Beperkte selectie met preeklezen
C.A. Hoekman | Geen reacties | 07-03-2025| 08:46
Vraag
Tot onze grote verbazing wordt er in onze Gereformeerde Gemeente niet meer van alle predikanten preken gelezen tijdens leesdiensten. Leespreken van bepaalde predikanten worden niet meer gelezen. Dat zijn vooral predikanten met een zogenoemde ‘ruime prediking’. Dit kan toch niet? Het is toch dieptriest dat er geen eenheid is? En ik vraag mij oprecht af wat onze kerkenraad en jonge predikant straks in de hemel moeten doen, samen met die predikanten die ze te ‘ruim’ vinden? En dan wel bidden voor eenheid. Hoe kan dit? Dit is toch niet Bijbels? Ik raak er van in de war. Kan iemand een duidelijk en helder antwoord geven?
Antwoord
Beste oudere/jongere,
Je raakt er van in de war, ik begrijp dat. Ik raak er niet (meer) van in de war, maar ik vind het nog steeds diep triest en totaal onbegrijpelijk. Waarom ik dat vind? Omdat het puur onbijbels is. Gods Woord leert ons zo nadrukkelijk dat je niets moet doen door twist of ijdele eer, maar door ootmoedigheid acht de een de ander uitnemender dan zichzelf (Filippenzen 2:3). Als in het maatschappelijke leven ruzie en eigendunk een ontbindende factor is, dan toch zeker in het kerkelijke leven. Een gezin gaat er aan kapot. Zou dat dan in een kerkelijke gemeente geen ontbindende factor zijn en zo’n gemeente er onder lijden? Al denkt een kerkenraad misschien dat ze een strijd voeren om de waarheid, voor mij is hier ootmoed ver te zoeken. Ik weet dat er liggingsverschillen zijn, dat is altijd zo geweest. Accepteer dat van elkaar en praat daar in broederlijke liefde met elkaar over, rond een open Bijbel, maar sluit elkaar nooit uit. Dat is zo onchristelijk en beschadigt mensen (ambtsdragers) op een afschuwelijke manier. De voorbeelden heb ik er van gezien, helaas.
Laten we maar kort bij de Heere Jezus blijven in het onderwijs aan zijn discipelen. In Lukas 9 lezen we over een meningsverschil tussen de discipelen over het feit wie van hen de meeste was, de belangrijkste discipel. Jezus zag dat gebeuren en wat ze met elkaar overlegden. Hij neemt een kind bij Zich en geeft heerlijk onderwijs aan Zijn discipelen en ook aan ons: Zo wie dit kind ontvangen zal in Mijn Naam, die ontvangt Mij; en wie Mij ontvangen zal, ontvangt Hem, Die Mij gezonden heeft. Want, vervolgt Jezus zo indringend, wie de minste onder u allen is, die zal groot zijn. En Johannes, in zijn ijver, zegt er direct bovenop: Meester, we hebben iemand gezien, die in Uw Naam de duivelen uitwierp en we hebben het hem verboden, omdat hij U met ons niet volgt. En zegt Jezus dan, ja prima, deze man is niet als jullie? Onthutsend maar ook vernederend antwoord voor de discipelen: Verbied het niet; want wie tegen ons niet is, die is voor ons (Lukas 9:46- 50). Eigenlijk wilden de discipelen deze man uitschakelen, van deze man kun je geen preek lezen, want hij doet niet als ons, U volgen. Jezus bestrafte hen om wat zij deden en waarschuwt hen om het niet weer te doen, veeleer moet je hem aanmoedigen, want hij heeft dezelfde bedoeling als jullie (Matthew Henry). Een les om nooit te vergeten! Toen en nu.
Ik denk ook aan de geschiedenis van de voetwassing door de Heere Jezus in Johannes 13. Wanneer Jezus opstaat van de paasmaaltijd legt Hij Zijn kleren af, neemt een linnen doek, goot water in een bekken en begint de voeten van Zijn discipelen te wassen en af te drogen. Wat buigt Jezus diep en wat heeft Hij Zijn discipelen lief. Leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart. Een les in ootmoed en nederigheid. Hij Die de meeste was, wilde de minste zijn. Hoor je het onderwijs van onze Heere Jezus Christus? U noemt Mij Meester en Heere en u zegt dat terecht, want Ik ben het. Wanneer Ik dan, de Heere en de Meester, uw voeten gewassen heb, zo bent u ook schuldig elkaars voeten te wassen. De minste zijn, de laagste plaats innemen, de voeten wassen ook van die broeder die wat ‘ruimer’ is in de prediking. Of wassen we van zo’n broeder de oren? Hoor je opnieuw de les van Jezus? Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat, gelijkerwijs Ik u gedaan heb, u ook doet.
Hoe diep heeft Jezus gebogen om Zijn gemeente te verlossen van de zonde en zullen wij dan niet buigen onder elkaar? Wanneer Zijn liefde ons hart heeft ingenomen en we Hem uitnemend lief hebben, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Wat ben je goed af, wanneer je zo je Zaligmaker mag volgen. Aan Jezus’ voeten verlang je naar eenheid, over kerkmuren heen. Wat staat de kerkelijke verdeeldheid toch haaks op het voorbeeld wat Jezus ons heeft nagelaten, en dat is alleen maar tot onze schande en schade.
Helaas is er geen eenheid, niet binnenkerkelijk, maar ook niet interkerkelijk. En straks wel in één hemel? Hoe kan dit? Dat is toch niet Bijbels? Terecht opgemerkt, dat is beslist niet Bijbels. Als er iets is in deze wereld wat de Naam van onze God oneer aandoet, is het wel onze kerkelijke verdeeldheid en de vele verdachtmakingen naar elkaar.
Voor eenheid bidden is goed, maar daar mag het niet bij blijven. Biddend moet je ook de stap naar elkaar doen, in het vaste geloof dat eenheid naar Gods wil is. Heeft Jezus er niet Zelf om gebeden in Zijn hogepriesterlijk gebed? Lees het in Johannes 17:20-23. Opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zijn; opdat de wereld zal geloven dat Gij Mij gezonden hebt. Door onze kerkelijke verdeeldheid maken we Gods heerlijk Woord zo ongeloofwaardig en ik zeg het met schroom, we maken ook Jezus zo ongeloofwaardig. Wie buigt niet diep zijn hoofd? O, dierbaar Lam van God, we durven niet over onze schaduw heenstappen, maar we durven wel over Uw heerlijke voorbede heenstappen. We mogen verlangen naar eenheid zoals de Heere Jezus het ons heeft voorgebeden en met verwachting: Zo u iets begeren zult in Mijn Naam, dat zal Ik doen (Johannes 14 : 13). Verdeelde kerk onder ons, begeer eenheid in Jezus’ Naam en verwacht het van Hem alleen. Het is Zijn verlangen: eenheid!
Ik begon met mijn antwoord, dat ik begreep dat je in de war raakt van wat je in je vraag aanhaalt. Ik begrijp je helemaal omdat ik ongeveer zestig jaar geleden dezelfde verwarring ondervond. Er waren toen ook predikanten die te ‘ruim’ preekten, die behoorlijk kritiek kregen op hun prediking. En die kritiek kwam ook van kinderen van God, die ik hoogachtte. Terwijl ik zelf genoot van zulke preken. Jezus, Die in Zijn zondaarsliefde en Zijn bereidwilligheid om zondaren zalig te maken werd aangewezen en aangeprezen. Een Zaligmaker, Die zondaren redt en verlost van hun zonde. Zo’n Jezus had ik nodig en heb ik nog steeds nodig. Buiten Jezus redden we het niet. Zo troostrijk wanneer de Heere Jezus vrij en blij verkondigd wordt, daar springt je hart van op. Hij wilde met ons ruilen. Ik jouw zonden en jij Mijn gerechtigheid. Dat begrijp je toch niet? Dat aanbidt je met je hele hart. Maar ook een Zaligmaker, Die mij altijd vasthoudt en leidt door Zijn Geest. De Heilige Geest, Die maar één verlangen heeft zondaren te brengen bij Jezus. Dan roep je toch met alles wat in je is: Kom toch met al je zonden en zorgen tot Hem, en je ontvangt Zijn rust. Daarom is voor mij die ‘ruime’ prediking zo troostrijk. Het is zo puur Bijbels en ik mag er mijn Heere Jezus in ontmoeten. Jij en ik hebben niets dan zonde en tekort, Hij heeft alles.
Vergeving van onze zonden en vrede met God. Gods vrede, Die om Jezus’ verzoenend lijden en sterven je hele hart en leven doortrekt. Hij is mijn troost in leven en in sterven. Hij alleen en Hij helemaal. Kom, luister niet naar al die mensen die het beter weten dan Gods Woord. Luister naar Zijn Woord. Onze Jezus ontvangt zondaren en wil met hen eten. Ook met jou. Met al je verwarring ben je welkom bij Hem. Vertel het Hem allemaal Zeg maar: Heere Jezus ik geniet van deze ‘ruime’ prediking, laat het mijn hart vervullen tot Uw eer. Aan Zijn voeten uithuilen, maar ook elke keer weer opnieuw doorgaan. Rust niet voordat je deze Jezus door het geloof mag omhelzen als jouw Redder en Heiland. Kom tot Zijn bruiloft, want alles, echt alles heeft Hij gedaan en volbracht.
Later heb ik in de leesdiensten tot mijn vreugde veel preken gelezen van deze predikanten die toen te ruim bevonden werden. Dat heeft de Heere willen zegenen, soms bij mensen (zondaren) die zo’n predikant ook eigenlijk te ruim vonden. Ik heb het als een dubbele zegen van de Heere ervaren, niet alleen dat ik mocht dienen in een ambt, maar ook dat er spontaan de ruimte was binnen de kerkenraad om dit te mogen doen, samen met de broeders. Soms was er ook kritiek van mensen (zondaren), maar dan dacht ik: je bent, denk ik, nog nooit als een drenkeling aangespoeld aan de voeten van Jezus. En het grootste wonder, door Hem opgeraapt en getroost. Jezus’ liefdeshart opengegaan voor mij. Wanneer je dat bevatten wil, staat je verstand vol eerbied stil. Want waar deze liefde woont, gebiedt de Heere Zijn zegen. Komt, want alle dingen zijn gereed.
Geen aardse macht begeren wij,
die gaat alras verloren.
Ons staat de sterke Held ter zij,
dien God ons heeft verkoren.
Vraagt gij zijn naam? Zo weet,
dat Hij de Christus heet,
Gods eengeboren Zoon,
verwinnaar van de troon:
de zeeg' is ons beschoren
Hartelijke groet,
C. A. Hoekman, Kapelle
Lees ook:
- 'Preken lezen van selectief groepje predikanten' (de vervolgvraag)
- 'Bepaalde predikanten te evangelisch'
Dit artikel is beantwoord door
C.A. Hoekman
- Geboortedatum:23-09-1943
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief

Bijzonderheden:
Dhr. Hoekman was ruim 40 jaar ouderling in de Ger. Gem.
Bekijk ook: