Vrije wil van de mens
Ds. P. Molenaar | Geen reacties | 25-07-2004| 00:00
Vraag
Heeft de mens een vrije wil? Nee. Maar hoe zit het dan dat mensen veroordeeld worden omdat ze Jezus niet hebben aangenomen? Ze hebben immers niet gewild? Maar dan hadden ze toch een vrije wil? Anders worden ze niet geoordeeld. Moeilijk te begrijpen.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Inderdaad kunnen er allerlei vragen opkomen over de vrije wil. Toen we in het paradijs leefden, hadden we allen een vrije wil ten goede. We mochten echt kiezen tussen goed en kwaad, maar we hebben voor het kwaad gekozen, moed- en vrijwillig; dat betekent dus heel duidelijk dat we voor 100 procent verantwoordelijk blijven in alles wat we doen en laten. Je moet dus heel duidelijk onderscheid maken tussen de vrije wil ten goede en de wil ten kwade. We hebben vrijwillig gekozen voor de boze. Daarom zijn we de vrije wil ten goede kwijt geraakt, maar hebben we nu een gebonden wil ten kwade. Daarom is het waar, dat we geneigd zijn God en onze naasten te haten. Het is ook niet waar dat we in het paradijs niet konden gehoorzaam zijn aan de Heere. We hadden de wil ontvangen om de Heere helemaal te gehoorzamen. Maar de Heere heeft ons goed en naar Zijn evenbeeld geschapen daarom als vrije schepselen, zodat we konden kiezen tussen goed en kwaad. De Heere heeft ons niet geschapen als marionetten of robots, maar als mensen, die verantwoordelijk waren, dus geroepen om antwoord te geven aan de geboden Gods.
Tegelijk dienen we ook te beseffen dat Zijn geboden niet zwaar zijn. De Heere vraagt van ons alleen maar liefde tot Hem en Zijn Woord. Wet betekent letterlijk liefdesregel. In de liefde komt openbaar of we werkelijk willen. Daarom kun je voor de tien geboden tienmaal invullen: "Gij zult liefhebben". Het ergste is dat we de Heere niet liefhebben, dat we tegen een goeddoend God gezondigd hebben. Dat is misschien nog wel erger, dan dat we God in Zijn recht vertrapt hebben. We hebben in de eerste plaats Zijn liefde gekrenkt. Liefde geeft altijd iets weer van het hart. Ons hart is tegen de Heere gericht en Zijn dienst Waarom kunnen we de Heere dan niet liefhebben? We moeten eerlijk bekennen: omdat we eigenlijk niet willen. We willen veel liever andere dingen, dan de Heere. De keuze ligt van nature niet bij de HEERE en dat is een zaak van liefde.
De scherpste ontdekking is de ontdekking vanuit de liefde. Daarom vroeg de Heere Jezus ook aan Petrus in Johannes 21: "Heb je me liever dan dezen"?: "Hebt ge me lief"? "Houd je van me"? (letterlijke vertaling). Petrus gaf daarom ook als antwoord: niet: "Ik heb U lief", maar: "Gij weet, dat ik U lief heb", omdat hij zoveel zwakte bij zichzelf ontdekte. Daarom zegt de Heere Jezus ook met tranen in de ogen tot Jeruzalem: "Hoeveel malen heb ik u bijeen willen vergaderen, gelijk een kip haar kuikens, maar gij hebt niet gewild". Mattheüs 23:37.
De Dordtse Leerregels trekken eigenlijk de lijn, dat we niet kunnen, omdat we niet willen. Lees dat maar eens rustig voor jezelf door. Onze onwil is eigenlijk groter dan onze onmacht. We zijn niet als zielige machteloze mensen gevallen in het paradijs, maar moed- en vrijwillig hebben we bewust en willens en wetens God de rug toegekeerd, om niet meer terug te keren tot Hem. We hebben immers een slang gehoorzaamd, die als dier onder de mens was gesteld. Zo ook Adam, die gehoorzaamde aan Eva, over wie Adam was gesteld.
Wanneer dat nu onze nood is, dat we eigenlijk niet willen, dan is er maar een advies: "Werkt uwszelfs zaligheid, want het is God, Die in u werkt het willen en het werken naar Zijn welbehagen" Filippenzen 2. De Heilige Geest maakt de wil vrij. Gods kind heeft niet meer een vrije wil ten goede, maar wel ten kwade door de zonde, maar hij ontvangt een vrijgemaakte wil, om nu met liefde en lust in Zijn geboden te wandelen, zoals een kind zo graag alles wil doen, wat vader of moeder graag willen. Dan wordt de dienst des Heeren echt een liefdedienst die niet verdriet. Psalm 119.
Daarom zal de Heere ook aan het einde van ons leven niet in de eerste plaats zeggen: "Ge hebt niet gekund", maar wel: "Ge hebt niet gewild". In de grond der zaak kunnen we niet, omdat we echt niet willen.
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. Molenaar
- Geboortedatum:22-05-1945
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief