Waar is God nu?
Ds. W. Arkeraats | Geen reacties | 14-03-2006| 00:00
Vraag
Ik ben heel erg bezig God te zoeken. Vaak denk ik wel eens: waar is God nu? Waar moet je zoeken als je ‘denkt’ dat je God ben kwijt geraakt? Ik geloof wel, maar het is vaak zo moeilijk. Gevoel speelt in het geloof een grote rol, zeggen mensen. Is dat zo? Waar kun je dat toetsen? Je kunt wel iets klakkeloos overnemen, maar wat schiet je daar mee op? Niks, denk ik zelf. Ik denk daarbij aan mijn grotere broer. Hij gelooft niet en gaat niet meer naar de kerk. Ik heb daar zo ontzettend veel verdriet van. Iemand zei tegen mij: denk om je eigen zaligheid. Ik zou voor mijn oudste broer door het vuur gaan. Ik hou zo ontzettend veel van hem, maar ik weet echt niet meer wat ik met hem aanmoet. Dan denk ik: waar is God? De pijn gaat zo diep. Ik probeer hem los te laten, althans niet achter hem aan te hobbelen. Ik heb heel lang geprobeerd hem van het verkeerde pad af te halen. Maar zonder succes. Ik slaap er slecht van en eet nauwelijks en heb veel last van hoofdpijn. Ik weet niet wat ik hier mee aan moet.
Antwoord
Beste ...
Graag wil ik proberen, je vraag te beantwoorden. Ik stel voorop: het is iets om heel dankbaar voor te zijn als je ook als jongere God wil zoeken. Daar zitten echter twee kanten aan. Aan de ene kant is het heel helder: God openbaart zich in Zijn Woord. We ontmoeten Hem daarin als de rechtvaardige God, die de zonde niet ongestraft laat, maar tevens als de Heere, die in Christus Zijn genade en barmhartigheid betoont. Maar aan de andere kant wordt de beléving hiervan beïnvloed door heel veel dingen. En dat kan zowel positief als negatief zijn. Daarom kun je denken: “Waar is God nu?” Dan voel je niets van Zijn aanwezigheid. Zo kun je het beleven in een tijd van zorgen of als je psychisch een moeilijke tijd meemaakt. Je “denkt” dan, dat je Hem bent kwijtgeraakt. Je voelt er dan niets van. Waar je dan moet zoeken? Je mag de Heere er dan om bidden, dat Hij je dat gevoel teruggeeft. En lees dan maar veel in de Bijbel, de Psalmen bijvoorbeeld. Hij wil zich toch in Zijn Woord laten vinden?
Je noemt verder “het gevoel”. Dat speelt in het geloof stellig een grote rol. Dat is ook een gave van de Heere. Want zo kun je gevoelens van blijdschap, droefheid, vertrouwen hebben. Anders zou het heel kil en steriel blijven. Maar het gevoel heeft niet het laatste woord. Soms moet je het echt “met het Woord alleen” doen. Natuurlijk moet je niets “klakkeloos” overnemen. Iets moet je eigen overtuiging worden, maar het is wel in de weg van de leiding van de Heere, dat je een bepaalde overtuiging van bijvoorbeeld je ouders meekrijgt.
Heel moeilijk is het rond je oudere broer. Natuurlijk geeft het heel verdriet als hij van de dienst van de Heere niet weten wil. En bedenk daarbij: dat je dat verdriet hebt maar dat je tegelijk verschrikkelijk veel van hem houdt, dat sluit elkaar niet uit. Integendeel. Als je veel van elkaar houdt, wil je zo graag dat die andere ook de Heere zal dienen. Je schrijft: ik probeer hem los te laten. Dat hoeft helemaal niet. Probeer de band maar te bewaren. Maar je wilt niet achter hem aan “hobbelen”. Ik weet natuurlijk niet, wat je daarmee concreet bedoelt. Als dat zou betekenen, dat hij iets van je verlangt, dat je innerlijk niet kunt verantwoorden, dan hoef je daar niet aan toe te geven. En je merkt, dat je hem niet van de verkeerde weg af kunt halen. Nee, dat kun je niet. Dat is ook geen mensenwerk. En daarin maken we veel teleurstellingen mee. Maar probeer maar met bewogenheid met je broer te praten. Zeg hem maar, dat je zo graag wilt, dat hij God zal zoeken. Dat is: in alle eenvoud getuigen.
Het is heel erg, dat dit ook tot lichamelijke klachten leidt: slecht slapen en eten en hoofdpijn hebben. Het lijkt erop, dat het psychisch veel vergt. Daarom hoop ik, dat je dit steeds meer in de hand van de Heere kunt geven. Dan word je er niet onverschillig of afstandelijk onder, maar geeft het wel rust, dat je het uiteindelijk bij de Heere kunt laten. Je hoorde iemand zeggen: Denk om je eigen zaligheid. Ik geloof, dat dit geen juiste tegenstelling is. Hoe meer je aan je eigen zaligheid denkt, des te meer ben je bewogen over een ander, zéker je broer. Denk daarbij maar aan het woord van Jacobus: “Als iemand wijsheid ontbreekt, dat hij die van God begere, die mild geeft en niet verwijt”.
Ds. W. Arkeraats
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Arkeraats
- Geboortedatum:09-08-1946
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Hardinxveld Giessendam
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus