Psalmberijming voor eredienst
G. Slurink | Geen reacties | 04-02-2025| 10:58
Vraag
Er is een mogelijkheid dat ze bij onze gemeente naast de berijming van 1773 ook een andere Psalmberijming, of in elk geval bij een paar Psalmen willen gaan zingen in de eredienst. Maar wat is nu een goede berijming? Bij de De Nieuwe Psalmberijming zie ik bijvoorbeeld in Psalm 42 staan: “zal Zijn glimlach mij begroeten?” Ik heb “Zijn” hier (anders dan het nu geschreven staat) met een hoofdletter geschreven omdat het over de Heere gaat. Maar ik zie dit ook nergens in de Psalmen terug 'dat Zijn glimlach ons zal begroeten'. Is dit niet oneerbiedig vertaald? Maar zo zal er bij elke vertaling misschien wel wat zijn.
Nu weet ik dat in 1773 ook niet alles helemaal zuiver is en er wel dingen uit de tijd van de Verlichting zijn toegevoegd, zoals bijvoorbeeld de omschrijving Opperwezen. Maar zo vrij, plat en oneerbiedig lijkt me lastiger om met eerbied en vol van eer voor Hem te zingen. Het gaat erom hoe de Heere in Zijn dienst geëerd wil worden en niet wat wij fijn vinden om te zingen. Maar nu zeggen sommigen dat als ze het niet begrijpen ze het ook niet met hun hart kunnen meezingen en dat Calvijn zegt dat dat ook zonde is. Maar men moet zich toch ook de taal eigen maken, door te leren en bestuderen? Hoe ver moeten we met onze taalverarming meegaan, want zo zien wij het vaak. Dan kunnen we dadelijk alles in straattaal gaan verwoorden. Met de Bijbel kun je dit toch nooit doen, want sommige woorden kun je echt niet vervangen voor een ander ‘simpeler’ woord. Zelfs in de HSV staan al dingen soms wezenlijk anders verwoord dan in de Statenvertaling.
Moeten ze als ze dit willen gaan doen, dan elke keer per Psalm kijken welke berijming het beste aansluit (ook bij de oorspronkelijke onberijmde tekst) en ook naar de eerbied? Maar wie gaat dit elke week beoordelen, of moeten ze een andere berijming kiezen waaruit ze dan een Psalm kiezen; maar naar ons idee is er nog niet echt een goed alternatief. Ook is het zo jammer wanneer de band met de andere kerken daarmee ook een deels verloren gaat omdat ieder zijn eigen berijming gaat zingen.
Als ze dit willen gaan doen in onze gemeente, wat zou u ze persoonlijk aanraden? Eén berijming kiezen, goede uit meerdere, of helemaal niet doen, maar bij 1773 blijven. Of nog iets anders? Of is er wel een andere nieuwere berijming die echt goed is, tot Zijn eer en dicht bij de oorspronkelijke onberijmde tekst die eigenlijk iedereen zou moeten gaan zingen?
Omdat we de reacties en berichten van de heer Slurink altijd erg kunnen waarderen en inhoudelijk erg goed Bijbels onderbouwd vinden, stellen we graag deze vraag aan hem...
Antwoord
Beste vragensteller,
Ik heb zitten puzzelen met hoe ik het beste uw vragen kan beantwoorden. Het korte antwoord is dat ik in uw geval zou aanraden om de berijming van ds. C. J. Meeuse (Ger. Gem.) te overwegen, misschien voorlopig nog naast de berijming van 1773 om de gemeente tijd te geven er aan te wennen. Het langere antwoord volgt hieronder, waarbij ik in ga op uw andere vragen en verdere overwegingen.
Wat zijn de psalmberijmingen en wat zijn ze niet?
Zoals u weet zijn berijmde Psalmen een idee van Calvijn. Net als Luther vond Calvijn het belangrijk dat de Psalmen zouden worden gezongen in de volkstaal, zodat iedereen het begrijpen kon. Maar terwijl Luther koos voor psalmliederen die de Psalmen inhoudelijk vertolken en daar ook het Nieuwe Testament bij te betrekken (denk bijvoorbeeld aan “Een vaste burcht is onze God”, dat Psalm 46 verwoordt en dat verbindt aan de Heere Jezus), meende Calvijn dat de Psalmen zelf berijmd moesten worden. Hij liet daarvoor de Geneefse melodieën componeren en de Psalmen in het Frans op rijm zetten. In Nederland was het Datheen die als eerste deze berijming in zijn geheel uit het Frans naar het toenmalige Nederlands vertaalde.
Er zijn vele tientallen berijmingen gemaakt sindsdien. Velen hebben geprobeerd de berijming van Datheen en later die van 1773 te verbeteren, maar alhoewel er zeker veel betere berijmingen bij waren zijn ze nooit breed geaccepteerd. Wie de verschillende nog beschikbare berijmingen naast de onberijmde Psalmen legt merkt al snel dat ze nogal verschillen. Het is anders verwoord, soms flink anders, en er is nogal wat omheen bedacht met allerlei dingen die je in de onberijmde Psalm niet terug vindt. Niet al deze dingen veranderen de inhoud van de Psalm, alhoewel er ook flinke afwijkingen kunnen zijn en het zeker ook voorkomt dat het karakter van de Psalm of van delen ervan erdoor veranderen, of dat het in een bepaalde richting wordt gestuurd die je niet terug vind in de onberijmde Psalm.
Misschien zullen sommigen daar aanstoot aan nemen, maar ik heb heel wat Psalmen vergeleken in de mij beschikbare berijmingen en daar steeds de onberijmde psalm naast gelegd, en ik kan niet anders zeggen dat de verschillende berijmingen schamele afspiegelingen zijn van de onberijmde Psalmen. Je kan het origineel er wel in herkennen, en oppervlakkig gezien lijkt het er wel op en sommige details kunnen goed getroffen zijn, maar het is altijd beduidend minder dan het origineel.
Voor wie dat zelf wil vaststellen kan bijvoorbeeld op psalmboek.nl terecht. Bekijk de verschillende berijmingen en leg er de Bijbel met de onberijmde psalm naast en kijk goed. Zijn de Psalmen in de Bijbel in de meeste gevallen niet veel duidelijker, directer, inhoudsvoller, concreter en vaak ook dieper? Wat je verder ook van de diverse berijmingen vindt, één ding is duidelijk: de berijmingen zijn de Psalmen niet. De Psalmen uit de Bijbel zijn Gods Woord. De berijmingen zijn op zijn best gebrekkige, en soms erg gebrekkige, menselijke afspiegelingen daarvan. Het belangrijkste is denk ik dat we ons dit realiseren. Dan kunnen we er toch nog ons voordeel mee doen, zonder ze een gewicht toe te kennen dat ze niet hebben.
Wat is het doel van het zingen in de gemeente?
In Kolossenzen 3:16 zegt Paulus: “Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met Psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in uw hart.” Paulus zegt hier een aantal dingen. Ten eerste dat we het woord van Christus in ons moeten laten wonen. Dat wil zeggen dat we de boodschap van het evangelie, en alles wat de Heere Jezus ons verder heeft geleerd, ons denken en ons doen moeten laten bepalen, en onze enige troost en hoop daarin moeten zoeken. Ten tweede dat we elkaar daarin moeten onderwijzen en terecht wijzen, en wel met behulp van Psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Terecht wijzen betekent overigens niet dat je bij de ander de fouten aanwijst maar dat je elkaar helpt weer op het goede Bijbelse spoor te komen.
Een belangrijk doel van het zingen is dus elkaar daarmee te onderwijzen en terecht te wijzen. Daartoe moet de inhoud van de liederen uiteraard Bijbels en goed toegankelijk zijn. Hoe kan je er anders elkaar mee onderwijzen en terecht te wijzen (vergelijk 1 Korinthe 14: 8-9). God loven maakt daar onderdeel van uit.
Persoonlijk meen ik dat hymnes (lofzang = hymne) en geestelijke liederen daar ook deel van uitmaken. Waarom zou Paulus anders niet gewoon de Psalmen zeggen, als hij alleen de Psalmen had bedoeld. Bovendien omvatten de Psalmen niet het hele Bijbelse onderwijs. We kunnen niet zonder het Nieuwe Testament. “Onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht met de Psalmen” is niet wat Paulus zegt.
Hoe dan ook, in ieder geval kunnen we hier uit afleiden dat het zingen in de gemeente een hoger doel heeft, namelijk elkaar te onderwijzen en terecht te wijzen, of anders gezegd, dat het dient tot de onderlinge opbouw (zie bijvoorbeeld Romeinen 14:19 en 1 Korinthe 14:26). Een psalmberijming is niet een doel op zichzelf, maar is een middel voor dat hogere doel. Laten we dat voor ogen houden en kijken hoe we daar ook onvolmaakte psalmberijmingen voor kunnen gebruiken.
Toegankelijkheid en taalgebruik
We zagen al dat de liederen Bijbels en goed begrijpelijk moeten zijn. Hoe kan je er anders elkaar mee onderwijzen en terecht wijzen. Dan mag het poëtisch zijn, zolang dat maar niet de Bijbelse betekenis verbloemt, bedekt of verandert, maar eerder verduidelijkt en verdiept. Hedendaagse taal is begrijpelijker dan ouderwetse taal en verdient dus de voorkeur. Tegelijkertijd moeten we er goed opletten dat we niet de inhoud veranderen.
Soms is het ook lastig het juiste woord te vinden. U kent bijvoorbeeld vast wel de uitdrukking “hoog vertrek” dat je veel in de Psalmen tegenkomt in de Statenvertaling. Dit is vrij letterlijk vertaald, maar zal niet door iedereen goed begrepen worden. Het is ook figuurlijk bedoeld. In andere vertalingen en berijmingen wordt het wel vertaald met veilige vesting, burcht of toevlucht. Luther vertaalde het met bescherming. Dit zijn allemaal geldige pogingen om de betekenis van het onderliggende Hebreeuwse woord zo goed mogelijk weer te geven. Sommige mensen zijn misschien erg gehecht aan een uitdrukking zoals “hoog vertrek.” Maar ik denk niet dat door dit te vervangen door burcht, toevlucht of bescherming, het een taalverarming is of afbreuk doet aan de inhoud. Het is een poging het onderliggende Hebreeuwse woord zo begrijpelijk mogelijk te maken voor de lezer. En dit geldt voor veel meer woorden en uitdrukkingen.
Bovendien moet ik opmerken dat er in 1773 een heleboel oude woorden staan die ook niet in de Bijbel staan. Wie weet er nog wat een dwingeland of een euveldaad is, of wat snoden zijn? De 1773 kent een heel eigen idioom dat je ook in de Statenvertaling niet terug vindt.
Wat de Bijbel betreft is het cruciale punt denk ik dat we in de Bijbel te maken hebben met Bijbelse begrippen en Bijbelse uitdrukkingen die een grotere lading dekken dan de directe betekenis van die woorden alleen. Bijvoorbeeld het woord verzoenen in de Bijbel gaat veel dieper en omvat veel meer dan bijvoorbeeld de synoniemen goedmaken of bijleggen. Met dit woord daardoor te vervangen kan er Bijbelse inhoud verloren gaan en kan de essentie ervan veranderen.
Maar dit geldt niet voor alle woorden. Er zijn ook woorden die in onbruik zijn geraakt en die verder geen grotere lading dragen. Je kan het woord “doch” goed vervangen door “maar” en “bestraffen” is beter te begrijpen dan het oude “schelden”, dat niet meer deze betekenis heeft in onze tijd. En ook de verouderde zinsbouw kan je goed vervangen voor een meer hedendaagse zinsbouw zonder aan de inhoud te verliezen.
Ik denk dat we ons niet te veel moeten laten leiden door de gevoelsmatigheden van een taalkleed, maar moeten letten op inhoud. De leidende vraag moet zijn: welke woorden geven de inhoud van de onderliggende woorden uit de grondtekst zo goed en duidelijk mogelijk weer in de Nederlandse taal? Want dan brengen we daarmee Bijbelse inhoud over en kunnen ze dienen om elkaar mee te onderwijzen en terecht wijzen. Daarmee wil ik overigens oudere liederen in een wat verouderde taal niet afschrijven. Ik denk dat die ook een plaats hebben. Daar zijn ook veel liederen bij met rijke inhoud. Oud en nieuw kunnen goed naast elkaar, zolang de inhoud maar goed is.
Eerbied en De Nieuwe Psalmberijming
Toonzetting is inderdaad ook belangrijk. Als het vervalt tot een soort van Jip en Janneke-taal, dan is het gevaar groot dat daarmee een deel van de ernst van de zaak verloren gaat. En datzelfde geldt voor een woordkeuze die het Bijbelse Godsbeeld of mensbeeld aantast en verandert. Eerbied is zeker een belangrijk punt dat ook veel te maken heeft met het Godsbeeld en het mensbeeld dat iemand heeft. Toch is hoe eerbied er uitziet in de praktijk ook voor een deel cultuur en gewoonte afhankelijk. Denk maar aan hoe de Duitsers God aanspreken met “Du”, wat op ons mogelijk als oneerbiedig overkomt, maar voor hen niet is.
U noemt de zin “zal Zijn glimlach mij begroeten”. De Nieuwe Psalmberijming heeft ervoor gekozen bezittelijke voornaamwoorden altijd met kleine letters te schrijven, zo staat vermeldt in hun uitgangspunten. Taalkundig gezien te verdedigen, maar niet iets dat ik zelf gedaan zou hebben, maar dat geldt wel voor meer van hun keuzes. De glimlach hier is een poëtische interpretatie zo zeggen ze. Ik denk niet dat het oneerbiedig bedoeld is, maar het is denk ik wel een overzetting die de plank wat misslaat. Dit is niet wat de psalmdichter van Psalm 42 in gedachten had want die hunkert naar Gods verlossing, niet naar Zijn glimlach. Ik ben trouwens iets soortgelijks in de De Nieuwe Psalmberijming verder nog niet tegengekomen. Maar de plank misslaan doet de De Nieuwe Psalmberijming wel vaker. Hoe dan ook, als U het als oneerbiedig ervaart moet U het zeker niet zingen.
Band met andere kerken
Gaat de band met de andere kerken deels verloren wanneer ieder zijn eigen berijming gaat zingen? Ik weet niet of U daarmee bedoelt binnen uw denominatie of ook daarbuiten, maar persoonlijk zou ik die band niet zoeken in de gekozen berijming of dergelijke zaken maar vooral in geloofsinhoud. De vraag is: herkennen we elkaar in de essentie van het christelijk geloof, of houden we elk vooral andere dingen voor belangrijk? Dat is denk ik de kern, en dat is ook de grond waarop ik al dan niet verbinding ervaar met anderen, in welke kerk dan ook.
Welke berijming te kiezen?
Voor het kiezen van een berijming zou ik vooral kijken naar inhoud, die moet zo dicht mogelijk bij de onderliggende psalm blijven en ook zo begrijpelijk mogelijk zijn. Zoals gezegd zijn alle berijmingen onvolmaakt. Ik meen dan ook dat ons niets rest dan de best mogelijke te kiezen in onze omstandigheden. Het gemeente zijn speelt daarbij ook een rol. Het gaat tenslotte om de onderlinge opbouw, tot eer van God. Als we daar schade aan doen dan verliezen we misschien weer wat we met een betere berijming winnen.
Op dit moment wordt de berijming van 1773 gebruikt in uw gemeente. Een berijming die daarnaast, of als vervanging zou worden gebruikt, moet dan een verbetering zijn ten opzichte daarvan. Daarmee vallen er denk ik heel wat berijmingen af omdat ze mijns inziens als geheel ten opzichte van de berijming van 1773 geen echte verbetering zijn. Een berijming die mijns inziens wel een duidelijke verbetering is, is berijming van ds. Meeuse. Niet volmaakt, maar wel aanzienlijk beter dan die van 1773.
Daarnaast zijn er verschillende berijmingen die ik niet als geheel niet zou willen aanraden, omdat daar ook bewerkingen instaan die ook weer hun eigen problemen hebben, maar waar mijns inziens wel bruikbare liederen in staan die beter zijn dan die van 1773. In dit geval zou het dan een ‘goede uit meerdere’ betreffen. Praktisch gezien zitten daar waarschijnlijk wel wat haken en ogen aan. Want inderdaad: wie gaat die keuze maken? En hoe presenteer je de teksten aan de gemeente? Gebruik je een beamer, of koop je bundels en wie betaalt die? Er kunnen licentieovereenkomsten nodig zijn waarbij je elke week moet opgeven wat er gezongen is, enzovoort. Al met al heeft zo’n aanpak mogelijk heel wat voeten in aarde. Maar voor de volledigheid wil ik de opties toch noemen.
a. De Unie van Baptisten heeft een lange tijd de berijming van Hasper gebruikt, maar sinds ongeveer 2000 is er de bundel “Liederen voor de Gemeentezang” waarin ook psalmen staan. Ik heb niet alle bekeken, maar voor zover ik heb gezien zijn dit veelal mooie en goed te begrijpen bewerkingen, ook deels gebaseerd op die van Hasper. Maar het zou kunnen dat het gebruik van een baptistenbundel in uw gemeente op weerstand stuit. Inhoudelijk lijkt mij daar geen reden toe, maar dat is helaas vaak niet hoe het werkt in de praktijk. Als ik het goed begrijp heeft een aantal ervan wel een andere melodie, wat natuurlijk ook weer complicaties met zich meebrengt.
b. De Nieuwe Berijming van 1973 (ook wel als 1967 of 1968 aangeduid), de berijming van Hasper die bijvoorbeeld wel te vinden is in Weerklank, en de berijming uit het Gereformeerd Kerkboek van de hand van verschillende dichters, bevatten ook wel berijmingen die soms beter zijn dan die van 1773. Maar lang niet alles is beter en te poëtisch taalgebruik is daar soms ook weer een probleem. Dus je zou het psalm voor psalm moeten bekijken.
c. Een berijming die mij ook bruikbaar lijkt is die van wijlen dhr. Adriaanse uit Grijpskerke (meer informatie vind je op Digibron) maar ik weet niet of dat mogelijk is. Ik kon er geen uitgave van vinden.
d. Daarnaast zie ik de De Nieuwe Psalmberijming ook wel deels als bruikbaar, maar ik zie het niet als een psalmberijming, meer als een eigentijdse interpretatie. Ik vind het goed dat ze de uitweidingen die veel andere berijmingen hebben wilden voorkomen. Een voordeel is dat het goed toegankelijk is. Het nadeel is dat het inhoudelijk toch verder weg staat van de onberijmde Psalm omdat het vaak in een andere context wordt geplaatst. Dingen worden vaak ook verder ingekleurd. Dat maakt het meer specifiek en daardoor wat duidelijker, maar het raakt daarmee ook verder weg van de onderliggende Psalm. En met hun interpretaties slaan ze nog wel eens de plank mis. Ik zag nog dit interessante artikel over de DNP wat denk ik ook goed de problemen met de DNP illustreert. De DNP is duidelijk een 21e eeuwse interpretatie voor de 21e eeuwse mens waarin veel van de eigenlijke context van de Psalmen verdwenen is. Ik zie deze dan ook meer als christelijke liederen die de Geneefse melodieën gebruiken en de oude Psalmen parafraseren en deze op een moderne manier interpreteren. Maar zolang je je dit realiseert zijn er als losse christelijke liederen wel bruikbare liederen bij denk ik.
Samenvattend: het makkelijkste is misschien één berijming te kiezen naast 1773 en daarvoor lijkt mij de berijming van ds. Meeuse een goede keuze. Een ‘goede uit meerdere’ is ook een optie, maar die zal waarschijnlijk heel wat meer voeten in aarde hebben.
Tot slot een persoonlijke noot
Als kind en tiener heb ik ook de berijming van 1773 gezongen elke week in de kerk. Het zei mij toen persoonlijk niets. Ik kon er ook niets mee, het was veel te abstract voor mij. En het bracht mij ook niet de Bijbelse boodschap. Dat is misschien persoonlijk, maar ik denk dat ik niet de enige was en ben. Bezwaarlijk vind ik hoe de nadruk op de deugd in 1773 nog wel eens leidt tot wetticisme. Bijvoorbeeld “leer ijv'rig mij Uw wet betrachten” in Psalm 25 vers 2. Dit vind je niet terug in de onberijmde Psalm. En meer in het algemeen: in de Bijbelse Psalmen gaat het bij wet altijd om de Torah als instructie van God, niet om regels om je ijverig aan te houden.
Daarnaast werkt het zich beperken tot een psalmberijming mijns inziens een geloof in de hand, dat minder het houvast zoekt in de Heere Jezus, maar zich meer richt op een heilige en voorzienende God die algemeen toegankelijk is voor de vrome kerkganger, zonder de Heere Jezus als Middelaar nodig te hebben. Terwijl de Heere Jezus duidelijk zeg: “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij” (Johannes 14:6). Dit zijn dan ook altijd veel voorkomende problemen in de gereformeerde gezindte geweest. Hebben misschien de berijmde psalmen daar ook voeding aan gegeven? Zou de gemeente er niet veel aan hebben gehad om ook Nieuwtestamentische liederen te zingen in de kerkdienst?
Hoe dan ook, de hoofdzaak is de opbouw van het Bijbelse geloof in de gemeente. Laat dat het doel zijn. Laat het woord van Christus in rijke mate in ons wonen, in alle wijsheid; en laten we elkaar onderwijzen en terecht wijzen met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. En de Heere zingen met dank in ons hart. Dat is waar het om gaat.
Ik hoop, dat dit antwoord U helpt.
Een hartelijke groet,
Gerard Slurink
Dit artikel is beantwoord door
G. Slurink
- Geboortedatum:12-02-1963
- Kerkelijke gezindte:Reformatorisch
- Woon/standplaats:Lahti, Finland
- Status:Actief

Bijzonderheden:
*Voormalig popmuzikant