Tot een levend dankoffer offere
dr. J. Hoek | Geen reacties | 17-03-2006| 00:00
Vraag
Wat betekent het dat de opstellers van de Catechismus schrijven: “Dat ik mijzelf Hem tot een levend dankoffer offere?” En welk relatie is er tussen ons hart en de offers die wij brengen (dienst der offeranden, collecte). Met welke bedoelingen brengen wij offers?
Antwoord
De uitdrukking die in de catechismus wordt gebruikt, in zondag 12, antwoord 32, geeft aan dat de christen het beeld van de Christus gaat vertonen in het drievoudig ambt van profeet, priester en koning. De priester bidt, offert en zegent. Hier wordt het offer naar voren gehaald en wel als een toewijding van het gehele leven aan de HEERE en Zijn dienst. Dit is een bijbelse lijn, denk bijvoorbeeld aan Romeinen 12: 1 en 1 Petrus 2: 5, waarnaar de catechismus ook verwijst.
Het wordt door genade ons diepst verlangen om ons leven geheel in dienst te stellen van Hem die ons gekocht heeft met de prijs van Zijn kostbaar bloed. “Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal'.'Leer mij, o God van zaligheden, mijn leven in Uw dienst besteden”.
De offeranden die we brengen in de eredienst zijn een liturgische en symbolische uitdrukking van deze toewijding van ons hart en leven. Het lijkt zoiets oppervlakkigs om een geldstuk of biljet in de collectezak te doen, maar wanneer we dit geestelijk gaan beleven, is het de uitdrukking van onze hernieuwde keuze om ons leven aan God ter beschikking te stellen.
Zo bezien geldt ook van het geven in de collecte: “zonder Mij kunt gij niets doen”.
Dr. ds. J. Hoek
Dit artikel is beantwoord door
dr. J. Hoek
- Geboortedatum:04-09-1950
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Inactief