang van zaken is natuurlijk dat iemand die uit christelijke ouders wordt geboren, wordt gedoopt en ook christelijk wordt opgevoed. De doop werkt immers niet automatisch (Zoals Rome leert) maar de beloften van Gods verbond moeten tot uitwerking komen in het leven, door middel van opvoeding catechese, jeugdwerk en betrokkenheid bij de kerk en de gemeente.
Helaas, zoals je ook schetst in je vraag, gaan de zaken in het leven van mensen soms heel anders. Ik moet wel zeggen dat het antwoord op je vraag een beetje afhankelijk is, van in welke kerkelijke sfeer je je bevindt. Als ik het advies hoor vanuit de gemeente om over te dopen, dan vermoed ik een wat evangelische groep of gemeente. In een evangelisch denkkader is het zo dat de doop een wezenlijk andere betekenis heeft dan in bijvoorbeeld in de reformatorische traditie. Dopen is bij evangelische christenen vooral een daad van de mens die bewust kiest voor God en zich als teken en zegel daarvan laat dopen, meestal door onderdompeling en gepaard gaande met een persoonlijk getuigenis van zijn of haar relatie met God. Ter onderbouwing van deze insteek wordt dan vooral gewezen op het Nieuwe Testament en met name op het bijbelboek Handelingen.
Dopen is in de reformatorische traditie het teken en zegel van het verbond der genade dat God éénzijdig, dus vanuit Zichzelf maakt met een mens. Daarom worden in die traditie ook de kinderen gedoopt, onder verwijzing naar zowel het Nieuwe Testament, als ook het Oude-. Kort gezegd gaat het in de evangelische beleving van de doop vooral om de persoonlijke en bewuste keuze van de mens voor God, gevolg door een leven in Zijn dienst. In de reformatorische visie op de doop gaat het om Gods onvoorwaardelijke keuze voor de mens, gevolgd door een opvoeding dicht bij Gods Woord, die ertoe leidt dat iemand op volwassen leeftijd openbare geloofsbelijdenis doet als antwoord op Gods daad en een leven in Zijn dienst
De vraag die nu komt bovendrijven is deze. Als je als kind bent gedoopt heeft God voor jou gekozen. (ook al hebben de ouders de chr. opvoeding verzuimd, ook al is er geheel geen sprake geweest van christelijke opvoeding) Dan is Gods keuze onvoorwaardelijk en onherroepelijk. Wat God doet, daar komt Hij later nooit op terug en dat stelt Hij ook niet afhankelijk van wat mensen er mee doen of er van maken. Als je op dat moment je 'over laat dopen' dan zeg je daarmee tegen God, U hebt het niet goed gedaan, ik zal het zelf, vanuit mijn eigen keuze en bewustzijn over doen. Dat laatste lijkt mij tegenover God niet goed. Je kunt van je ouders zeggen dat ze hebben gefaald, je kunt de kerk en de gemeente waarin je gedoopt bent erop aanspreken dat ze in gebreke zijn gebleven, maar God niet.
Mijn advies zou zijn, laat je niet overdopen, maar zoek een gemeente waarbij je je kunt aansluiten, waar je gaat meeleven en waar je na onderwijs en geestelijke vorming enz. te zijner tijd openbare belijdenis van je geloof kunt afleggen. Dát is het moment waarop je je doop voor je eigen rekening neemt. Daar kun je openlijk getuigen van jou keuze voor God, dat overigens nooit iets is wat uit je zelf opkomt maar altijd een antwoord is op, wat God eerst heeft gedaan. God is immers in het leven van ieder mens altijd de eerste.
Wel vind ik het verlangen naar bevestiging en persoonlijke betrokkenheid bij de doop legitiem. Ik denk dat dat een zaak is die in veel kerken (te) weinig aandacht krijgt. Daarom nog enkele praktische tips:
Een goed middel is misschien om een doopbewijs op te vragen bij de kerkelijke gemeente waar de doop plaatsvond, of te spreken met mensen (liefst eerst met de ouders als dat nog mogelijk is) die er bij zijn geweest, de ooggetuigen. Ook is een mogelijkheid om, als dat nog kan, contact te zoeken met de predikant die de doop heeft bediend. Dat zijn allemaal mogelijkheden om je meer bewust te laten zijn van je doop. Misschien is er zelfs een bandopname van de doopdienst bewaard gebleven.
Bovenal zou ik willen wijzen op de kracht van het gebed. God aan te mogen roepen als je Vader, als die God die Zijn verbond met jou heeft opgericht, dat geeft een geweldig sterke band. Probeer het formulier nog eens te lezen wat gelezen is toen je gedoopt werd en zoek de tekstverwijzingen na in de Bijbel. Let er vooral op wat God toen heeft beloofd. Allemaal praktische aanwijzingen om bewuster en met meer gevoel met je doop om te gaan. Let wel: Dat doet niets toe of af van het principiële feit van de doop, maar maakt je er wel meer bewust van en kan je ertoe brengen om als kind van het verbond te leven voor God.
Ik hoop dat je met dit antwoord wat kunt. Veel zegen toegewenst,
ds. J. J. van Holten, Leerdam
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. van Holten
- Geboortedatum:22-12-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:IJsselstein
- Status:Inactief