God al 30 jaar zoeken

Redactie Refoweb | 12 reacties | 05-06-2025| 07:59

Vraag

Ik zoek de Heere nu al meer dan 30 jaar, van mijn jeugd af aan. Ik bid, lees, vraag, onderzoek, ga naar de kerk. Dat staat toch in Gods Woord, dat je moet kloppen en zoeken? Waarom antwoordt God dan niet? Wil Hij mij niet ? Ik word er soms zo moedeloos en wanhopig van.


Antwoord

Dit artikel is beantwoord door

Redactie Refoweb

  • Kerkelijke gezindte:
    Divers
  • Woon/standplaats:
    Divers
2541 artikelen
Redactie Refoweb

Bijzonderheden:

Mailadres: vragen@refoweb.nl


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
12 reacties
Huisje_op_de_hei
05-06-2025 / 10:59
Je schrijft dat je bidt, leest, vraagt, onderzoekt en naar de kerk gaat. Hoe heb je het dan uitgehouden als God jou niet antwoord?
jaop
05-06-2025 / 13:02
God heeft soms een lange tijd gesteld tussen het eerste tijdstip waarin de begeerte tot die zaak in uw hart opkwam en de tijd van de vervulling ervan.
Abraham had de belofte gekregen dat hij een zoon uit Sara zou krijgen, maar het duurde zo lang dat het volstrekt onwaarschijnlijk geworden was.
Hoe lang duurde het bij David, voor hij het beloofde koninkrijk ontving. Zacharias had lang tevoren, in zijn jeugd, om een zoon gebeden en zijn gebed werd verhoord, toen hij in zijn ouderdom was.

Daarom moeten we een beloofde zaak niet meteen verwachten als de belofte ons invalt en moeten we niet moedeloos worden als de belofte niet terstond komt. Hier is nodig lijdzaam te wachten.

Het is veel nuttiger, in lijdzaamheid te wachten op de vervulling van de uitgestelde beloften, dan om de beloofde zaak onmiddellijk te ontvangen. Het brengt de ziel immers in een heilige toestand en leert haar vele deugden te oefenen.

Onder andere deze deugden:
a. Men is niet altijd geschikt om de beloofde zaak te ontvangen, maar de Heere bereidt de ziel door het uitstel wel voor om de beloofde zaak goed te kunnen ontvangen en te gebruiken.
Het is zoals men een vat eerst reinigt en klaar maakt om kostbaar vocht daarin te doen, opdat het niet door een spleet weglekt of een bijsmaak van het vat in zich opneemt. Dat klaar gemaakt worden is al reeds geheiligd te worden.

b. Het uitstellen leert geloven zonder te zien. Het leert God te erkennen als waarachtig, ofschoon Hij het alsnog niet vervult. Die gestalte is een heiliger gestalte. Ze is u in die tijd nuttiger dan de beloofde zaak. Ja, soms is het de beloofde zaak zelf, op een andere wijze als u zich had voorgesteld.

c. Het uitstellen leert God kennen en erkennen als soeverein en alleen wijs, Die alle dingen schoon maakt op Zijn tijd. Dat is heiligheid, dat is God verheerlijken.

d. Het uitstellen maakt u klein. Het doet u uw onwaardigheid zien. Het doet u beseffen, dat God het niet om uwentwil geven zal. Het doet u zeggen: ik ben de minste genade niet waard. Ik ben niet waard dat God de geringste belofte aan mij, worm, zou doen. Zou ik dan niet blij zijn, dat Hij nu zulke grote zaken aan mij belooft en zou ik die niet in ootmoed verwachten?

e. Het uitstellen bewerkstelligt uitzien naar de Heere, wachten, stil en tevreden zijn met het tegenwoordige, zich verblijden in de belofte alsof men de zaak al bezat. Want men acht Hem, Die het beloofd heeft, getrouw. Daarin verheerlijkt men Hem.
Zijn deze gestalten niet heilig? Zou men die niet liever bezitten, dan dat God meteen de beloofde zaken gaf, zonder die gestalten?

f. Het uitstellen maakt de ziel meer dankbaar als het begeerde komt. Het verblijdt de ziel meer en laat haar [de blijdschap] zorgvuldiger bewaren.

Wees daarom niet verdrietig, niet moedeloos, werp niet alles weg, als de Heere Zijn belofte uitstelt.

Tracht echter deze hier genoemde gestalte van de ziel erdoor te verkrijgen en zo geheiligd te worden.

Want het werken met en op de beloften en het wachten op de vervulling ervan, trekt de ziel af van aardse dingen, houdt haar bezet met onderhandeling met God en brengt de ziel in een meer geestelijke gestalte, zelfs zonder dat ze het merkt.

Uit die geheiligde grond zullen allerlei deugden vanzelf zonder veel moeite en inspanning spruiten. U zult in de Heere rusten, zich in Hem verblijden, Hem danken, Hem erkennen en verheerlijken in Zijn volmaaktheden in Christus Jezus.

Die Hem eren, zal Hij eren.

En verlustig u in den HEERE, zo zal Hij u geven de begeerten uws harten.
Wentel uw weg op den HEERE en vertrouw op Hem, Hij zal het maken (Ps. 37:4, 5).

Wacht op den HEERE, zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken; ja, wacht op den HEERE (Ps. 27:14).

Aldus vader Brakel.
jaop
05-06-2025 / 13:04
Toegift van Brakel:

'Bent u geheel ontbloot van alles, geheel leeg van geestelijke zaken? Is die leegheid u smartelijk? Een mens kan immers niet leven zonder enige verkwikking. Het is niet te verdragen, het is een hel, als men een ziel heeft die zich niet tevreden kan stellen met zichzelf en die dan niets wat de lege en huilende ziel kan vervullen van buitenaf heeft of kan verwachten.

Het aardse kan nu de ziel niet verzadigen; ja, de wanordelijke begeerte naar het aardse pijnigt de ziel van een godzalige zelfs.

De ziel zou Jezus willen hebben tot haar rantsoen en gerechtigheid, God tot haar Vader. Ze zou de zoete invloeiing van de verlichtende, verblijdende en heiligmakende genade van de Heilige Geest willen hebben. In één woord, het bezit en de genieting van alle goederen van het genadeverbond.

De lege ziel strekt zich in sterke begeerte hiernaar uit. Het gemis is smartelijk. De honger en de dorst zijn sterk. De ziel vergaat van honger. Ze wordt onwel en raakt verdoofd. Al haar geschreeuw is om het geestelijk brood, om levendmakend water.

De ziel bezwijkt van verlangen, maar ze krijgt niets.
Ze zoekt, maar vindt niet.
Ze bidt, maar ontvangt niet.

Arme verhongerende ziel, hoor de belofte en versterk er u mee, totdat ze vervuld wordt. Want ze zal vervuld worden.

Matth. 5:6: Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden.

Jes. 55:1: O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk!

Openb. 21:6: Ik zal den dorstige geven uit de fontein van het water des levens voor niet. Joh. 7:37: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke'.
jaop
05-06-2025 / 13:23
En nog iets van Luther over de Kananese vrouw.

Met een enkel Woord heeft Hij verklaard dat Hij haar niet helpen wil. Hoe hard moet die klap aankomen. 'Ik heb wel beloofd dat Ik gebeden verhoor, maar Ik heb het niet beloofd aan jou!"

Als iemand op die manier van zijn hoop wordt beroofd, dan is er toch geen raad of hulp meer.


Wat denk je daarvan? Is dat niet als een bliksemschicht die zowel hart als geloof aan stukken slaat, wanneer we voelen dat Gods Woord, waarop wij bouwen, niet tot ons is gesproken,
maar enkel op anderen van toepassing is?

Hier vallen alle heiligen en voorbede stil, en het hart zou het Woord moeten loslaten als het aan zijn eigen gevoelens vasthoudt.

Maar wat doet de vrouw?
Zij geeft niet op. Zij klampt zich vast aan het Woord, ook al wordt het haar krachtig uit het hart gerukt. Zij keert zich niet af van Zijn strenge antwoord, maar vertrouwt nog steeds vast dat Zijn goedheid daarachter verborgen ligt.
Zij denkt nog steeds niet dat Christus genadeloos is of kan zijn.
Dát is wat het betekent om zich vast te klampen.

Zij blijft aandringen, werpt zich voor Hem neer en zegt:
„Heere, help mij!” (Mattheüs 15:25).

En dan krijgt zij de laatste doodsteek, wanneer Hij rechtstreeks tegen haar zegt (zoals de woorden luiden) dat zij een hond is en het niet waard om het brood van de kinderen te ontvangen (Mattheüs 15:26).

Hij zegt in feite: zij is een verlorene, verdoemd,
en behoort niet tot het getal der uitverkorenen.

Dat is een antwoord waar niemand tegenin kan gaan, waar men niet omheen kan.
En tóch geeft zij het niet op, maar stemt in met Zijn oordeel en erkent dat zij een hond is.
Meer verlangt zij ook niet dan een hond: „de kruimeltjes te eten die van de tafel van hun heren vallen” (Mattheüs 15:27).

Is dat geen meesterwerk?
Zij grijpt zich vast aan Christus’ eigen woorden. Hij vergelijkt haar met een hond; zij erkent dat,
en vraagt niets meer dan dat Hij haar als hond laat zijn – zoals Hij Zelf haar immers beoordeeld had.

Waar kan Hij nu nog heen?
Hij is gevangen.
We laten een hond de kruimels onder de tafel eten – dat is haar recht.
Daarom opent Hij nu Zijn hart volledig voor haar en geeft toe aan haar verzoek.
Nu is zij niet langer een hond, maar een kind van Israël (Mattheüs 15:28).

Dit is geschreven tot onze troost en onderwijzing, opdat wij zouden weten hoe diep God Zijn genade soms voor ons verbergt, zodat wij Hem niet zouden beoordelen naar onze waarneming en gevoel, maar enkel en alleen naar Zijn Woord.
Huisje_op_de_hei
05-06-2025 / 13:42
@Jaop
Ten koste van je (vast goedbedoelde) schrijfsels; ik vind 30 jaar erg lang. Langer dan de Kananese vrouw gewacht heeft tot zij zekerheid ontving. En Abraham heeft wel lang gewacht maar die had de belofte en werd tijdens de levensreis meerdere malen verkwikt.
Even indenken...stel dat je 30 jaar dag en nacht bidt, leest, vraagt onderzoekt en naar de kerk gaat.....
Samanthi
05-06-2025 / 15:05
@Joap
Je hebt er veel werk van gemaakt en ook het opgezocht en proberen te bemoedigen, maar het moeilijke is wel, dat de kananese vrouw niet om bekering kwam, maar om de genezing van haar dochter, ze noemt Hem Heere (Kurios) Gebieder en Zoon van David, zo noemde de meeste mensen van het Joodse volk Hem niet, dat is de Ere titel voor de Messias, dat is op zich al een geloofsbelijdenis. Je kunt hier niet stellen dat ze Hem niet kende. Ook prijst de Heere Jezus haar: oh vrouw groot is uw geloof.

Tegen de vragensteller zou ik willen zeggen: gooi uw net eens aan de andere kant, ga op je knieën, vertel alles en geef je over.
Mona
05-06-2025 / 15:36
Ik denk eigenlijk dat het niet helemaal duidelijk voor je is HOE je moet geloven.

Er staat in de Bijbel dat wie God zoekt met geloven dat Hij bestaat en dat Hij beloont wie Hem zoeken. (Hebreen 11:6)
Je mag op grond van deze belofte zeker weten dat Hij op jou zoeken zal antwoorden, en stiekem vermoed ik dat de Heere je al 30 jaar een antwoord geeft, maar dat je ze niet herkent als zodanig. Of Zijn antwoord niet op jezelf durft te betrekken.
Het grootste punt van geloven is, is dat je je eigen gedachtes over geloven moet loslaten, en jezelf onvoorwaardelijk aan God, Zijn Woord en beloftes overgeeft.

Heere God, hier staat het: een ieder die de Naam van de Heere aanroept zál zalig worden. (Romeinen 10:13)
Ik voel niets, mijn eigen gedachten zeggen dat ik het niet zomaar kan/mag geloven, maar ik vertrouw erop dat het waar is, omdat U het zegt.

Wat er allemaal moet gebeuren in de bekering van een mens, dat mag je aan Hem overlaten.
Zijn roepstem is het antwoord op jouw zoeken.
Samanthi
05-06-2025 / 15:37
Ps. Doe je hart open en vraag Hem binnen te komen.
Samanthi
05-06-2025 / 18:08
Ps of neem Hem met een gelovig hart aan.
Zv70
05-06-2025 / 19:08
Wat hóór je op zondag, 30 jaar lang? Dat maakt wel uit!
Zv70
05-06-2025 / 19:11
Tip!
https://youtu.be/BFtmpobzOfI?si=7eYDUOwHxbjmyUqF
Yada
06-06-2025 / 18:03
Welke God zoek je?
Je kunt op dit bericht reageren. Klik hier om in te loggen.

Terug in de tijd

Emotioneel verwaarloosd

Sinds ik (recent) ben gehuwd, zie ik met de dag scherper wat er bij ons thuis is mis gegaan. Toen ik nog alleen was, zag ik dit niet omdat ik alleen maar aan het overleven was. Nu is er rust in mijn l...
11 reacties
04-06-2012

Jeuk

Ik heb een soort slijmerige nattigheid bij mijn schaamhaar/vagina. Dit jeukt soms een beetje. Ik weet niet wat dit is en ik durf het ook aan niemand te vertellen. Ik ben 14 jaar, nog nooit ongesteld g...
2 reacties
04-06-2013

Het geweten en de Heilige Geest

Ik heb een paar vragen aan een predikant van de HHK. Woont de Heilige Geest in ons allemaal, zelfs bij mensen die nooit naar een kerk gaan? Zo niet, hoe komt het dan dat we in staat zijn om nog een be...
Geen reacties
04-06-2015
design website door design website by Mooimerk website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis hosting website door hosting website by STH Automatisering