Israëlieten of huis van Israël
Ds. A. Jonker | Geen reacties | 04-12-2024| 12:13
Vraag
Gaat Ezechiël 19 over de koningen van Israël of over die van Juda, het tweestammenrijk? Boven het Bijbelgedeelte staat Israël, maar ik lees bij meerdere verklaarders dat het gaat over Juda.
Antwoord
De verwarring is begrijpelijk. Met Israël wordt vaak het Tienstammenrijk bedoeld en met Juda het Tweestammenrijk. Maar Israël werd ook gebruikt voor het ongedeelde volk onder Saul, David en Salomo.
Het Noordrijk Israël was in 722 voor Christus weggevoerd naar Assyrië. Er woonde nog slechts een beperkt aantal eenvoudige mensen in het Noordrijk. Jeruzalem wordt in 586 voor Christus verwoest en dan vindt de grote wegvoering naar Babel plaats.
Ezechiël was in 597 voor Christus met koning Jojachin en andere vooraanstaande mensen weggevoerd naar Babel. Daar kreeg hij in 592 van God visioenen en opdrachten. God noemt dan als adres: de Israëlieten (Ezechiël 2:3) of Huis van Israël (Ezechiël 3:4). Zo wordt ook in Ezechiël 19 Israël genoemd. Het is uit het totale verband duidelijk dat hiermee in de eerste plaats bedoeld zijn de ballingen uit Juda en de mensen die nog in Juda wonen. Vervolgens hebben misschien ook Israëlieten die nog in het voormalige Noordijk wonen, deze woorden gehoord.
Een goede regel van uitleg is: Let op een tekst in het totale verband van hoofdstuk, Bijbelboek en de hele Bijbel.
Ds. A. Jonker
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Jonker
- Geboortedatum:29-03-1954
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Putten
- Status:Actief