Gast zonder bruiloftskleed
Ds. P.D.J. Buijs | Geen reacties | 06-03-2006| 00:00
Vraag
Mattheus 22 spreekt over de gelijkenis van de gast zonder bruiloftskleed. Jezus noemt hem 'vriend', terwijl het een verworpene blijkt te zijn. Maar hij was genodigd! (De dienstknechten vergaderden allen, kwaden en goeden.) Hoe dit te verstaan? Was dit noden dan een willekeur van de koning?
Antwoord
Beste lezer,
Als er een gedeelte is dat ons het algemeen, welmenend aanbod van genade verkondigt, dan is het dit wel! Bedenk wel, dat de eerste nodiging gericht was tot de Joden (zij zijn en blijven het eerste adres van het Evangelie). Mattheus schreef namelijk in het bijzonder voor hen. Maar als zij dan de liefdevolle en indringende nodiging afwijzen, verspreidt het Evangelie zich over de wereld, in opdracht van de Koning (zie vers 8-10). Zo kwam het ook tot ons! En weer merken we: de Heere selecteert niet in de adressering van de boodschap: waar ze komt, klinkt ze welgemeend en indringend. Paulus bijv. hoorde van de Heere dat Hij veel volk in die stad had. Maar Paulus ontving vervolgens geen lijstje met adressen waar hij `dat volk` vinden kon. Nee, hij predikte het Evangelie aan de hele stad. Dan blijkt er een mengelmoes van `gasten` te zijn (Matt. 22:10). Dat ziet op de verbondsgemeente, waarin twee soorten verbondskinderen zijn: zij die wedergeboren zijn en zij die slechts aan de buitenkant tot de gemeente behoren.
Maar voor ons is niet altijd precies uit te maken wie een ware gelovige is en wie niet - een mens kan zich vergissen! Hoe kan dan die heer in de gelijkenis toch de man zonder bruiloftskleed `vriend` noemen? Dat laat Zijn liefde en geduld zien. De Heere ziet niet graag iemand verloren gaan. Zelfs Judas werd zo nog door de Heere Jezus aangesproken: “Vriend! Waartoe zijt gij hier?” (Matt. 26:50). Daarmee stapelt de Heiland nog vurige kolen op zijn hoofd, om hem de vlammen van schaamte te doen uitslaan: Hoe kan ik toch Iemand verraden Die mij zo vriendelijk en liefdevol bejegent? Nee, het ligt echt niet aan de Heere als iemand verloren gaat.
En bedenk, dat naar de toenmailige gewoonte er iemand bij de ingang van de feestzaal stond om aan elke gast een bruiloftskleed uit te reiken. Je kon het gratis krijgen! Maar deze ene man dacht wel zonder te kunnen en glipte aan de gever voorbij. Het bruiloftskleed dat wij nodig hebben is niet anders dan het kleed van Jezus` verdiensten, door Zijn leven, lijden en sterven. Hij reikt ons dat in de prediking aan! Hoe dwaas als we dan eraan voorbij lopen. We konden het krijgen, uit genade alleen. Maar als we dan niet willen, is het ook volledig eigen schuld. En als je dat kleed dan wel aanhebt? Was dat dan een keuze van je vrije wil? Nee! Het is enkel genade. De Heere bekleedt zondaren met de klederen des heils (Jes. 61:10).
Maar dat doet aan de klem en de welmenendheid van de nodiging niets af. Weet je wat de Heere nu zo graag ziet? Dat je met die nodiging biddend bij Hem komt. “Heere, U hebt mij zo vriendelijk en dringend genodigd. Ik mis alles wat ik nodig heb om gekleed en wel Uw bruiloftszaal binnen te gaan. Maar U hebt toch beloofd: Al wat u ontbreekt schenk Ik, zo gij `t smeekt, mild en overvloedig. Heere, doe zoals U gesproken hebt, uit genade, om Jezus` wil!” En de Heere liegt er niet om; Hij zal het doen!
Een vraag nog: heb jij het bruiloftskleed al aan? Gods zegen toegewenst!
Met een hartelijke groet,
Ds. P. D. J. Buijs
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P.D.J. Buijs
- Geboortedatum:02-11-1961
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nunspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: