Belijdenis van Ruth
Ds. A. van der Zwan | Geen reacties | 18-09-2024| 08:06
Vraag
Een vraag over het boek Ruth. Een poosje geleden hoorde ik een preek van een predikant. Hij sprak over Ruth 1:16 en zei dat het een wens van Ruth was: uw volk, mijn volk en uw God, mijn God. De kanttekening geeft aan dat het een belijdenis van Ruth was. Geeft de grondtekst ruimte om niet van een belijdenis maar een wens te spreken?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
In het Hebreeuws staat het er inderdaad heel kort: “Uw volk – mijn volk, uw God – mijn God.” Niet vreemd, want in veel oude talen (zoals het Hebreeuws, maar bijvoorbeeld ook het Latijn) laat men in de zinsopbouw nog wel eens de werkwoordsvorm weg. Men spreekt dan van een ‘nominale’ zin, waarbij je uit het verband moet afleiden wat de bedoeling is: gaat het om iets wat gesteld (in dit geval beleden) of gewenst wordt.
Als ik het eerste deel van vers 16 erbij lees, is het voor mij duidelijk dat het om een belijdenis gaat. Immers: daar doet Ruth een aantal andere uitspraken over wat zij in de toekomst van plan is en dat gaat duidelijk ook niet om wensen, maar om een vast voornemen: “Waar gij zult heengaan, zal ik ook heengaan, en waar gij zult vernachten, zal ik vernachten.” Dus: op zichzelf genomen zou vers 16b taalkundig gezien een wens kunnen zijn, maar het tekstverband geeft de Kanttekenaren gelijk; het gaat om een belijdenis. De enige variatie die je in de vertaling nog zou kunnen aanbrengen, is door middel van een futurale (op de toekomst gerichte) verwoording: “Uw volk zal mijn volk zijn en uw God mijn God.” Een rijke belijdenis, waarvan ik hoop dat de vragensteller er door genade van harte mee mag instemmen.
Ds. A. van der Zwan
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. van der Zwan
- Geboortedatum:27-02-1972
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Dordrecht-Centrum
- Status:Actief