Heilig Avondmaal twee keer vieren
Ds. H. D. Rietveld | Geen reacties | 23-09-2024| 16:06
Vraag
Bij ons in de kerk (CGK) wordt er een aantal keer per jaar in de ochtend- en middagdienst avondmaal gevierd. Op deze manier kunnen mensen die alleen in de ochtend of middag de dienst kunnen beleven ook het avondmaal vieren. De middagdienst wordt minder goed bezocht, waardoor het soms voorkomt dat er maar drie of maximaal tien mensen het avondmaal vieren. Van wie soms meer dan de helft gasten. Wat is er op tegen om op zondag twee keer aan de avondmaalstafel te gaan? We eten toch meerdere keren per dag? Als Christus je nodigt aan tafel dan laat je dat toch niet voorbijgaan? De mensen die aan het avondmaal gaan voelen dan meer gemeenschap!
Voor gasten is dit ook vreemd omdat ze denken dat niemand aan het avondmaal gaat, maar dit is niet zo omdat ze al geweest zijn. Bij een gastpredikant gaat alleen de gastpredikant aan het avondmaal en niet de ouderlingen en diakenen omdat die al geweest zijn, dit voelt niet als gemeenschap.
Ik heb dit gevraagd aan de dominee en kerkenraad, maar zij wisten niet waarom dit zo was: traditie en het duurt wat langer. Maar ik denk niet dat dit het argument is, omdat het in de ochtend ook niet erg lang duurt (we gaan niet elke keer aan tafel maar lopen naar voren of staan in een kring). Alvast bedankt voor uw reactie en geweldig dat zo’n website bestaat.
Antwoord
De kernvraag is: wat is er op tegen om twee keer per zondag Avondmaal te vieren, dus twee keer brood en wijn te gebruiken omdat het om het samenzijn (gemeenschap) gaat?
In de protestantse traditie is de frequentie inderdaad afhankelijk van de ontstane gewoonte. Het is bekend dat Calvijn in Genève het Avondmaal een keer per week bepleitte, maar in de praktijk kwam het daar niet van en kwam men na een maandelijkse viering tenslotte uit op vier keer per jaar. Dit gebruik is in de meeste reformatorische kerken nog steeds in de orde (hoewel er wel een trend is naar vaker).
Men was zich dus wel bewust dat het Avondmaal inderdaad heilig is en niet zomaar een maaltijd. Daarom is er met eerbied mee om gegaan en is er in de loop van de praktijk meer terughoudendheid betracht in de frequentie. Een van de reformatoren sprak afkeurend over een “rips und raps” aangaan van kerkleden. Ook omdat Paulus wel op zelfbeproeving aandringt.
Een Bijbels gebod is er evenwel niet wat de vorm betreft (zitten of staan, per kwartaal of vaker). Wanneer er in de middagdienst ook gelegenheid geboden wordt om aan het Avondmaal deel te nemen kan de kerkenraad het zo regelen dat er dan twee ambtsdragers ‘s morgens van de tafel wegblijven omdat zij dan ’s middags aangaan met de gemeenteleden (of gasten) die daar ’s morgens niet de gelegenheid voor hadden (bijv. wegens noodzakelijk werk of lichamelijke conditie). Deze ambtelijke presentie symboliseert m.i. de gemeenschap met elkaar als gemeente voldoende. Daar hoeft niet de hele gemeente weer aan deel te nemen. Men weet immers dat het een vervolgviering is op de morgendienst.
Dat er in de middagdienst minder deelnemers zijn is vanzelfsprekend omdat deze laatste tafel op die zondag juist op hun verzoek is ingesteld. Ook gasten zullen toch weten dat de gemeente in meerderheid in de morgendienst al Avondmaal heeft gehouden.
Overigens denk ik dat er geen principiële bezwaren zijn om op een Avondmaalszondag twee keer aan de maaltijd van de Heere deel te nemen. Maar het kan dus wel leiden tot een minder gewicht hechten aan het sacrament. We moeten het toch wel bijzonder blijven vinden. Het lijkt me een persoonlijke afweging, ook voor een (gast)predikant.
Belangrijk blijft het besef dat we met een door Christus ingesteld teken te maken hebben dat Hij heeft gegeven tot versterking van het geloof van een ieder die zichzelf te tevoren heeft beproefd, om het met Paulus in 1 Kor. 11 te zeggen. Hij reageert daar op een gebruik dat men het Avondmaal ‘gewoon’ at, hoe dat in praktijk ook vorm kreeg naast de gezamenlijke maaltijd van de gemeenteleden. Dat vroeg toch een serieuze persoonlijke voorbereiding en onderscheiding van het lichaam des Heeren.
Zou die er altijd zijn? Dat geldt trouwens ook voor de zondagse Woorddienst, waarin het in wezen om dezelfde dingen gaat: een rijke Christus voor een arme zondaar.
Dat het kerkbezoek in de middagdienst vermindert en men dus de nabetrachting op het Avondmaal mist is m. i. toch geen teken van een verlangend geestelijk leven met de Heere. Op zondag mag men voor geestelijke opscherping (vertroosting/vermaning) toch de tijd nemen?
Ds. H. D. Rietveld
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. D. Rietveld
- Geboortedatum:06-11-1947
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nijkerk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
emeritus