Schenkel en oor als bewijs laten zien

Ds. P.D.J. Buijs | Geen reacties | 03-11-2025| 10:06

Vraag

Bij het lezen van de Bijbel is het belangrijk om bij ieder(e) tekst(gedeelte) de vraag te stellen wat deze tekst mij te zeggen heeft, oftewel na te speuren wat de betekenis van de tekst is. Door de jaren heen heb ik ook steeds meer oog mogen krijgen voor de vraag: waarom staat juist dit specifieke woord hier (en niet een ander woord)? Nu stuitte ik via een Bijbellezing op de tekst uit Amos 3:12. Daar wordt gesproken over een herder die uit de bek van een leeuw twee schenkels of een stukje van een oor redt. De betekenis van de tekst is mij duidelijk: uit het oordeel (bek van de leeuw) wordt een overblijfsel naar de verkiezing der genade (Romeinen 11:5) (twee schenkels of een stukje van een oor) gered.

Maar ik ben al langere tijd op zoek naar waarom juist dit beeld wordt gebruikt. Bij het bestuderen van de tabernakeldienst kwam ik de combinatie van deze twee woorden (schenkel en oorlapje) tegen in Exodus 29 (dat verwijst naar Leviticus 8). In dat hoofdstuk wordt een jonge stier gebruikt om het brandofferaltaar te heiligen (van zonde te ontdoen) en daarna worden twee rammen geofferd. Van de ene ram worden de schenkels (met de ingewanden) gewassen en daarna gebrandofferd, terwijl van de andere ram het bloed wordt gebruikt om het oorlapje van Aaron en zijn zonen, alsmede hun duim en grote teen te bestrijken, tot heiliging (van zonde te ontdoen). De handeling daarna met de broden is denk ik voor de uitleg van Amos 3:12 niet of minder relevant. Maar dan vraag ik mij af hoe de toepassing gemaakt moet worden. Hoe kan vanuit dit heiligingsritueel de toepassing gemaakt worden uit Amos 3:12?

ADVERTORIAL

De actualiteit verandert. De Bron niet.

Zie je ook iedere dag een stroom aan nieuws voorbijkomen? Het RD zet je aan het denken en geeft inzicht met nieuws en achtergronden in Bijbels perspectief. We duiden de actualiteit vanuit een onveranderlijke Bron. Ontdek nu één week gratis...

De actualiteit verandert. De Bron niet.

Antwoord

Beste lezer,

Het is interessant hoe u/jij het verband legt tussen Amos 3:12 en Exodus 29. Maar voor zover ik het kan overzien is dat verband er niet. We zullen ervoor moeten waken om op de klank van de woorden af te gaan. Als er een keer in twee gedeelten dezelfde woorden gebruikt worden, wil dat nog niet zeggen dat er dus een verband bestaat.

Amos gebruikt in 3:12 een beeld dat voor zijn tijdgenoten sprekend is. Als een schaap van een kudde verscheurd was door een leeuw, waren de herders verplicht om een stukje van het oor of een paar schenkels (poten, beter gezegd nog: botjes) aan hun baas te laten zien. Die vormden dan het bewijs dat het dier door een leeuw was omgebracht. Als ze dat bewijs niet konden tonen, werden ze verdacht van diefstal. 

De toepassing is hier: zo zal het met Israël gaan. Die paar mensen die aan het oordeel ontkomen, vormen het bewijs van de ondergang van het volk. Al klinkt er inderdaad ook de genade in door: deze rest wordt gered, door het oordeel heen.

De toepassing bij Exodus 29 is een andere. Het is natuurlijk niet toevallig dat er iets van het bloed van de ram die geofferd wordt, aan de rechteroorlel, de duim van de rechterhand en de teen van de rechtervoet moet worden gestreken (vers 20). Hetzelfde komen we tegen in Leviticus 14: 14-29, bij melaatsen en armen voor wie een offer wordt gebracht (zie vooral Leviticus 14:14, 25 en 28). Dat wil zeggen: gehoor, daad en levenswandel moeten aan de Heere en Zijn dienst worden gewijd. Op die manier wordt de priester (of wie het ook maar betreft) helemaal afgezonderd voor de dienst van God.

Pas het maar toe: we worden geroepen intensief te luisteren naar Gods Woord, met ‘doorboorde oren’ (zie Psalm 40:7). Ja, heel onze handel (hand) en wandel (voet) hebben we in dienst van de Heere te stellen. De rechterkant wordt in de Bijbel gezien als zetel van kracht. We zouden kunnen denken aan het bekende lied “Neem mijn leven, laat het, Heer’, toegewijd zijn aan Uw eer.” In dat lied worden ook verschillende lichaamsdelen genoemd die voor Gods eer ingezet mogen worden: handen, stem, voet. De Heere heeft recht op onze algehele toewijding!

Met een hartelijke groet,
Ds. P. D. J. Buijs

Dit artikel is beantwoord door

Ds. P.D.J. Buijs

  • Geboortedatum:
    02-11-1961
  • Kerkelijke gezindte:
    Christelijk Gereformeerd
  • Woon/standplaats:
    Nunspeet
  • Status:
    Actief
209 artikelen
Ds. P.D.J. Buijs

Bijzonderheden:

Bekijk ook:

 

 

 


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Bezorgde evangelische christen uit België

Ik ben een evangelisch christen uit België. Ik ben 23 jaar oud en ben twee jaar geleden gedoopt. Ik ben opgegroeid in een christelijk gezin, maar ik ben pas drie jaar geleden op mijn knieën gegaan voo...
Geen reacties
01-11-2016

(...)Werkt de duivel dan ook in bekeerde mensen? (...).

De laatste paar maanden hebben mijn vriend en ik het erg druk met ons nieuwe huis en onze voorbereidingen voor ons huwelijk. Zo druk dat er geen ruimte meer was voor God. 's Avonds gingen we eventjes ...
Geen reacties
01-11-2007

(...) Mag ik wel verlangen van hem dat hij van randreformatorisch opschuift naar reformatorisch? (...)

We hebben al een tijd verkering. Mijn vriend komt uit de Christelijk Gereformeerde Kerk en ik zit in de Gereformeerde Gemeente. Bij hem in de kerk hoeven vrouwen geen hoed op, doordeweeks dragen de me...
Geen reacties
01-11-2008
design website door design website by Mooimerk website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis hosting website door hosting website by STH Automatisering
Stel hier
een vraag